Mauritius: een kosmopolitisch eiland

Mauritius, dat als een kiezelsteentje midden in de Indische Oceaan ligt op een paar duizend kilometer oostelijk van het Afrikaanse continent, beantwoordt aan het cliché van honeymoon. De kust, omringd door een schitterend rif, is niet voor niets het filmdecor van de film Serenity met Diane Lane in de hoofdrol. Reishonger onderzoekt wat er achter die wereld ligt.

Nou mari kontan zot la – wij zijn heel blij dat jullie hier zijn

Aan de ene kant van de weg staan velden met hoog suikerriet. Aan de andere kant een bordje KotMarieMichelle. We zijn in de Midlands, in het centrum van het eiland Mauritius. ‘Bonzour!’ Brigitte en haar nicht Marie Michelle (beide 60) komen hun bescheiden huis uit. Zij zijn de trotse entrepreneurs van een eettentje. In hun keuken kun je samen een Creoolse maaltijd maken. Op open vuur. ‘Weinig eilanders koken nog zo,’ zegt Marie Michelle nadat ze door een oude uitlaatpijp het vuur heeft aangeblazen. ‘Het is iets uit tan lontan (het verre verleden). Wij willen de geheimen en gebruiken uit het verleden behouden.’

Haar taal fascineert me. Ze ziet er Indisch uit, spreekt Engels met een Frans accent, is Creools en haar voorouders kwamen als slaven uit het Afrikaanse continent en als contractarbeiders uit India. Haar nicht spreekt Creools en Frans en haar meeste voorouders komen uit Madagascar. Waar kom je zo’n bijzondere mix van culturen tegen?

Huiskamerrestaurant van Brigitte en Marie Michelle. Rechts de suikerrietvelden, waar zij van jongs af aan hebben gewerkt

Huiskamerrestaurant van Brigitte en Marie Michelle tegenover de suikerrietvelden, waar zij van jongs af aan hebben gewerkt.

Brigitte heeft vanaf haar negende op suikerrietplantages gewerkt. Vanaf 5.00 uur ’s morgens tot 11.00 uur kapte ze met een machete het riet. Ook als je eenmaal getrouwd bent, zegt ze, moeten vrouwen wel blijven werken. ‘Iedere vrouw is een kleine ondernemer. Ze kookt. Babysit. Naait. Bakt cakejes of verkoopt eieren. We zitten in een vrouwengroep, waar we lenen en delen wat we hebben.’ Stralend vertelt ze dat ze zes jaar geleden op het idee kwamen om kooklessen aan huis te geven voor toeristen. Een gouden greep. Ze troont me mee en laat het huis zien: het is tot twee keer toe uitgebreid en er is zelfs een etage op gebouwd.

Tijd om aan tafel te gaan, met vrolijke Creoolse muziek (sega creol mauricien) op de achtergrond. De roti en een stoofpot van wild zwijn smaken net even anders dan je zou denken, maar voortreffelijk. Brigitte, trots: ‘We komen van hier en van elders. We zijn een hybride eiland. Door al onze verschillende achtergronden hebben we maar liefst 40 traditionele maaltijden. Achter ieder recept zit een verhaal van een andere cultuur.’ Tussen de regels door van de recepten leer je de culturen kennen. Veel chili en tomaten? Creools. Een stoofpot met hert? Op zijn Frans urenlang gestoofd, maar met veel rode chili en kaneel.

Voorspoed voor de oma's Brigitte en Marie Michelle na een leven lang ploeteren op de suikerrietvelden

Voorspoed voor de oma’s Brigitte en Marie Michelle na een leven lang ploeteren op de suikerrietvelden

We sluiten af met een rum-proeverij – we zijn tenslotte op het eiland van de suikerbaronnen. Mijn favoriet is de rum die gekruid is met rozemarijn, kaneel, chilipeper en curry bladeren. Brigitte: ‘Wij, eilanders, houden ervan om thuis te eten. Zelden gaan we naar een restaurant, zoals toeristen. Thuisgemaakt is het beste. En tijdens de maaltijd praten we over de ingrediënten of over de volgende maaltijd.’

Kriskras fietsend door de cultuur en de historie

Ik ben nieuwsgierig geworden naar de achtergrond van het multiculturele van het eiland. Om dat te ontdekken, is een fietstour ideaal. Met gids John Warren van Nou Zil (Ons Eiland). een dertiger, stappen we op een e-mountainbike. Hij gidst zo’n zeven tours, variërend van 26 tot 40 km.

Met het gemak van een e-bike dansen we over de goede, rustige wegen. Warren laat zijn Mauritius zien. Als we velden met suikerriet, dat net wordt geoogst, en waarvan suiker, rum en ethanol wordt gemaakt, achter ons hebben gelaten, stoppen we bij een prachtige baai. Nederlanders, zegt Warren, hebben suikerriet meegenomen. Bij deze baai kwamen ze in 1598 aan, nadat ze waren gevlucht voor een cycloon nabij Zuid-Afrika. Als eerbetoon aan prins Maurits (de toenmalige stadhouder Maurits graaf van Nassau) gaf de kapitein het toen onbewoonde eiland de naam Mauritius.

Nederlandse zeelieden waren bij aankomst op Mauritius in 1598 op de vlucht voor een cycloon

Nederlandse zeelieden waren bij aankomst op Mauritius in 1598 op de vlucht voor een cycloon

Behalve suikerriet brachten ze later ook herten mee. Hertenjacht is door de eeuwen heen een geliefde sport geworden. Omdat het eten van hertenvlees voor moslims tot en met christenen en joden oké is, is het het vlees van het eiland geworden.

Maar de Hollanders organiseerden óók de eerste slaventransporten. Iets wat later de Fransen en de Britten (met spotgoedkope contractarbeiders) hebben voortgezet. Terwijl we kriskras door het oude vissersdorp Mahébourg fietsen, vertelt hij dat hier ooit de grootste slavenmarkt was. Toen het eiland eindelijk in 1968 onafhankelijk werd namen ook de etnische rivaliteiten af. Vanaf dat moment noemde iedereen zich een Mauritiaan. Al die verschillende culturen brengen veel festiviteiten met zich mee, waar iedereen welkom is.

Al blijft er een kloof tussen arm en de zeer rijken. De suikerfabrieken met hun hoge torens, die overal te zien zijn, zijn in handen van zeer rijke families. Landbouw en visserij zijn de eerste bron van inkomsten, op de voet gevolgd door toerisme en bankieren.

Mauritianen die guave vruchten in het wild plukken om in de straat te verkopen

Mauritianen die guave vruchten in het wild plukken om op straat te verkopen

Warren wijst intussen op een oud wrak van een auto op een erf. ‘Dat is een gewoonte: zo laat je zien op welk niveau je ooit bent begonnen en hoe ver je het nu hebt geschopt.’ Dat zie je ook aan de huizen waar een etage is opgebouwd. ‘Ook een traditie: de zaken gaan beter, de kinderen gaan boven het huis van opa en oma wonen. Die voeden de kinderen op, terwijl de ouders werken. Opa en oma noem je gewoon papa en mama.’

Binnenland van Mauritius met de een na hoogste top Peter Both

Binnenland van Mauritius met de een na hoogste top Peter Both

We fietsen verder door het golvende landschap van suikerrietvelden en van immense mango- en palmbomen, met aan de horizon de grillige vulkanische bergen waarvan de hoogste top 828 meter is. De een na hoogste top is vernoemd naar de Nederlander Peter Both, een oude gouverneur-generaal die ook met zijn vloot op Mauritius is geweest, als stepping stone naar Indië. De top ziet eruit als de pompoen op een tovenaarsmuts. Zo zijn er meer sporen uit het Nederlandse verleden, zoals de naam van het dorp Surinam.

Suikerrietvelden op Mauritius

Suikerrietvelden (net geoogst) en nog te oogsten tegen de achtergrond van de bergen

Verkeersborden zijn in het Engels. Maar je ziet in het straatbeeld ook Frans, Creool, Chinees en Hindi. De goede wegen en al het groen doen denken aan Europa, de snoepjeskleurige tempels en de erven met bananenbomen en gebedsvlaggetjes aan de Hindoe-bevolking, maar heel weinig doet denken aan het Afrikaanse continent.

Ook al is Engels de officiële taal sinds de Britten het eiland regeerden, de taal van het hart is Frans en Creool. Op het Creool is Warren trots. Het weerspiegelt hun ziel. Uit een DNA-test bleek dat zijn voorouders uit Madagascar en India kwamen. Dat slavernijverleden mag niet vergeten worden. Trots laats hij oude bijna-verlaten beroepen zien, zoals de laatste botenbouwer en mandenmakers, die óók uit die tijd stammen,

De bevolking veroudert: veel jongeren trekken weg. Want behalve de vrijheid van de zee rondom, betekent een eiland óók opsluiting. Bijvoorbeeld in tradities. Warren heeft nooit overwogen te vertrekken: hij is gehecht aan de natuur en het cross culturele eten van het eiland.

Mauritius

Waar je ook fietst, je houdt het eilandgevoel. Want vanaf elk uitzichtpunt zie je hoe mooi het eiland is omkranst door een koraalrif. De hoge golven van de Indische Oceaan breken in een sneeuwwitte rand op het rif. En dat in het azuur, turquoise en hemelsblauw van de zee… Daarbovenuit torent het binnenland met al even vele tinten groen. Ik kan me goed voorstellen dat Warren hier nooit weggaat: Mauritius gaat terecht prat op Nou la mer, nou tresor. Onze zee, onze schat.

Mauritius gaat terecht prat op Nou la mer, nou tresor. Onze zee, onze schat.

Romantisch Mauritius

Mauritius is hét exotische eiland om te trouwen. Of om op babymoon te gaan. Dat is het cliché. Het is bekend om de pools en bath butlers en met palmen omzoomde hagelwitte en gouden stranden. Met hotels, ruim opgezet en met infinity pools en ruisende palmen en trendy spa’s. Hotels, gebouwd in Mauritiaanse architectuur: via een terras aan de zijkant ga je je woning binnen, waardoor je privacy hebt.

Strand

Maar er zijn ook publieke stranden, waar locals genoeglijk aan het picknicken zijn. Zoals het strand van Tamarin en het maar liefst 7 kilometer lange strand Flic en Flac. Dat vernoemd is naar het Nederlandse flip flop geluid van lopende strandgasten. Mathieu, gids bij het suppen, kiest het liefst bij het ochtendkrieken het ruime sop op zijn board. Na een kwartiertje heeft hij niet langer het rijk allen, maar zwemmen dolfijnen langs. Hij is terug als de eerste boten de zee op gaan om met hun gasten dolfijnen te spotten. Vanaf de boot spring je het water in en zie je met je snorkel diep beneden dolfijnen zwemmen. Neem dan wel een van de eerste boten, want -net als bij safari’s- komen al snel tientallen bootjes op een groep dolfijnen af.

Overigens begon het toerisme wel in de zee: namelijk vissen op marlijn. En nog steeds is The man and the sea een avontuurlijk verdrijf. In de jaren negentig kwam Mauritius in trek voor see, sand and sun en het shoppen van kasjmier sjalen. Tegenwoordig zet men vooral in op ecotoerisme.

Bijvoorbeeld bij Le Morne Brabant, een schiereiland dat zuid en west wordt omspoeld en prachtige stranden heeft. Ideaal voor kitesurfen en golf surfen. Nog bijzonderder is om met een gids te hiken naar de top van Le Morne. Wat betreft natuur de moeite waard, maar ook historisch: het schiereiland is eigendom van één rijke familie (net als diverse andere delen van het eiland) en was een toevluchtsoord voor gevluchte slaven, waar ze zich in grotten verstopten. Tot in 1835 de slavernij werd afgeschaft.

Kortom, op het eiland is voor ieder wat wils. Nergens is het te koud of te warm. De natuur -zee of binnenland- is uitbundig. Net als de veelzijdigheid van culturen. Van traditionele vissersdorpen als Grand Gaube, Poste de Flacq, Trou déau Douce en Mahébourg, waar het alledaagse leven zich afspeelt, tot een bezoek aan koloniale landhuizen van de oude suikerbarons; van privé-butlers in een privé villa tot en met eenvoudige accommodatie en eten bij de mensen thuis.

Daarmee denk ik terug aan de fusionkeuken van de twee oma’s in KotMarieMichelle. Ondanks de melting pot is Mauritius alleen al door haar keuken een open boek.

Theeplukster op Mauritius

Theeplukster

Hier kun je het wel en wee van generaties planters volgen. Ooit een paradijselijke omgeving te midden van de plantages waar de slaven werkten. In goede tijden waren er zo’n 300 suikerfabrieken.

Botanische tuin Pamplemousse met de giga Victoria Amazonica waterlelies

Botanische tuin Pamplemousse met de giga Victoria Amazonica waterlelies.

Meer informatie

Vliegen met Air Mauritius: tot eind oktober rechtstreekse vlucht. Daarna via Parijs. Zie AirMauritius.com

Toeristische informatie: Tourism Mauritius

Karin
reis mee met

Vragen? Suggesties? Of jouw reishonger delen?

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je mag alleen HTML tags en attributen gebruiken:

<a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>