Het lijkt wel alsof al het mooie van de Mediterraanse eilanden hier samen komt en een eigen paradijsje vormt. Corsica beslaat een oppervlakte ter grootte van bijna 3 Nederlandse provincies, terwijl het aantal inwoners nog niet eens zoveel is als de provincie Zeeland. Ruim een derde van het eiland is natuurgebied en het hele binnenland bestaat uit een rotsachtig, bijna onbewoonbaar gebergte met als hoogste punt de Monte Cinto op 2.706 meter.
De rots die uit de zee oprijst, dat is inderdaad het beeld dat we krijgen als we na een 10 uur durende boottocht ’s morgens vroeg de haven van Bastia binnen varen. Een klein, niet toeristisch stadje wat omringd is door heuvels met in de verte de bergen van het binnenland die door de wolken heen pieken. We hebben gekozen om met de boot naar Corsica te gaan omdat we zo onze eigen auto bij hebben en we alles mee kunnen nemen zonder een bagagelimiet te overschrijden. We plannen onze tour op het eiland aan de hand van de weerkaart van heel Corsica. Want waar het hier aan de ene kant regent kan het aan de andere kant prachtig weer zijn.
Noordelijke kaap
We besluiten eerst de noordelijke kaap te ontdekken. Via kronkelige weggetjes met slechts wat lokale tegenliggers die naar hun werk gaan rijden we omhoog richting Cap Corse, het noordelijkste punt van het eiland. Het landschap doet ons denken aan de riddertijd in Engeland, veel groene heuvels met uitstekende rotsen en grauwe dorpjes met kerkjes en huizen met leienstenen daken. Deze hele landtong is bedekt met een bergrug waar de wind flink overheen waait. Ik weet niet waar de weerman de windkracht 4 vandaan heeft gehaald maar er staat hier zeker windkracht 6. De wind roetsjt over de bergkam en het lijkt daardoor in het oosten nog wel harder te waaien als in het westen waar de wind vandaan komt.
Aan het eindpunt van de landtong staan we op het noordelijkste puntje van Corsica en maken we een wandeling rond de kaap. We vinden een leuke plek voor de tent precies op de punt van de kaap in een baai en gebruiken de wind meteen om onze was te laten drogen.
De volgende ochtend, na een winderige nacht waarbij de zijkant van onze tent meerdere malen mijn wang aanraakte, verlaten we de ‘windy cape’ en rijden we langs de oostkant de landtong weer af. Het lijkt inmiddels windkracht 7, zelfs het schuim waait uit onze cappuccino als we in de haven van Saint-Florent op een terrasje zitten. Geen zeilboot die het nu aandurft op zee. We eindigen deze dag onder Bastia aan de oostkust bij een beschermde lagune waar honderden vogels en ook schildpadden leven en genieten we van het eerste korte broeken moment en een duik in de zee.
Het binnenland en de westkust
Vanuit de oostkust hebben we onze route uitgestippeld naar het binnenland. Een ruig gebergte beslaat het hele binnenland van Corsica, dat is maar liefst 80 % van het eiland dus we gaan de hele vakantie van kust naar binnenland en weer terug. Een paar uur verder en 700 meter boven zeeniveau belanden we in Corte, één van de hoogst gelegen bruisende stadjes van het eiland. In Corte breekt de zon door en deze schijnt in een mooie diepe kloof naast het dorp. Dat nodigt uit tot een wandeling. De Tavignano kloof is volgens de Corsicanen het mooiste rivierdal van het hele eiland. Een rotsachtig geitenpad brengt ons bovenlangs de rivier in 2 uur naar een compleet andere wereld van rotsen, kabbelende beken en steile met struiken begroeide wanden in het domein van koeien, zwijnen, geiten en salamanders. Een kudde koeien die we tegenkomen op dit smalle pad kijkt niet op of om voor ons en we moeten achter de kudde blijven lopen totdat ze besluiten een zijweggetje in te slaan.
De volgende dag vervolgen we vanuit Corte de bergpas richting de westkust en passeren we onderweg een klimgebied met uitzicht op de sneeuwtoppen. De door weer en wind gevormde granieten rotsen zijn hier een speelparadijs voor de klimmer van elk niveau. Na de bergpas is de zee van de westkust alweer in zicht en eind van de dag plonzen we in een lauwe oceaan. Zelfs in het najaar is de zee met nog zeker 20 graden erg aangenaam!
Corsica heeft een Mediterraans klimaat met warme zomers en zachte winters aan de kust. In de bergen kan er echter tot in de zomer nog sneeuw liggen wat een mooi contrastrijk uitzicht biedt vanaf je handdoekje op het strand. Dit is goed te zien als we in het noordwestelijk gelegen Calvi aankomen. Calvi is de geboorteplaats van Columbus. Al zeggen de geschiedenisboeken dat hij in Italië is geboren, de inwoners van Calvi weten zeker dat hij in hun stad is geboren. Deze havenstad ligt verscholen in een grote baai waar de wilde golven van de noordwestenwind recht in worden geblazen. De besneeuwde bergtoppen op de achtergrond staan in een mega contrast met een voorgrond van windsurfers die de ruige branding langs het strand trotseren. Een stadsmuur van een voormalige citadel omringt het vroegere centrum van de stad en is nog in perfecte staat. Of mooi gerenoveerd, we begrepen namelijk dat de stad vroeger 3000 kanonschoten heeft ontvangen van de Britten! Binnen de stadsmuren kun je rondwandelen met een audiotour op je hoofd en dwalen door de straatjes en kerkjes en kom je helemaal up-to-date op cultureel gebied.
De zuidelijke baaien
Hoe zuidelijker we rijden, hoe meer kleine afgelegen baaitjes met witte stranden we tegen komen. Een prachtig verlaten strand vinden we ten noorden van Ajaccio in Capo di Feno. Vanuit de zee hebben we hier prachtig uitzicht op het heuvelachtige landschap waar we doorheen moesten rijden om bij de baai te komen.
De drukte van Ajaccio passeren we snel en 15 kilometer landinwaarts vinden we verscholen tussen de niet toeristische bergdorpjes het prachtige stuwmeer Lac de Tolla grenzend aan een drooggevallen kloof waar een via ferrata klimroute doorheen loopt. De route brengt ons tot diep in de kloof en eindigt te midden van de heuvels met een oneindig uitzicht op het bergachtige binnenland aan de ene kant en de kust aan de andere kant.
Vanuit Ajaccio bereiken we al baaihoppend de meest zuidelijke stad Bonifacio. Het landschap is hier totaal anders dan elders in Corsica, van de grote roodbruine granietbergen in het westen verandert het landschap hier in tegenovergestelde witte kalksteen kliffen die ook net als alle rotsen en bergen bizar gevormd zijn door wind en water. In Bonifacio is ook weer veel terug te zien uit de oude tijd. Naast de oude vestigingsmuren pronkt boven de schilderachtige haven ook een oud fort op een heuvel.
Bavella Pass
De laatste dagen op het eiland vermaken we ons op de Bavella Pass. Deze 35 kilometer lange autoroute ligt aan de oostkust wanneer je bij Bonifacio noordwaarts rijdt en is de mooiste kronkelroute van het eiland. Enorme vaag uitziende wit/grijze rotsen poppen overal langs de weg op. De rotsen zijn eeuwenlang gevormd door wind, water en vorst en hebben heel mooie rondingen gekregen, of holtes, of neuzen?
Wil jij ook naar Corsica?
Een vakantie naar Corsica is heel makkelijk zelf te plannen. Als je net als ik ook zelf met de auto wilt gaan, kan je een ferry overtocht boeken via Corsica Ferries. Afhankelijk van het jaargetijde is het wel handig om van tevoren wat accommodaties uit te zoeken. In de zomer kan het er namelijk ontzettend druk zijn, maar in de winter juist zo rustig dat veel campings en hotels hun deuren sluiten.
- Zomer in Zeeland - 15 juni 2020
- Dwalen door historisch Middelburg - 15 juni 2020
- De Outback van Tenerife - 11 oktober 2019