Dromen van Kvitoya: het meest afgelegen eiland

Hoewel ik al jaren op Spitsbergen kom en al veel heb gezien en meegemaakt kom ik toch nog wel eens ergens waar ik nog niet eerder was. Ik heb een kleine bucket list van dingen en plekken die ik nog wil zien. Vaak zijn dat eilanden, Kvitoya bijvoorbeeld.

Tekst en foto’s: Maarten van der Duijn Schouten

In 2015 voer ik op een passagiersschip naar Franz-Josef-Land in het Russische arctisch gebied. Ook dat wilde ik al lang, maar liever landde ik nog aan op Kvitoya, een klein eilandje in het uiterste oosten van de Spitsbergen-groep, bijna geheel bedekt onder het ijs en vooral bekend omdat daar de resten van de ballon-expeditie van Andreé zijn gevonden in 1930.

De Andreé-expeditie

Het verhaal van Andreé en zijn twee expeditieleden fascineert me al sinds 2011, toen ik een klein boekje las over hun tocht met de ballon naar de Noordpool. Het boekje beschreef een mogelijk scenario, want veel is er niet bekend over het einde van expeditie. Uiteindelijk werden hun lichamen dus gevonden, op een winderige plek aan de westkant van het eiland, op een plek die niet door het ijs bedekt is.

Dáár wilde ik dus heen.

Ballon van Andree-expeditie op het zee-ijs

De expeditie van Andreé c.s. liep slecht af nadat de ballon leegliep

Gelegenheid, motief en alibi

In 2016 werd ik kapitein op het zeilschip Antigua, was er al in het vroege voorjaar erg weinig ijs rondom Spitsbergen en was Andreas als expeditieleider erop gebrand met de Antigua rondom de gehele eilandengroep te varen. Kortom: gelegenheid, motief en alibi om de Antigua met 32 betalende passagiers en 10 bemanningsleden naar Kvitoya te nemen, een plek waar ze nog niet eerder was geweest.

Hoewel het hoofddoel Kvitoya was, was ons tevoren duidelijk dat het ook niét zou kunnen lukken. Dat was het jaar ervoor zo geweest (vanwege ijs) en in eerdere jaren was de Antigua eigenlijk niet snel genoeg. Nu was ze verlengd, had een nieuwe motor en liep snel genoeg om het mogelijk te maken. Wel moest het ook in de planning passen: het weer moest geschikt zijn, overige landingen mochten er niet onder lijden en het moest nautisch ook verantwoord zijn. Mij was duidelijk dat het alleen kon lukken als we binnen 6 dagen na vertrek uit Longyearbyen bij Kvitoya zouden zijn en als de wind óf afwezig zou zijn óf eerst westelijk én daarna oostelijk zou waaien. Deze voorwaarden vormen een “smal raam van mogelijkheden”, waarin bovendien de verwachtingen van de klanten vervuld moesten worden.

Naar Nordaustlandet

Het lukte om de eerste dagen vlot een programma aan de west en noordkust af te werken en met prachtig arctisch zomerweer naar de Zeven Eilanden (Sjuoyane) boven Nordaustland te varen. Na een landing aan de noordkant van de Beverlysund, met resten van de zoektocht naar de overlevenden van de zeppelin van Nobile (1928), en een landing op Phippsoya (met walrussen) voeren we in de nacht een koers 110º richting Kvitoya, zo’n 100 zeemijl verderop. De schaarse data op de kaart leken aardig te kloppen met de gemeten dieptes op het lood, de wind was kalm maar wel uit de verkeerde richting en het zicht uitstekend. Gedurende de nacht passeerden we Foynoya, ook op mijn bucket list, het eiland waar de Nederlanden Sjef van Dongen in 1928 (tijdens diezelfde zoekactie naar Nobile) zelf vanaf gered moest worden. Een vlek in de oceaan. 

Antigua vaart langs Kvitoya

Kvitoya bestaat vooral uit ijs, vandaar ook de naam het Witte Eiland

IJs vooruit!

Tegen de ochtend werd duidelijk dat Kvitoya vandaag zeker op het programma komt te staan. Een vrij dichte nevel onttrok de ijskap aan het zicht maar radar bevestigde de aanwezigheid van land (en ijs) ten zuiden van ons. Als eerste wilde Andreas landen op de oostpunt, bij Kraemerpynten. Rond 9:00 gooiden we het anker uit, gevolgd door de boten. Hoewel er twee ijsberen lagen te slapen op de ijskap, op zo’n 2 kilometer afstand, vonden we het verantwoord aan te landen. In kleine groepjes gingen gidsen en gasten aan land, waarbij de boten standby bleven in het water om te kunnen evacueren.

Veel was er niet te zien: een kiezelstrand met strandwallen (uit verschillende geologische perioden), aangespoelde boomstammen en kleine brakke meertjes van ijs. Enkele zeer kleine plantjes waagden het de kopjes boven de kiezels uit te steken, maar verdere tekenen van leven bleven uit. Wel een teken van recent leven: stukken vel van een ijsbeer lagen naast de afdrukken van enkele gigantische poten in de sneeuw.

Antigua vaart langs Kvitoya

Kvitoya aan bakboord

Eerste landing

Euforisch ging ik na een kort bezoek terug aan boord: één landing gelukt, tegen de kansen in, iedereen aan land gebracht, iedereen veilig terug, ijsberen gezien en bovenal: aan land op het meest oostelijke stukje Noorwegen en Spitsbergen! Hier doe ik het allemaal voor! Hier heb ik voor geleerd, ervaring voor opgedaan, over nagedacht, van gedroomd.

Rondom de Zuid varen werd als vanzelf sterk afgeraden door de bestendige deining uit het zuidoosten. Geen omronding dus, maar terug om de Noord richting de westelijke punt, Andreeneset. Dáár werden in 1930 de resten van de expeditie gevonden, dáár staat een monument ter nagedachtenis, dáár is het schijnbaar vergeven van de ijsberen.

Bea Uusma

In haar boek The Expedition beschrijft Bea Uusma (een Zweedse arts die forensisch onderzoek doet uit fascinatie voor het verhaal van Andree, Strindberg en Frænkel) hoe ze na een bezoek aan Kvitoya het eiland ziet gloeien. Op de dag van ons bezoek is dit ook mogelijk: er hangt nevel, maar er is ook zon. Waar de twee elkaar treffen wordt het licht verstraald en lijkt het alsof je in de hemel bent, zo licht is het.

Enkele uren later komen we aan bij Andreeneset. Het zicht is wat beter geworden, zodat we ook de enige beer op het strand ontdekken: hij slaapt en is niet geïnteresseerd in boten met mensen. Wel houden we ‘m goed in de gaten. Zodra hij opstaat verlaten wij het strand. Dat gebeurt echter niet en een half uur later kan de eerste groep in twee boten aan land. Andreas en Birgit zijn al vooruit gegaan en hebben de omgeving aan land bekeken en veilig gesteld. We landen zoals ‘s ochtends ook al: in kleine groepen om de veiligheid te kunnen waarborgen en iedereen tegelijkertijd te kunnen evacueren.

Tweede landing

Het is vrij ruig weer, met aflandige wind: guur en daarmee goed voor te stellen hoe het moet zijn om na 2 maanden over zee-ijs te zijn gegaan aan te komen op deze plek en te weten dat je hier moet overwinteren: precies wat Andree, Strindberg en Frænkel meemaakten. Drie dagen na aankomst stopten de bijdragen in het dagboek, het was 8 oktober 1897. Bijna 33 jaar later vinden enkele matrozen de stoffelijke resten. Tot op heden is de doodsoorzaak niet vastgesteld, het waarschijnlijkst zijn uitputting, een aanval van een ijsbeer en zelfmoord met morfine.

Antigua voor anker bij Kvitoya

We gooien het anker uit en gaan aan land

Kort aan land

Ook ikzelf krijg kort de kans aan land te gaan, tien minuten slechts maar genoeg om even rond te lopen rond het monument, wat foto’s te nemen en kort stil te staan. Wij kunnen terug naar het warme schip, vol eten en zonder beren. Ik vraag me af of de drie de moed hadden opgegeven, in het dagboek is daarover niet veel te lezen. Dit is werkelijk een godvergeten oord. Aan de andere kant: Nansen en Johansen (Fram-expeditie) redden het ook, onder tent van boomstam en zelfs nog iets noordelijker, in 1895. Zij vonden wel meer beschutting tussen de bergen, waar Kvitoya werkelijk alleen uit ijs en wind lijkt te bestaan.

Maarten aan land op Kvitoya

Vijf jaar gedroomd van deze landing

Van tevoren was de inschatting dat landen niet zou lukken met passagiers. Te veel beren, te veel golven, te weinig zicht, slecht weer, überhaupt het eiland kunnen zien vanaf het water zou al het hoogst haalbare kunnen zijn. Ik denk dat we een gelukkige samenloop van omstandigheden hadden. Een bemanning die het mogelijk maakte door langer door te werken, geschikt weer, een goed plan en ervaren gidsen aan boord.

Walrussen in het water van Kvitoya

Walrussen trekken zich niks aan van ons

Kvitoya gloeit

Tegen de avond varen we weg. Er zwemmen walrussen in het water om ons heen, afkomstig van de kolonie net ten noorden van het monument. De zon staat in het noordwesten en beschijnt de koepel van nevel rond de ijskap. Als we achterom kijken lijkt het daadwerkelijk alsof het eiland gloeit.

Meer lezen van kapitein Maarten van der Duijn Schouten?

Martijn

Vragen? Suggesties? Of jouw reishonger delen?

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je mag alleen HTML tags en attributen gebruiken:

<a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>