Engelberg – de hemelse achtertuin van Luzern

Luzern wordt wel de toegangspoort tot centraal Zwitserland genoemd. Het is een aangename stad gelegen aan het gelijknamige meer met een prachtige achtertuin. Engelberg ligt namelijk vlakbij. Het knusse plaatsje is in de zomer het domein van hikers en bikers.

Normaal gesproken gaat Kathrina met een tweepersoonskajak het water op. Als het niet te druk is. De voorste zitplaats is voor haar harige viervoeter. Het beest geniet van ronddobberen op het meer van Luzern. Na een verfrissende duik krabbelt het dier zelf de kajak weer in. Nu heeft ze een blauw en een rood exemplaar meegenomen. Elk geschikt voor één persoon. De hond is thuis. Ik mag mee.

Dobberen op het meer

Het is windstil met een zonnetje dat aardig brandt zodra het ontsnapt aan de wolken. Bij het jachthaventje aan de Alpenquai gaan we te water voor een mooi vierkantje peddelen op het uitgestrekte meer. Opletten geblazen, het is druk. Speedbootjes, motorbootjes, zeilboten en rondvaartboten; allemaal varen ze kriskras door elkaar. Kajakken geeft het gevoel van onbegrensde vrijheid. En daarbij actief bezig zijn. Achter ons ligt het centrum van Luzern. Voor ons eindeloze bergen zoals Bürgenstock, Stanserhorn en Mount Rigi. Langs weerszijden van het meer staan fraaie onderkomens, vaak voorzien van een boothuis.

Bescheiden waterrimpels veranderen in golven naarmate we ons wagen aan de oversteek van het Meer van Luzern. Het is een soort van kruispunt, waar alle armen van het meer samenkomen. Een tolhuis op de oever herinnert aan oude tijden waarbij de toegang tot het meer werd gereguleerd. Met de blik richting Luzern varen we terug en passeren een kapelletje op een onbegaanbaar eilandje en een mini versie van de Cristo Redentor in Rio. De twee kerktorens van St. Leodegar zijn steeds duidelijker zichtbaar. Hoe wendbaar en groen we ook zijn, de oude stad in varen gaat helaas niet.




Bloemetjesbrug

Even onder de wereldberoemde Kapelbrug door peddelen zit er dus niet in. De beroemde houten brug met zijn puntdakje en bloembakken vol geel, wit en paarse eenjarige bloeiers, telkens in dezelfde volgorde, is fotogeniek. Menigeen steekt zijn telefoontje omhoog om de fraaie brug met kapel vast te leggen. Luzern heeft vele bruggen die de rivier Reuss overspannen. Het kinderkopjespad langs de rivier aan de zijde van de oude stad is omgetoverd tot een terras langs de waterkant. Kasteelmuren markeren de grenzen van de oude stad. Bij het water zijn de mensen. Luzern leeft met water. Ook al heeft de stad meerdere huisbergen, voor het echte outdoor leven rijdt menigeen een half uurtje of pakken ze de trein die er drie kwartier over doet.


Mountainbikes en wandelstokken

Dan sta je in Engelberg, een afwisselend kloosterdorp met unieke vakantievoorzieningen en veelzijdige activiteiten. Ik ben omringd door bergtoppen. Ruim vierduizend inwoners telt het dorp. In de winter verdrievoudigt dit aantal. Engelberg is populair onder doorgewinterde wintersporters. Daar waar de piste ophoudt begint het avontuur dat freeride heet. De eerste sneeuwvlokjes dwarrelen vanaf eind september naar beneden. Dan begint het te kriebelen, maar is het nog even wachten voordat het lange winterseizoen echt begint. De zomers zijn kort, maar worden steeds meer omarmd in Engelberg. Nu zijn het de mountainbikes en wandelstokken die in de etalages staan.





De machtige Titlis

Bij de poortjes staan de portretten van Weysi en Peter op een schildersezel. Deze twee mannen faciliteren vandaag de reis naar boven, naar de top van Titlis. Deze alpenreus is een beetje verstopt en vanuit het dorp verre van imposant. De zwarte gondels schieten redelijk steil omhoog voor het eerste deel van het traject met een mooi uitzicht op Engelberg. Iedere gondel heeft een vlag op de zijkant, ter symbolisering van de herkomst van de bezoekers. Ook onze driekleur zie ik langszij schieten. De besneeuwde bergtop wordt langzaam zichtbaar.

Bij het middenstation stap ik over in de Titlis Rotair voor de laatste vijf minuten van de reis naar een hoogte van 3.020 meter. De bodem van de gondel roteert waardoor ik zonder me te verplaatsen wordt getrakteerd op een panoramisch uitzicht op het dal. De Rotair op de Titlis was de eerste in zijn soort. Inmiddels zijn er wereldwijd een handjevol skigebieden voorzien van een draaiende gondel. Ietwat plakkerig, maar sneeuw in de nazomer blijft leuk. De temperatuur is met een graadje of tien en een zonnetje best aangenaam.



Wiebelen en slapen op grote hoogte

Met een angstige blik tippelt een vrouw van middelbare leeftijd over de Titlis Cliff Walk. Deze 108 meter lange hangbrug bevindt zich op 3.042 meter hoogte. Zichtbaar opgelucht stapt ze van de bungelende brug af. Omringd door talrijke besneeuwde bergtoppen en met een grote diepte onder de voeten is het een spectaculaire wandeling. De beweging van de brug geeft nog een extra dimensie aan de ervaring. Ter geruststelling; bij windkracht 7 of hoger wordt de brug afgesloten. Aan de andere kant van de brug ligt de ingang van de Glacier Cave. Dit is de eeuwig bevroren wereld in het hart van Titlis. Terwijl het buiten een nog best aangenaam is.

Dagelijks vertrekt om vijf uur in de middag de laatste gondel naar het dal en keert de rust op de berg weer terug. Geheel verlaten is het na vijven in de zomerperiode niet altijd. Het is mogelijk de Titlis bijna voor jezelf te hebben door een nachtje in de Spacecamp te boeken. Dit is een capsule van een paar vierkante meter met een bed, douche, toilet en een keukentje. Alhoewel je die laatste niet nodig hebt; maaltijden zijn inclusief de capsuleprijs van rond de 650 euro. Dichterbij de sterren kom je niet.

Titlis Cliff Walk

Stukje vliegen

Pauline helpt me met het harnas. De geboren Zweedse is gek op de bergen en geniet dagelijks van haar werkomgeving. Zeker nu de hemel helderblauw is, met wat wolkjes en een heerlijk zonnetje. Ik kijk voor me en kan haar geen ongelijk geven. Het water van de Trübsee bij het middenstation kleurt exotisch turquoise in de zon en gaat op in het berglandschap. Ze geeft me een zetje en in vliegende vaart maak ik een paar minuten onderdeel uit van dit prachtige plaatje. Vier roeibootjes liggen klaar voor een tochtje over het idyllische bergmeer. De wandeling rondom de Trübsee neemt ongeveer veertig minuten in beslag. Te voet bergafwaarts naar Engelberg is vanaf hier ook een optie. Ik laat de wandeltocht van anderhalf uur aan me voorbijgaan. Er komen nog genoeg wandel kilometers aan.



Boerenliften

’s Zomers scharrelt het vee in de bergen. De grote bellen die koeien om hun nek hebben hangen is niet alleen leuk voor de foto’s, maar heeft een praktisch nut. Zo weet de boer waar zijn koeien zich bevinden. De boerderijen bevinden zich vaak in het dal. Met een tractor de berg op kost tijd en lukt niet altijd. De Buiräbähnli biedt uitkomst. Dit zijn de kabelbanen van de boeren. Geen flitsende gondels, maar kleine bungelende cabines die inmiddels de status van cultureel erfgoed hebben. Deze kabelbanen vormen samen een netwerk van verbindingen die naar de wat meer onherbergzame plekjes leiden. Een stuk of twintig kabelbanen zijn opengesteld voor hikers met een Buiräbähnli pass. Daar is een wandeling aan vastgeknoopt van in totaal 46 kilometer, 8 kabelbanen en 3.700 hoogtemeters, onderverdeeld in drie etappes.

Slagboom voor de kabelbaan

Twee keer per uur rijdt er een trein tussen Luzern en Engelberg. Ik pak de trein richting Luzern en stap na tien minuten uit bij Grafenort. Vanaf daar is het een half uurtje hiken naar het Buiräbähnli station van Mettlen. In een halfopen boerenschuur hangt mijn lift voor vandaag al klaar. Een kleine houten trap verschaft toegang tot de vierpersoonscabine. Ik ben niet enige passagier voor de klim naar Bergstation Eggen op 1.418 meter hoogte. Het telefoontje naar de boer die op afstand de lift bedient blijkt al gepleegd door een klusjesman die een zware gereedschapskist achterop de cabine zet. Een stel dat een dagje gaat hiken zorgt voor een volle bak. Gelukkig is het vrijwel windstil en valt het ritje omhoog, ondanks de stevige hoogtemeters, best mee. Net voor het tussenstation hangen we bijna op de grond en gaat een slagboompje naar beneden op de lege weg naast ons.

Voor het tweede deel van de rit stempelt een bejaarde dame in een roze bloemetjesjurk mijn strippenkaart terwijl we overstappen. Ik raak wat vertrouwd met de kleine cabine en merk dat het reizen met de Buiräbähnli een prima manier is om op wat meer onbekende plekjes te komen. Bij het Bergstation Eggen begint mijn hike terug naar Engelberg. Drie uur en vijftien minuten geeft het gele bordje aan, de Zingelwanderung. Het is meteen stevig klimmen en flink dalen. Het geklingel van de koeienbellen is het enige geluid om me heen. Het hikende stel is de andere kant opgelopen en de klusjesman is verdwenen in het kleine huisje bij het station. Alleen op de wereld in deze prachtige omgeving.


Hiken en steppen

Een weerkaatsende Titles in een lieflijk bergmeertje. Mijn eerste stop, de Lutersee, werd alom aangeprezen op de routeborden. Meer dan een veredelde poel met bruin water is het niet. De reflectie van een dreigende wolkenpartij geeft het plasje water nog enige glans. Gauw door naar Zingel. Na nog een uurtje hiken zonder een mens tegen te komen ontvouwt zich een prachtig uitzicht op Engelberg. Het lijkt zo dichtbij maar is nog zo ver weg. Door bossen, over smalle padjes, langs watervalletjes en tussen de rotsen door vervolg ik mijn weg.

De laatste kilometers gaan over het asfalt en langs meerdere boerderijtjes. Daar kom ik voor het eerst medehikers tegen. Net voor de Untertrübsee tik ik de zestien kilometer aan en kom op een kruispunt van mogelijkheden voor het laatste traject bergafwaarts naar Engelberg. Verreweg de meest avontuurlijke keuze is om op een step met knijpremmen een berg af te racen. Bij restaurant Untertrübsee staat een aanhanger vol steps. Voor de vorm een helmpje erbij en gaan. Ik zoef de berg af en tien minuten later sta ik voldaan aan de voet van de Titlis.






Route voor kaaskoppen

Een andere populaire hike is de Alpine cheese trail. Deze meerdaagse wandeltocht langs acht kaasboerderijen in Engelberg en omgeving is met 45 kilometer smaakvol, maar pittig. Delen van de route lenen zich ook prima om per mountainbike af te leggen. Zo kan je in een halve dag een indruk krijgen van de kaasboerderijen, het landschap en sportief zijn. De Blackenalp trail is een daar een mooie route voor.

Op de heenweg is het klimmen geblazen over een slingerende grindweg waar koeien natuurlijke obstakels vormen. De beesten staan doodgemoederd midden op de weg en verzetten geen poot. Alhoewel de route onderdeel is van de Engelberg vallei klimmen we tot een hoogte van 1.800 meter. Tot aan de Blackenalp, een veelzijdige ‘mountain inn’ waar ze kaas maken, drankjes serveren en een paar kamers voor logés hebben. Voor de mountainbike is dit het eind van de vallei. Even genieten van de prachtige omgeving en vanaf het terras andere bikers omhoog zien ploeteren. Onder het genot van fijne kaas. Op de terugweg steken we halverwege een bruggetje over en belanden op een trail dwars door een bosstrook. Net even iets technischer dan de grindwegen. Al snel naderen we de bescheiden bebouwing van Engelberg weer.






Prachtige achtertuin

De zo typische Zwitserse landschappen trekken aan me voorbij. Bergen, groene weiden en een blauwe hemel met schapenwolkjes. De ruiten van de trein beginnen laag en strekken tot aan het dak. Treinreizen is een feestje in Zwitserland. Net als Engelberg in de zomer. Ik laat die prachtige achtertuin van Luzern achter en begeef me terug naar de stad.

 

Jos
Laatste berichten van Jos (alles zien)

Vragen? Suggesties? Of jouw reishonger delen?

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je mag alleen HTML tags en attributen gebruiken:

<a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>