Bij een roadtrip zijn landschappen essentieel, iets waar Nederlandse snelwegen, omgeven door gesloten dozen, over het algemeen niet erg geschikt voor zijn. In Catalonië wordt dat naarmate je verder van Barcelona komt anders. Fabrieken en werkplaatsen ogen met enige regelmaat als industrieel erfgoed, in plaats van de raamloze bouwsels die bij ons steeds meer oprukken. Weg van de snelweg gaan bedrijvigheid, wonen en publieke functies nog meer in elkaar over.
Bedrijven onder dakpannen in schakeringen van bruin en geel, die perfect matchen met de daken van nabijgelegen dorpen van lage en middelhoge ruwstenen huizen rond een kerk met een spits. Eenzame huizen op heuvelruggen, korte ronde bakstenen torens en kastelen op de toppen van heivels. Een landschap waarin de menselijke aanwezigheid zich verbrokkeld heeft. De regio Catalonië heeft wat nodig is voor een roadtrip.
La Seu d’Urgell
De eerste stop is La Seu d’Urgell, een voormalige bisschopsstad, waaraan het nog zijn indrukwekkende katedraal te danken heeft. Het is al donker en het regent, wat de middeleeuwse straatjes een mooi patina geeft.
Behalve om zijn kathedraal en de omgeving is het stadje ook bekend om zijn kaas. Dus een bezoek aan een ambachtelijke kaasmakerij is op zijn plaats. L’Abadessa is het merk van de kazen die met grote zorg gemaakt worden door Judit Carreira, op basis van de beste kwaliteit melk die ze kan vinden. We bezoeken de middeleeuwse kelder, waar de verschillende soorten kaas, gemaakt van koe- en geitenmelk rijpen. Sommige kazen zijn seizoensgebonden, andere het hele jaar verkrijgbaar en allemaal hebben ze een eigen rijpingstijd.
En daarna is het natuurlijk tijd om te proeven. De meest uitzonderlijke kazen zijn de AVI, een gekookte pastakaas gemaakt van rauwe biologische koemelk van het Bruna-ras en minimaal zes maanden gerijpt, de Cabresa een rauwe geitenmelkkaas waarvan de korst is weggespoeld met ambachtelijk bier en de Tupi. Die laatste is een kaas met dubbele gisting typisch voor de Pyreneeën. Gemaakt van oude kazen en brandewijn, wat hem buitengewoon pittig en sterk van smaak maakt.
Het Cadí-Moixeró natuurpark
De volgende ochtend gaan we op weg naar het Cadí-Moixeró natuurpark, een beschermd natuurgebied dat in tegenstelling tot een nationaal park geen eigendom van de overheid is. Het grootste deel is in particuliere handen en het park omvat landbouw, en bewoond gebied. We rijden door een landschap dat zich panorama na panorama ontvouwt tot we na een vrij steile klim in het fraaie dorpje Tuixent aankomen.
Tuixent heeft een klein museum gewijd aan de ‘trementinaires’, vrouwen die vanuit de gesloten vallei rond Tuixent te voet en beladen met oliën, kruiden en zalfjes door heel Catelonië trokken om hun waar te verkopen. En er zijn meer verhalen geworteld in de streek. Zo woonden rond 1200 in het zuiden van Frankrijk de Katharen, een beweging van mensen die zich tegen de macht en rijkdom van de Katholieke kerk afzetten. Ze wilden terug naar een zuiverder en simpeler religieuze levenswijze. Maar bijna vanzelfsprekend zag de kerk dit als een bedreiging. Een bloederige kruistocht werd gestart waarbij de Katharen werden uitgemoord. Een kleine groep vluchtte echter de Pyreneeën over naar Catalonië. Hun pad is nu een wandelroute, Katharen-wandelroute over de ‘Chemin des Bonshommes’ (GR107).
Onze route voert naar een ander verhaal. Vanaf een open plek even van Tuixent met een wijds uitzicht voert een korte wandeling door een dicht begroeid bos ons naar Gosol.
De plaats Gosol ontleend zijn faam aan het verblijf van Picasso in 1906. Vastgelopen en zonder inspiratie reisde hij op aanraden van een vriend met zijn muze Fernande Olivier naar dit dorp in Catalonië. Dat was in die tijd een hele onderneming waarbij het laatste deel werd afgelegd met muilezels over verradelijke bergpaadjes. Picasso verbleef er tien weken en hij raakte geïnspireerd door de kleuren van het dorp, de romaanse houten madonna uit de lokale kerk en de mensen die hij ontmoette. Het luidde een nieuwe fase van zijn kunstenaarschap in.
De kolenmijnen van Catalonië
Halverwege de 19e eeuw was de industriële revolutie volop in gang in Catalonië. Textiel en wol waren belangrijke industrieën. Dat heeft in Catalonie tot veel industrieel erfgoed geleid. Met name de industriële kolonie, fabrieken met daaromheen huizen en voorzieningen voor de arbeiders zijn typerend voor de streek. Maar ook mijnbouw hoorde erbij. Kolenmijnen waar de brandstof voor de fabrieken werd gedolven. Zoals in de mijn in Cercs nabij de Llobregat rivier.
Op de begane grond van een flatgebouw waarin destijds de mijnwerkers gehuisvest waren is een museum ingericht. We bekijken een film die het verhaal van de mijn vertelt. Hierna geven een aantal aaneengesloten zalen een indruk van de werktuigen en machines die werden gebruikt in de mijn, en van de mensen die er werkten. Het was een hard en meestal kort leven, zeker in de begindagen toen er geen ventilatie was en alles met de hand gedaan werd. De meeste mijnwerkers waren boeren, die het werk in de mijn, vaak ‘s nachts, erbij deden. Zonder speciale kleding, helmen, handschoenen en goed schoeisel. In het donker bij een kaarsvlam.
Naast het museum is een ingerichte flat die illustreert hoe de medewerkers en hun gezinnen gehuisvest werden. Hoewel klein, een keuken annex leefruimte een toilet en een paar slaapkamers die soms gedeeld werden, geen slechte woonruimte voor die tijd.
Hoogtepunt is een tocht in de mijn, dat begint met een ritje in een treintje dat met veel lawaai bijna stapvoets de mijn in voert. De tunnel is als een tijdreis. Wanneer je aan het eind uitstapt is dat bij een tableau dat het werk in de begindagen van de mijn voorstelt. Ook de constructie van de tunnel is uit dezelfde tijd, gestut met hout. Teruglopend naar de ingang zijn er vergelijkbare tableaus met steeds modernere methoden.
Een mooi museum met wortels in de streek en de geschiedenis.
De vulkanen van La Garrotxa
La Garrotxa is het tweede natuurpark in Catalonië. Via een toeristencentrum, wat weilanden waar bonen en groenten geteeld worden en een stukje bos komen we bij een open vlakte. Hier ontvouwt zich een panorama van min of meer conische heuvels: de vulkanen van La Garrotxa.
De oudste is 700.000 jaar oud en de jongste 10.000 jaar. Gids Beth toont een kaart van het gebied en legt met behulp van een viltstift en een schrijfbord uit hoe het panorama tot stand is gekomen. Bij een traditionele vulkaan bevindt zich een grote magma kamer precies onder de vulkaan. De vulkaan kan dan ook meerder malen tot uitbarsting komen. Bij de vulkanen in dit gebied is er sprake van een dunne aardkorst over een grote oppervlakte. Hier is iedere vulkaan één uitbarstingsperiode. De gloeiende magma komt door seismische invloed naar de oppervlakte. Doordat dit dwars door een laag grondwater gaat ontstaat in een explosie een stoomwolk met as. Daarna volgen kleinere brokken die zich over het gebied verspreiden. De omgeving van de vulkaan is dan ook bedekt met fijn steenpuin, waarin iedere regendruppel verdwijnt.
De vulkanen waren in de loop der eeuwen geheel begroeid geraakt met bomen. Maar een aantal ervan werden nog vrij recent gebruikt door steenhouwerijen. Het resultaat is stukje doorsnede van een vulkaan.
40 vulkanen 20 lavastromen
We vervolgen onze weg naar de andere kant van de halvemaanvormige vulkaan, waar ooit de druk leidde tot het instorten van een deel van de conus. Hierna baande een lavastroom zich een weg over het land, alles op zijn pad vernietigend. Doordat de grond moerassig werd ontstonden er heuvels van stoom onder druk en lava. Na afkoelen viel de lava uiteen in brokken, aldus gids Beth, die het op haar schrijfbord illustreert.
En in de loop der tijden ontstond een sprookjesbos. Zaden van allerlei bomen ontkiemden door regelval en voedden zich met het weinige dat de bodem te bieden had. Maar hun wortels konden niet diep genoeg in de bodem van opgestapelde rotsblokken doordringen. Behalve die van de beuk die zich ook bovengronds ontwikkelen, wat zowel voor stevigheid als voor verbeterde wateropname zorgt. Deze bomensoort kreeg het monopolie. Zoals het een sprookjesbos betaamt is de bodem veerkrachtig en doorsneden met grillige boomwortels en is de hemel op veel plaatsen slechts zichtbaar door het bladerdak. We lopen over paden bestaand uit boomwortels en de weggerotte bladeren. Het is een bos dat zichzelf voedt, een kringloop. Niet iedereen bezoekt naast de door mijnbouw opengelegde vulkaan ook de lavavlakte met het beukenbos want het is pittig lopen over de wortels en rotsen. Heb je tijd dan is het zeker een aanrader.
Catalonië en de Grand Tour praktisch
De ‘Grand Tour de Catalunya’ is een route bedoeld om Catalonië per auto te ontdekken. Het wordt omschreven als een reis vol reizen en omvat vijf secties met een thema, bestaand uit vijf tot zeven etappes. De hele tour, beginnend en eindigend in Barcelona is afgestemd op dertien dagen, maar je kunt natuurlijk delen en activiteiten overslaan of inkorten. Het streven is de tour zo duurzaam mogelijk te maken. Meer info over de Grand Tour: www.grandtour.catalunya.com/en/ en over Catelonië in het algemeen: www.catalunya.com/
Vliegen kun je natuurlijk op Barcelona, een populaire en voordelige bestemming. Met de Thalys kun je via één overstap in Parijs naar Barcelona reizen. De reis duurt dan 11 uur.
- Beieren anders: Augsburg en Regensburg - 11 januari 2024
- Pyrénées-Orientales: Mountainbiken in de Albères - 5 oktober 2023
- De Carian Way: erfgoed in Turkije - 23 augustus 2023