Avontuurlijk rondreizen. Ik doe het graag en regelmatig. Laat wat ik tegenkom en ervaren leiden naar wat ik ga tegenkomen en hoop te ervaren. Ik rek en krimp een globaal reisschema op basis van zin, maar ook van het weer. Een regendag wordt een reisdag. Een voorspelde mooie dag een fotografiedag. Hoe anders dan bij een georganiseerde groepsreis zou je denken. Maar dat hoeft niet. Ik zeilde zo'n tweeduizend kilometer van Bodø aan de Noorse kust naar Spitsbergen.

Het is half mei als ik aan de kade in het Noorse Bodø naar een ranke driemaster sta te kijken. Het is de Antigua, de komende twee weken mijn thuis. Voor zover je van een thuis kunt spreken als je steeds op een andere plek bent. De Antigua is een stalen vissersschip uit 1957 dat in 1993 is omgebouwd tot Barkentijn. Bij dit scheepstype is de voorste mast van het zeilschip dwarsscheeps getuigd (dus met ra’s) en de overige masten langsscheeps. Het schip zal me naar Spitsbergen brengen.

De Antigua

De Antigua

Eenmaal aan boord ontvouwt zich een sfeervol schip met veel hout en staal, ronde patrijspoorten, een ruime ‘woonkamer’ en een lange gang met hutten. Het is wel even wennen. De afgelopen 20 jaar heb ik geen kamer gedeeld met iemand met wie ik geen relatie had. En een eerste blik toont een wel erg klein hutje met een stapelbed. Maar gelukkig met een eigen badkamertje.

Stapelbedden aan boord van de Antigua

Stapelbedden

Het gangpad benedendeks op de Antigua

Het gangpad benedendeks

Ruime loungemogelijkheden op de Antigua

Ruime loungemogelijkheden

Er hangen twee reddingsvesten voor me in de hut. De ‘fun jackets’ voor in de Zodiac en serieuze dikke vesten voor in geval van nood. Er wordt uitgelegd wat te doen in geval van het brandalarm en het abandon ship alarm, dat je beter niet onder de douche kunt gaan als we op zee zijn, en dat het zaak is als het schip onder zeil is altijd één hand voor het schip en één hand voor jezelf te gebruiken.

Onder zeil!

Na de veiligheidsinstructie varen we uit. En de zeilen kunnen gezet worden. Het is wennen en kijken. De talrijke touwen, hun werking en het achterliggende mechanisme zijn in het begin vreemd voor iedereen behalve de bemanning. Gekleed in gekleurde regenjassen volgen we wat onwennig de commando’s op, zonder meteen de link te leggen met wat er draait, strak komt, omhoog gaat en wat daar dan de gevolgen van zijn. We zeilen een flink stuk de nacht in, die zich kenmerkt door een lange schemering met de zon vlak onder de horizon.

De Antigua onder zeil

Onder zeil

Reine en Nusfjord

De eerste plaats waar we aanleggen is Reine op het eiland Moskenesøya, onderdeel van de Lofoten. De Lofoten zijn van oudsher het centrum van de kabeljauwvisserij. En inderdaad vlakbij de aanlegplaats beginnen de ar de karakteristieke rekken met kabeljauw die daar tot stokvis gedroogd wordt. Verder oogt het dorp met zijn 309 inwoners vooral uitgestorven. Nette vrijstaande houten huizen, een haventje en mistige zeegezichten. Een mooi decor voor een Scandinavische Krimi.

Reine

Reine

We varen door naar het plaatsje Nusfjord, ongeveer acht mijl noordelijker. Het is één van de oudste en best bewaarde vissersplaatsjes van de Lofoten. Aan de kade gedroogde kabeljauwkoppen en er nesten drieteenmeeuwen op de rotsen, maar ook op de raamstijlen.

Nestelende drieteenmeeuw

Nestelende drieteenmeeuw

Gedroogde kabeljauwkop

Gedroogde kabeljauwkop

We maken een wandeling lang de Fiskerstie -de vissersweg- die al enkele honderden jaren in gebruik is door vissers die vanuit Nusfjord visten en in het weekend daarna naar het zes kilometer verder gelegen Nesland gingen, waar ze woonden. Het pad en het landschap ogen zo ruig als het leven dat je je hier voorstelt.

Een landschap zo ruig als het leven dat je je hier voorstelt.

Een landschap zo ruig als het leven dat je je hier voorstelt.

Kabelvåg

De volgende stop is Kabelvåg, ooit de hoofdstad van de handel en van de Lofoten. Vlakbij ligt het oorspronkelijke centrum, de plaats Vågan, waar nu het Lofoten museum is. Dit museum bestaat uit een verzameling oude gebouwen, die allemaal een kleine tentoonstelling huizen. Hier komt het kustleven in Lofoten tot leven. De visserij, de vuurtorens (via een interessante video over de bewoners ervan), de schepen en de kleine houten huisjes. Regen en mist scheppen een bijpassende setting.

Op weg in Kabelvag onder een opmerkelijk wolkendek

Het Hawaï van het noorden

We varen naar Skrova, het Hawaï van het noorden. Op het eerste gezicht doet dit kleine dorp, een centrum voor de walvisvaart met de inmiddels bekend geworden mix van houten huizen, ietwat vervallen kades en maritieme details, in niets aan de tropen denken. Maar als we door een tunnel en langs een pad langs de kenmerkend lage plantengroei naar het noordelijke eind zijn gelopen wordt duidelijk waarom. Daar ligt een strandje dat, op de ontbrekende palmbomen na, bijna tropisch aandoet. Het water, de glinstering van de kiezels maar vooral de kleur natuurlijk.

Blauwe lagune in Skrova, het Hawaii van het noorden

Blauwe lagune in Skrova, ‘het Hawaï’ van het noorden

Het leven aan boord

Na een paar dagen begint de tuigage te leven. Het wordt duidelijk welke touwen waaraan zitten en waarom het ene touw gespannen moet worden en het andere gevierd. Brassen is het draaien van de razeilen. De langszeilen hebben een klauw en een giek. Het straktrekken van touwen met twee man, het vastzetten en ordelijk oprollen en hangen worden automatismen. Bewegen op een licht rollend dek wordt steeds gemakkelijker.

En in de hut blijkt stapelbed een uitvinding te zijn voor wie op privacy gesteld is, en ‘s nachts nog tot laat leest. Hutgenoot Jan gaat eerder de hut in en tegen de tijd dat ik me terugtrek heb ik de rust en ruimte. In de ochtend is het andersom. Als ik opsta is Jan al klaar. Als het niet vanzelf zo ging dan hadden we het moeten afspreken. Want op die ene vierkante meter vloer met z’n tweeën bezig zijn is werkelijk onmogelijk. Tot na middernacht, wanneer het net een beetje schemert, lig ik lekker bovenin te lezen met een lampje op het deinende schip. Het doet nog het meest denken aan een reis met een nachttrein, zoals mijn vijf nachten op de Transsiberië Express. En dan heeft deze hut nog wat meer ruimte.

Het is natuurlijk een luxe positie om het niet te hoeven doen om te overleven en niet in een want te hoeven klimmen, maar het zelf meehelpen geeft je toch het begin van een gevoel hoe het was op de houten schepen waarmee eeuwen geleden de oceaan werd overgestoken. We krijgen een film te zien van een schip dat Kaap Hoorn rondt. Mannen die in masten klimmen, koude golven die metershoog over het dek rollen, rennende zeelui en forse stormen. En een kapitein die bijna steevast een pijp in de mond heeft. Een epische strijd tegen de elementen die ons reisje tot een picknick reduceert.

Onze bemanning bestaat bijna geheel uit millennials, oude zeerobben met baarden en pijpen ontbreken. Maar de passie voor zee is er niet minder om. Zoals matroos Joachim het later uitlegt: het is een leven met een avontuurlijke kant, maar ook met een overzichtelijke. Wat je doet heeft direct resultaat. Je hijst een zeil en het gaat bol staan in de wind, je draait het bij en het schip zeilt scherper, je bergt op en houdt de omgeving strak en overzichtelijk. Handelen en gevolg zijn voelbaar verbonden. Dat heb je niet als je achter een computer de hele dag op knoppen drukt en dingen invult.

De brug

Na een stop in de Trollfjorden, waar we met zodiacs langs de steile rotswanden varen en twee zeearenden spotten varen we naar Stokmarknes, waar we de nacht aan de kade door zullen brengen. Er is echter nog een hindernis. We moeten een brug passeren met een aangegeven hoogte van 31 meter, afhankelijk van de waterstand. En de masthoogte van het schip is 30 meter. Met enige bewondering zien we Nik, de tweede stuurman, hoog boven ons in de achterste hoge mast hangen. Hiervandaan heeft hij zicht op de middelste mast. Langzaam manoeuvreren we zo dat het schip exact door het hoogste punt passeert. We hebben een meter over.

Bij Hurtigruten museum in Stokmarknes ligt de Finnmarken, een in 1993 buiten gebruik gesteld cruiseschip. Het met Scandinavisch design uit de vorige eeuw ingerichte interieur is een ware tijdmachine.

Scandinavisch design uit de vorige eeuw

Scandinavisch design uit de vorige eeuw

Het Hurtigruten schip Finnmarken

Het Hurtigruten schip Finnmarken

Zeilen naar Spitsbergen: de oversteek

Kapitein Mario verschijnt in de lounge. Er komt slecht weer aan. De laatste langere termijnverwachting voorspelt een noorderstorm met windkracht negen over enkele dagen, wat niet handig is als je met een zeilboot noordwaarts gaat. Dus in plaats van de Vesterålen -de eilandengroep ten noorden van de Lofoten- aan te doen, zoals in het programma stond, vertrekken we die nacht nog naar Spitsbergen. En zo hijsen we tegen middernacht weer de zeilen om met de wind in de rug de oversteek te maken.

Op volle zee

Zellen worden met vereende krachten gehesen

Op volle zee onder zeil hangt het schip onder een hoek, rolt om die hoek heen en stampt in de andere dimensie door de golfslag. In mijn bovenste kooi rol ik een nacht heen en weer zonder te slapen. Af en toe komt het water gorgelend en bruisend langs de patrijspoort naar boven, die daarna even in het grijsblauwe water is ondergedompeld. Donker wordt het niet meer.

Gedurende de dag is het zaak jezelf voortdurend vast te houden. De leefruimte oversteken naar een bank is een uitdaging, je koffie daarbij niet te morsen een nog grotere. Maaltijden worden niet meer van het buffet opgeschept door de gasten, maar geserveerd door de crew. Een flink deel van de gasten ligt (zee-) ziek op bed of is geveld door de bijwerking van medicijnen tegen zeeziekte. Het dek oversteken om de juiste touwen te bereiken als er iets aan de zeilen moet worden bijgesteld, is een kwestie van het ritme van de golven aanvoelen en op het juiste moment starten. Ook al gaat dat nogal eens mis en houd ik er een flinke blauwe plek aan over.

Op volle zee

Naar volle zee

Wachtlopen

De gasten, die in een logboek omschreven blijken als trainees, mogen, behalve met van de tuigage, ook helpen met wachtlopen op de brug. Beurten van vier uur, rond de klok. Is de tuigage aan dek nog bijna gelijk aan die uit de zeventiende eeuw, de brug is duidelijk van nu. Ingebouwde radar- en navigatie apparatuur wordt ondersteund door losse pc’s, laptops en tablets met navigatie apps. Er is satelliet telefoon en internet. Andere schepen zijn een stip op het radarscherm of een krakend gesprek over de radio.

De stuurhut van de Antigua

In de stuurhut

Het is midden in de nacht op het dek terwijl het licht is. Rondom strekt zich de oceaan uit die dichtbij het schip hevig golft en rolt maar naarmate je blik meer naar de horizon trekt steeds rustiger en vlakker wordt door het veranderend perspectief. Terwijl ik me net afvraag of dat een mooie metafoor voor het leven is, komt stuurvrouw Britta vragen of er vrijwilligers zijn om de razeilen te brassen (draaien). Zwalkend bewegen we ons richting de touwen. Inmiddels ben ik erachter dat een temperatuur van zes graden onder nul bij een harde wind op een koude zee gevoelsmatig zeker een tiental graden lager ligt.

Bereneiland

‘De 9e juni vonden wij het eiland dat op de hoogte van 74 graden en 30 minuten ligt en naar onze schatting ongeveer 5 mijlen groot is. … De 12e juni ‘s morgens zagen wij een witte beer en we roeiden met onze sloepen naar hem toe met de bedoeling hem een strik van touw om zijn nek te werpen, maar toen we bij hem kwamen was hij zo woest dat we het niet waagden.’

Zo omschreef Willem Barentsz de ontdekking van een eiland. Daarna wordt het een lang gevecht waarbij de beer onkwetsbaar leek tot uiteindelijk zijn kop ‘met een bijl in stukken werd gehakt’. Waarna het eiland Bereneiland werd gedoopt.

Bereneiland, in het Noors Bjørnøya geheten, heeft de vorm van een driehoek waarbij de punt naar het zuiden wijst. Dit gedeelte is bergachtig met de 536 meter hoge Miseryfjellet als hoogste top. De kust is over het algemeen vrij steil met hoge kliffen. Op een paar plaatsen zijn zandstranden. In het zuiden zijn diverse grotten en onderaardse riviertjes.

Bereneiland in zicht

Bereneiland in zicht

In een regenachtige en mistige zee doemt het eiland op tegen het middaguur. De zee slaat hard tegen de rotsen, er is deining en het regent bij vlagen. En hoewel dit het onherbergzame karakter van Bereneiland benadrukt willen we toch eigenlijk wel aan land. Na een paar verkenningstochten door de bemanning wordt een plek gevonden waar we aan land kunnen en we maken ons klaar om in de Zodiacs te gaan.

Landing op Bereneiland

De eerste keer in een Zodiac stappen gaat voorzichtig, niet wetend hoe de rubberboot aanvoelt. Ze blijken uiterst rigide met hun massieve bodem en dikke harde drijflichamen. Het is even wennen aan de routine maar bezinkt. Laarzen aan, zwemvest om, uittekenen op de lijst, bij aankomst de zwemvesten in een ton doen en wachten tot de gidsen hebben vastgesteld dat er geen ijsbeer in de buurt aanwezig is. Want hoewel het zien van een ijsbeer een hoogtepunt is van menige Noordpoolreis is dit niet de manier om ze ontmoeten.

We landen in een baai genaamd Russehamna en lopen via een rivierbedding een stukje omhoog vanwaar we een mooi uitzicht hebben op de kustlijn. Het landschap, onze eerste kennismaking met de echte Arctische wereld, doet vooral desolaat aan. Maar gids Sara vraagt om op de stenen te blijven, want kort, groen met paarsachtig, mos steekt  op verschillende plekken hardnekkig de kop op. Mooi op de macrofoto. Het is een bijna onwerkelijk voelend bezoekje, maar je voetstappen hier als één van enkele tientallen bezoekers per jaar te mogen zetten voelt als een groot voorrecht.

Meer over ankeren en landen op Bereneiland, een bijdrage van de stuurman: Bereneiland onder zeil

Een desolaat landschap.

Een desolaat landschap.

Een bijna vijandig aandoend vergezicht.

Bloemenpracht op Bereneiland

Bloemenpracht op een paar vierkante centimeter. De bloempjes zijn slechts enkele centimeters groot

Naar Spitsbergen

Weer terug aan boord ronden we het eiland en na het diner worden de zeilen weer gezet voor de laatste etappe. Op een westelijke wind motorzeilen we door de verlichte nacht in de richting van Spitsbergen. Nog 160 mijl te gaan. Hoewel er beweging is lukt het toch redelijk te slapen, ook het nachtelijke deinen begint te wennen. De volgende ochtend is de wind toegenomen en wat naar het zuiden gedraaid, waardoor we meer op de zeilen kunnen varen.

zeilen naar Spitsbergen

Wachten op land

Maar nadat we in de verte besneeuwde toppen hebben gezien begint de wind te draaien naar het noordoosten, de voorspelde omslag waardoor we enkele dagen eerder de overtocht zijn begonnen. We zijn al in de bescherming van de Hornsund, maar als de windkracht toeneemt tot 7-8 daalt onze snelheid naar drie knopen. Sneeuw slaat over het dek en slechts af en toe zien we een een stuk land door de mist en de sneeuw. Het is elf uur in de avond als we de plek bereiken waar we voor anker zouden gaan. Maar die is niet bereikbaar doordat er te veel ijs ligt. Terwijl het nog steeds vrij woest is slaagt de bemanning er in om in 40 meter diep water te ankeren. En het lukt. We hebben Spitsbergen bereikt.

zeilen naar Spitsbergen

Spitsbergen komt uit de mist tevoorschijn

Ankerplaats met ijs en sneeuw

Ankerplaats met ijs en sneeuw

Meer over het schip de: Antigua.

Theo

Vragen? Suggesties? Of jouw reishonger delen?

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je mag alleen HTML tags en attributen gebruiken:

<a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>