Reisroute Guadeloupe: winterzon en eilandhoppen in de Cariben

‘Gua-de-watte?’ Ik neem het je niet kwalijk als je dit zou denken, want Guadeloupe is bij Nederlanders nog vrij onbekend. Zelf kon ik het eerlijk gezegd ook niet direct aanwijzen op de wereldkaart. Tot ik me wat meer ging verdiepen. Toen kwam ik erachter dat het op deze eilandenarchipel in de Cariben prima toeven is, vooral in de winter. Het resultaat: een week eilandhoppen in dit verborgen stuk Frankrijk in de tropen. Lees verder voor mijn reisroute en tips voor Guadeloupe.

Reisroute Guadeloupe dag 1: aankomst in de Cariben

Hoe je er ook heen gaat, de eerste dag van je Guadeloupe vakantie ben je kwijt aan reizen. Vanaf de luchthaven van Brussels Charleroi vliegt Air Belgium naar Pointe-à-Pitre op Guadeloupe. Vanaf Parijs Orly kun je ook een vlucht nemen met de prijsvechter Level, maar dan moet je natuurlijk wel eerst in Parijs zien te komen. Grote kans dat je ’s avonds op Guadeloupe landt. Op de luchthaven van Pointe-à-Pitre haal je de huurauto op, want op Guadeloupe is eigen vervoer een must. Kies voor een accommodatie in de buurt van Pointe-à-Pitre, dan kun je na een licht diner snel genieten van een goede nachtrust.

Reisroute Guadeloupe: een week eilandhoppen in de Cariben

Dag 2: ter land, ter zee en in de lucht op Grande-Terre

Guadeloupe heeft de bijnaam ‘vlindereiland’, omdat de twee grootste eilanden vanuit de lucht gezien net een vlinder lijken. De ‘rechtervleugel’ is Grande-Terre. Dit eiland heeft de meeste inwoners, het droogste klimaat en de mooiste stranden.

We starten met een flinke adrenalinestoot: paragliden bij Le Moule. Goed tegen de jetlag, zullen we maar zeggen. En wow, wat is het gaaf om zo door de lucht te zweven! Het uitzicht op zee, de kliffen en het bos maakt het helemaal af. Ik had uit voorzorg licht ontbeten, dus de lunch bij een restaurant aan het strand gaat er vervolgens goed in.

In de namiddag rijden we naar Vieux-Bourg, om te kajakken. We peddelen door een baai en de mangrove. Het is leuk (maar soms ook een lichtelijke uitdaging) om de kajak door de smalle openingen in de mangrove te sturen. Terwijl de gids een drankje uitdeelt, gaat de zon langzaam onder. Als het eenmaal donker is, maken we een bijzonder natuurfenomeen mee. Ik zal niet verklappen wát (er is namelijk geen 100% garantie dat je het ziet), maar kan wel zeggen dat het erg mooi is!

Paragliden op Guadeloupe

Reisroute Guadeloupe dag 3: cultuur op Grande-Terre

Guadeloupe heeft veel mooie stranden. Ik breng de ochtend door bij Plage du Bois Jolan, een heerlijk rustig plekje. Voor de lunch schuif ik aan bij restaurant G1ID in het plaatsje Poirier de Gissac. De naam spreek je uit als ‘J’ai une idée’, letterlijk ‘ik heb een idee’. Eigenaresse Giselle is een van de meest gastvrije personen die ik ooit ontmoet heb. Met een grote glimlach serveert ze accras (balletjes kabeljouw), bokits (gevulde broodjes) en pizza.

’s Middags bezoeken we Cimetière de Morne-A-l’Eau. Deze begraafplaats in het gelijknamige plaatsje is heel bijzonder. Het is gebouwd tegen een heuvel in de vorm van een amfitheater. De graven, die boven de grond liggen, zijn allemaal betegeld. Veelal met hergebruikte badkamertegels, wat op zich natuurlijk al opvallend is. De meeste tegels zijn zwart of wit, wat doet denken aan het patroon van een dambord. Eens per jaar komt iedereen hier samen, om kaarsen aan te steken en de graven te verzorgen.

’s Avonds struinen we over de vrijdagavondmarkt van Le Gosier; leuk om even een kijkje te nemen. Je vindt er vooral kruiden, sieraden, lokaal gestookte rum en véél street food. De keuken op Guadeloupe is een mix van Franse en Creoolse invloeden.

Reisroute Guadeloupe: bezoek de begraafplaats Morne-a-l'eau

Reisroute Guadeloupe dag 4: paradijseiland Petite Terre

Vanuit de haven van Saint François vertrekt onze catamaran naar het onbewoonde eiland Petite Terre. Het is een beschermd natuurgebied, maar je mag er wel voet aan land zetten. In een klein uurtje wandel ik op en neer naar de verlaten vuurtoren en de kliffen. Niet dat het nou zo ver lopen is, maar om de paar meter kom ik een prachtige leguaan tegen. Het eiland heeft er zo’n 10.000 in totaal. Ze liggen te zonnen op een struik of op hun gemak blaadjes te kauwen in een boom. Vergeet je camera dus niet, want ze zijn bijzonder fotogeniek!

Na de barbecue op het strand is het tijd om het water in te gaan. Je kunt hier direct vanaf het strand snorkelen, al zijn bepaalde gebieden wel afgezet om het onderwaterleven te beschermen. In korte tijd zie ik citroenhaaien, barracuda’s, zeeschildpadden en triangelvissen. De boottocht terug naar Grande-Terre is gelukkig een stuk rustiger dan de heenweg, toen de zee nogal ruw was. Wat een mooie dag!

Reisroute Guadeloupe: bezoek het eiland Petite Terre

Dag 5: Marie-Galante, Guadeloupe in het klein

De dag start opnieuw met een boottocht. Dit keer nemen we de grote veerboot naar het eiland Marie-Galante. Men zegt dat dit eiland net zoals Guadeloupe is, maar dan 50 jaar terug in de tijd. Een andere bijnaam is ‘het eiland van de 100 molens’. Na een uurtje op zee zijn we in de haven. Tijd om een huurauto op te halen, want die heb je ook op dit eiland absoluut nodig.

De eerste stop is l’habitation Murat, een voormalige suikerrietplantage. Daar had Marie-Galante er vroeger veel van, vandaar ook al die molens. De overblijfselen van de plantage kun je gratis bezoeken, al zijn de informatieborden vooral in het Frans. Vervolgens gaan we rum proeven bij distilleerderij Bielle. De uitleg is nogal technisch, maar aangezien de rum volgens de inwoners van Marie-Galante de beste ter wereld is, moet ik dat natuurlijk even proeven. De rum van het huis bevat 59 procent alcohol.

Een pittoresk plekje om te lunchen, is restaurant l’Eden Voile in het plaatsje Saint-Louis. Het leukste van dit restaurant staat niet op de menukaart, want dat is het uitzicht over zee. Het allermooiste stukje van Marie-Galante vind ik echter de rotsformatie Gueule Grand Gouffre, in het noorden van het eiland. Dit betekent ‘mond van de reus’. Het is een rotsboog met een gat erin, waardoorheen je zo de zee in kijkt.

Rondreis Guadeloupe: het eiland Marie-Galante

Dag 6: hiken naar het hoogste punt van Guadeloupe

Na het verkennen van de ‘linkervleugel’ van Guadeloupe én twee losse eilanden, is de ‘rechtervleugel’ Basse-Terre aan de beurt. Het letterlijke hoogtepunt van dit groene en bergachtige eiland is de vulkaan La Souffrière op 1467 meter.

De hike naar de top (en weer terug) duurt zo’n 5 uur. Qua steilheid valt het pad me reuze mee. De stijging gaat geleidelijk en met behoorlijk wat geklauter over rotsen, wat ik wel leuk vind om te doen. Het weer wordt dichter bij de top echter steeds slechter. Het regent hier zo’n 300 dagen per jaar, dus is het weinig verrassend dat we getrakteerd worden op een (flinke!) bui. In combinatie met de harde wind ben ik blij dat ik me in laagjes heb gekleed, al houdt zelfs mijn regenjas me niet helemaal droog.

Bijzonder aan de wandeling naar La Souffrière is dat je dicht bij de vulkaankrater kunt komen. Deze ademt nog altijd zware zwaveldampen uit. Daarom mag je hier alleen komen als je een gasmasker én een gids bij je hebt. Dit voegt een bijzondere dimensie aan de hike toe! Zelfs nadat ik allang weer gedoucht heb en omgekleed ben, ruik ik de zwavelgeur nog op mijn huid en in mijn haar.

Rondreis Guadeloupe: beklim de vulkaan La Souffriere

Reisroute Guadeloupe dag 7: de mooiste natuur van Basse-Terre

Met enigszins stijve bovenbenen van gisteren, begin ik aan de hike naar de watervallen van Carbet. Ook deze liggen op het eiland Basse-Terre. De waterval zelf is niet eens zo bijzonder, maar wat is het tropische regenwoud eromheen indrukwekkend! Bij het lopen over de stenen paadjes en houten vlonders zie ik niets dan groen om me heen. Vooral de enorme tropische bladeren zijn prachtig om te zien. Dit moet wel een van de mooiste stukjes van Basse-Terre zijn.

Guadeloupe heeft van oudsher veel landbouw. Voornamelijk suikerrietplantages, maar de eilandenarchipel verbouwt ook bananen, koffie en cacao. Bij Maison du Cacao leer je hoe er van de cacaovrucht chocolade wordt gemaakt. Uiteraard moet er ook geproefd worden; van cacaofruit (bitter!) en cacaobonen tot pure chocolademelk (lekker!).

Bij Plage de Malendure, een zwart zandstrand, lunchen we bij restaurant La Touna. Een aanrader! Vanaf hetzelfde strand vertrekt vervolgens een snorkeltour naar natuurreservaat Réserve Cousteau. In twee uur tijd snorkelen we op drie verschillende plekken. Mijn favoriet: het aquarium. Deze plek dankt zijn naam aan de enorm goede zichtbaarheid. Je kunt de tropische vissen van tientallen meters afstand zien zwemmen.

De watervallen van Carbet op het groene eiland Basse-Terre

Dag 8: Pointe-à-Pitre, de grootste stad van Guadeloupe

Op mijn laatste ochtend in de Franse tropen verken ik Pointe-à-Pitre, de grootste stad van Guadeloupe. Dit doen we met een elektrische tuk tuk. Ik voel me even héél erg een toerist, maar stiekem is het ook wel weer leuk om zo door de smalle straatjes te scheuren. Het centrum van Pointe-à-Pitre heeft behoorlijk wat koloniale architectuur. Een deel daarvan is vervallen en scheef, maar nog altijd kleurrijk. Vooral omdat het geheel wordt opgevrolijkt door prachtige muurschilderingen. Mijn chauffeur weet de mooiste werken te vinden en maakt er spontaan een street art tour van.

Het centrum van Pointe-à-Pitre heeft diverse kleine marktjes. Op nog geen kilometer afstand van elkaar vind je een specerijenmarkt, souvenirmarkt, vismarkt en groenten- en fruitmarkt. Vooral de vele handgemaakte sieraden trekken mijn aandacht, maar ik kan er niet te lang bij stilstaan. Op mijn verlanglijst staat namelijk ook nog het slavernijmuseum Mémorial ACTe. De tentoonstelling is goed opgezet en maakt veel indruk, zeker omdat aan het eind van de route ook de link naar hedendaagse slavernij wordt gelegd.

Het is één van de vele indrukken die ik mee terug naar huis neem, wanneer ik me op de luchthaven van Pointe-à-Pitre meld voor de nachtvlucht met Air Belgium. De volgende ochtend zet ik weer voet op Europese bodem. Au revoir, Guadeloupe!

Tuk tuk tour door Pointe-a-Pitre

Guadeloupe in een week, zo doe je dat

  • Vlieg met Air Belgium vanaf Brussels Charleroi (niet te verwarren met Brussel Zaventem) naar Pointe-à-Pitre op Guadeloupe
  • Guadeloupe is officieel onderdeel van Frankrijk. Daardoor volstaat een identiteitskaart om erheen te reizen. Combineer je in jouw reisroute Guadeloupe met andere delen van de Cariben? Dan heb je mogelijk wel een paspoort nodig
  • Je kunt je normale telefoonabonnement op Guadeloupe gewoon gebruiken
  • Op Guadeloupe spreekt men Frans. Houd er rekening mee dat niet iedereen Engels spreekt of kan verstaan. Download een vertaalapp op je telefoon en leer vooraf wat basis woordjes en zinnetjes Frans – dat wordt zeer gewaardeerd!
  • Boek je accommodatie op tijd. Er zijn wel kleinschalige plekjes op de eilanden, maar die zitten in het hoogseizoen snel vol
  • Verblijf tijdens je Guadeloupe rondreis op meerdere plekken en verdeel je overnachtingen over de twee grootste eilanden: Grande-Terre en Basse-Terre. De eilanden zijn divers, dus is het zonde om op één plek te blijven
  • Een eigen huurauto is een must. Wil je liever niet zelf rijden of met een gids op pad, dan kan ik Taina van Guadeloupe Explor aanraden
  • Het hoogseizoen loopt van december tot en met april. De temperatuur is echter het hele jaar goed, tussen de 20 en 30 graden
  • Ondanks de goede temperaturen kun je het hele jaar door op een tropische bui worden getrakteerd. Zorg dus voor zowel zwemkleding als regenkleding in je koffer

Ik bezocht de eilanden van Guadeloupe op uitnodiging van het Frans bureau voor toerisme. Ook bij samenwerkingen geef ik altijd mijn eigen, eerlijke mening.

Sascha

Vragen? Suggesties? Of jouw reishonger delen?

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je mag alleen HTML tags en attributen gebruiken:

<a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>