Landen op het eiland
São Jorge is 53 kilometer breed en slechts 8 kilometer lang. Naast een grillige kustlijn heeft São Jorge ook nog een hoge bergketen die zich uitstrekt over de gehele breedte van het eiland. Hierdoor bevinden de meeste dorpjes, de hoofdstad Velas en ook het vliegveld zich op de meest vlakke stukken aan de onderkant van de bergketen. Voor het vliegveld levert dit nog al eens problemen op. Waait er namelijk een sterkte noordenwind, dan kan het vliegtuig door de van de bergketen af roetsjende wind moeilijk tot niet landen en worden vluchten al snel gecanceld. Zo wordt onze vlucht vanaf Terceira ook gecanceld en belanden we samen met de andere passagiers voor een nachtje in een hotel in Praia da Vitoria. De Azorianen lijken hier al niet meer van op te kijken. Na het draaien van de wind landen we de volgende middag veilig op het kleine vliegveld van São Jorge.
De tocht naar Fajã da Caldeira de Santo Cristo
Op het vliegveld vragen we een dame van de informatiedesk hoe we het beste bij de start van de wandelroute kunnen komen. Zij belt vervolgens een Engels sprekende taxichauffeur en 15 minuten later brengt taxichauffeur Antònio ons via een sightseeing route met veel informatie naar het windmolenpark van Serra do Topo op ongeveer 700 meter hoogte. Dit is waar de wandelroute begint.
Het weer wisselt al heel de dag van droog naar flinke regenbuien, maar omdat we hier op de Azoren rekening mee houden weerhoudt ons dat niet om de wandeltocht te beginnen. Gelukkig zijn we op alle weersomstandigheden van de Azoren voorbereid.
We trekken onze regenkleding aan en bedekken onze backpack. Dit is het belangrijkste wat droog moet blijven, want we wandelen deze route met ons hele hebben en houwen op onze rug.
De route begint met een daling van 600 meter. Als een pakezel beladen dalen we via de bergpas, langs met hortensia velden omringde muilezel paden en door een met wildernis overwoekerd dal.
Het uitzicht is prachtig, ondanks de wolkenvelden kunnen we het hele dal inkijken met in de verte de zee. Daar eindigt de daling. Het mooie van de Portugese wandelroutes die ik tot nu toe heb gelopen vind ik de behouden wildernis. Soms bagger je ergens en denk je: “gaan we nog goed?”. En net dan zie je het volgende teken en weet je dat je nog goed loopt.
We blijven doorwandelen tot we halverwege de daling zijn. Als we bij een bruggetje aankomen zien we dat er een waterstroom onderdoor loopt. “Hey, waar komt die stroom vandaan?”. Dit lijkt ons een prima plek om uit te rusten en de omgeving zonder bagage en schoenen te verkennen. Via de rotsen en langs boomwortels klauteren we stroomopwaarts en komen we niet veel later bij een waterval uit. Een heerlijk moment voor een douche!
Wildkamperen op São Jorge
De regen is inmiddels opgehouden en de wolken trekken langzaam over. De regenkleding wordt direct ingeruild voor de korte broek, want ondanks de buien blijft de temperatuur op de Azoren buiten het zomerseizoen erg aangenaam. We besluiten om niet verder te gaan want we hebben ook flinke trek gekregen, en zetten op een vlak stuk grond bij het bruggetje de tent op. Chris gooit zijn slaapmatje uit op een grote rots en geniet van het prachtige uitzicht en het inmiddels doorkomende laatste zonnestraaltje van de dag. Ik zie een zijweg die ik nog even wil verkennen en kom weer zo’n 100 meter hoger uit bij een tweede waterval. Dit was echter geen goed idee op mijn slippers, door de regen was natuurlijk alles slikkerig en ik glijd constant uit! Ik besluit niet verder te gaan en vervolg mijn weg terug. Onderweg sprokkel ik wat hout voor ons kampvuurtje.
De volgende ochtend worden we vroeg wakker en yes, het zonnetje schijnt! We pakken de spullen in, eten een broodje en gaan verder met de daling. Onderweg komen we een nog meer watervallen tegen omgeven met grote varens, wilde orchideeën en de endemische gemberplant met haar prachtige grote gele bloemen met rode stampers.
De daling eindigt bij fajã Caldeira do Santo Cristo, een smalle kustvlakte die er ook uit ziet als een uitloper van een vulkaan uitbarsting. Op de fajã staan enkele huizen, een kerk, een restaurant en er ligt een grote lagune, welke bekend staat vanwege de zeldzame tapijtschelp die in de lagune leeft. Ook staat deze fajã bekend om de golven, het is één van de beste surfspots van de Azoren. Chris bijt al op zijn tanden dat hij het water niet in kan, helaas hebben we geen surfboard bij.
Fajã de Cubres
Na wat uitgerust te hebben en het ontdekken van de omgeving beginnen we aan het laatste stuk van de route. Dit is de laatste 4 kilometer en het pad loopt via de kustlijn van fajã do Santo Cristo naar fajã de Cubres met een maximaal hoogteverschil van 150 meter stijgen en dalen. Onderweg passeren we nog het kleine en verlaten fajã do Belo en worden we gepasseerd door een aantal quads. Die gebruiken de lokale mensen hier om wat sneller bij de fajã’s te komen.
Wanneer de gravel van het pad weer overgaat in asfalt zijn we aan het einde van de route aangekomen op fajã de Cubres. Hier is een snackbar (als een oase, want we hebben zo een zin in koffie!) in een oud van natuursteen gebouwd vissershuisje met drie plastic tafeltjes voor de deur. De dame achter de bar belt voor ons de taxi en 45 minuten later komt Antònio ons weer ophalen. Via een wederom prachtige sightseeing route en een kaasfabriek (waar São Jorge bekend om staat) brengt hij ons naar een camping in Velas. Als afsluiter ruilen we het wandelen in voor snorkelen en duiken we met zonsondergang in het heldere water van de Atlantische oceaan.
- Zomer in Zeeland - 15 juni 2020
- Dwalen door historisch Middelburg - 15 juni 2020
- De Outback van Tenerife - 11 oktober 2019