De Blue Grotto
De oudste geschiedenis van Malta is natuurlijk die van de geologie, waar de bekende Blue Grotto deel van uitmaakt. Vanaf een uitzichtpunt kijk je neer op een ruige kustlijn waarin vele eeuwen van erosie geleid heeft tot het ontstaan van inhammen en breuken in de onderste bodemlaag, bestaand uit koraalkalksteen. The Blue Grotto is eigenlijk een reeks grotten die hun naam ontlenen aan de kleur van het water in de ochtend. Het is helaas al wat later als we er zijn, maar de rotsformaties met een natuurlijke boog blijven fotogeniek. De grotten worden meestal per boot bezocht rond de tijdstippen dat het water zijn diepe kleuren blauw toont.
De megalithische tempels van Malta
Een stukje weg langs de kust en een sprong in de tijd brengt ons bij de megalithische -bestaande uit grote stukken steen- tempel van Ħaġar Qim. De tempel ligt op een heuvel in een desolaat landschap en is gedateerd op 3600-3200 vóór Christus. Dat is bijna duizend jaar voor de piramides van Gizeh en 1100 jaar voor Stonehenge. En net als bij die bouwsels is ook hier de vraag ‘hoe deden ze het’ intrigerend. Zeker omdat het grootste monolithische brok steen maar liefst 20 ton weegt. In de resten van de tempel is de hoefijzervormige structuur nog te zien, evenals enkele van de gaten die ervoor zorgden dat de zon tijdens de zonnewende precies op een bepaald punt schijnt. Als je weet wanneer de lente begint kun je beter voedsel verbouwen, aldus gids Clive.
De resten zijn zeker indrukwekkend maar je gaat de grootsheid van de tempel pas echt begrijpen als je ze relateert aan de fraaie gedetailleerde maquette die je even tevoren in een bezoekerscentrum hebt gezien. En je je gaat afvragen voor welke goden deze tempels gebouwd zijn en welk volk ervoor verantwoordelijk was. En natuurlijk wat de symbolen als de concentrische cirkels betekenen.
Je vindt op Malta en Gozo vijfentwintig van dit soort tempelcomplexen, waaronder ook de Ġgantija Tempels, die we later bezoeken en waar de ronde vorm nog beter te zien is. De naam Ġgantija is ontleend aan het Maltese woord voor reus, omdat de Gozitanen geloofden dat de tempels, met stenen van wel 50 ton wel door reuzen moesten zijn gemaakt.
Marsaxlokk
Van de tempels rijden we naar we de haven van Marsaxlokk en maken zo weer een sprong van een paar duizend jaar. De boten zijn natuurlijk recent en de gebouwen in dit sfeervolle haventje met zijn relaxte bedrijvigheid zijn ook niet uit de oudheid. Maar ook hier is een element te vinden dat verwijst naar de geschiedenis. Veel van de traditionele ‘luzzu’s’ zijn voorzien van gestileerde ogen. Dit zijn de ogen van Osiris (of Horis) die beschermen tegen de gevaren van de zee. De Feniciërs, afkomstig uit Libanon, die Malta rond 800 voor Christus koloniseerden brachten dit symbool mee. Een mooie plaats voor een relaxte lunch in een wat tijdloze omgeving.
Een wandeling over Gozo
Gozo is het tweede eiland van Malta in grootte en bevolking. Met zijn veertien bij zeven kilometer maakt een wandeling op de kaart al gauw indruk. Startplaats is Gharb, een plaatsje met 1.200 inwoners en een mooie kerk in Barokstijl op een feeëriek dorpsplein. We lopen de stad uit door smalle straatjes langs huizen van kalksteen met balkons en Mariabeelden op de hoeken. Dan opent het landschap zich en lopen we op slingerende weggetjes langs met muurtjes afgebakende akkers. Een eeuwenoud cultuurlandschap zonder ruilverkaveling. Dichter bij de kust wordt het landschap kaler en neemt de geologie het weer van de mens over.
We passeren ‘Wied il Mielah’ een natuurlijke ‘boog’ die met zijn rechte ‘deksteen’ bijna kunstmatig lijkt. En vervolgen onze weg over een smal pad langs de kust. In de grond kun je de fossielen van het koraal waaruit het gesteente is ontstaan duidelijk zien. Ook hier zijn natuurlijke grotten op zeeniveau. We lopen met een boog meer landinwaarts waar de bermen van de paden begroeid zijn met gele en rode bloemen. En weer richting de kust passeren we een vallei die eindigt bij een fraaie inham, door de eeuwen ingesleten. Niet veel verderop vind je de Xwenjni zoutpannen. En zo zijn we aanbeland bij de Romeinen die hier al zout wonnen. Zij verdreven de Feniciërs rond 200 voor Christus. Een paar families gebruiken deze zoutpannen nog steeds, voornamelijk om toeristische redenen.
Rabat (Victoria)
Rabat is de hoofdstad van Gozo, in 1887 omgedoopt tot Victoria ter ere van de Britse vorstin. Het hart van de stad is de Citadel die boven stad uittorent met indrukwekkende fortificaties waarvan het ontstaan teruggaat tot bronstijd (1500 voor Christus). De Feniciërs en de Romeinen ontwikkelden het door tot een vestingsheuvel (acropolis). Hierna was het de beurt was aan de Arabieren. De arabische invloed op Malta is tegenwoordig vooral duidelijk in de taal. Het Maltees, de enige semitische taal die met Latijns schrift geschreven wordt, is gebaseerd op het Arabisch. Toen de de Arabieren verdreven waren, werd de volkstaal van Malta geïsoleerd van de Arabische bron en zijn er veel Italiaanse, Siciliaanse en Engelse leenwoorden in de taal gekomen. De taal is als veel in Malta opgebouwd uit laagjes, aldus Clive: ‘Malta is als een sandwich. Laagjes van culturen. Net als de geologie, met zijn lagen kalkzandsteen, klei en zand’.
Na de Arabieren waren het de Noormannen van het koninkrijk Sicilië die Malta veroverden. Een koninkrijk dat zelf ook weer onder verschillende heersers viel, waaronder de Aragonzen die de noordzijde van de Citadel van Rabat bouwden. Vanuit Sicilië kwam ook het Christendom naar Malta. En dat is nog steeds zeer zichtbaar. Centraal in de toch vrij kleine citadel van Rabat staat de barokke Sint George basiliek. En ook verder zie je op Malta, met zijn toch vrij kleine bevolking veel indrukwekkende kerken.
Binnen de muren van de citadel vind je veel huizen met karakteristieke balkons, smalle steegjes en mooie doorkijkjes. Als je daaraan de kleur van het kalkzandsteen toevoegt dan krijg je zoals vaker op Malta al snel het gevoel door een openluchtmuseum te wandelen.
Mdina, de oude hoofdstad van Malta
Mdina, van het Arabisch ‘medina’, wat simpelweg stad betekent, is evenals Victoria een vestingstad. Oorspronkelijk lag hier Melite, gesticht door de Feniciërs, en door de Romeinen tot hun hoofdstad gemaakt, dat rond 1870 grotendeels verwoest werd. Rond 1050 herbouwden de Arabieren de stad met zijn vestingwerken. Gids Clive legt uit hoe de geologie van Malta mede bijdroeg aan het ontstaan van de stad. Op de onderste lagen kalkzandsteen ligt hier een laag blauwe klei, die water tegenhoudt. En waar water is ontstaat landbouw en vestigen zich mensen. Met een mix van middeleeuwse en barokke fortificaties, kerken, smalle straatjes met kasseien en mooie doorkijkjes leent Mdina, die nadat de hoofdstad is verplaatst wel ‘de stille stad’ wordt genoemd, zich uitstekend voor een uitgebreide stadswandeling.
Entree van de Johannieters
In 1023 werd in Jeruzalem een hospitaal gebouwd voor de vele pelgrims die naar deze stad trokken, geleid door de Benedictijnen. De koning van Jeruzalem veranderde de status van de broeders in die van een militaire orde, met als taak de bescherming én verzorging van pelgrims. Ze legden wel geloften van armoede, kuisheid en gehoorzaamheid af, maar werden zo een ridderorde, de orde van Sint Jan van Jeruzalem. En de ordeleden werden Johannieters genoemd. De orde werd rijker en machtiger, tot de Ottomanen oprukten en de ridders achtereenvolgens naar Akko, Cyprus en Rhodos moesten verhuizen. Toen ze ook daar werden verdreven zwierven ze zeven jaar door Zuid-Italië. Tot keizer Karel V ze een eiland gaf: Malta. En van 1530 tot 1798, toen Napoleon kwam, was Malta bezit van de Maltezer orde, zoals ze zich toen ging noemen.
De fortificaties van Mdina werden, evenals die van Rabat op Gozo versterkt en herbouwd door de Johannieters, waarbij Mdina Frans barokke elementen kreeg, waaronder een nieuwe stadspoort. Vanwege hun maritieme connecties vestigde de orde zich niet in de hoofdstad, maar in Birgu aan een baai in de kust.
De weg naar Gnejna Bay
We wandelen van Mdina naar de kliffen van Gnejna Bay. Van een afstandje wordt duidelijk wat een indrukwekkende fortificatie Mdina is. En dat bleek nodig. Omdat de Maltezer orde het de Ottomaanse scheepvaart lastig maakte, probeerden de Ottomanen ze ook van Malta te verdrijven. Het beleg van Malta startte op 18 mei 1565 en richtte zich in eerste instantie op de forten rond Birgu, maar ook Mdina werd aangevallen. Met listen en kundig krijgsmanschap hielden de Johannieters stand. En op 11 september van hetzelfde jaar dropen de Ottomanen na zware verliezen af.
Landbouw op Malta is kleinschalig, waarbij het voor de meeste boeren niet hun enige inkomstenbron is. De boeren telen onder meer aardappelen, bloemkolen, druiven, tomaten en citrusvruchten. En dit gebeurt bijna geheel op kleine percelen, zonder de hulp van machines. We lopen langs landerijen, deels met gewassen en deels braakliggend. Opvallend is vooral wat aan de randen van de landjes en in het niemandsland tussen weg en akker groeit. We zien cactus, amandel, limoenen, vijgen, kappertjes, venkel, artisjokken, bamboe en tijm. Een palet aan geuren wijst de weg. De boeren irrigeren door middel van afsluitbare kanalen. Ze delen het water door het steeds naar één veld te leiden.
We lopen inmiddels op een wandelpad dat in de Romeinse tijd al een weg was, richting de imposante kliffen van Gnejna Bay. Helaas hebben we geen tijd om af te dalen naar het zandstrand beneden om de kliffen van de andere kant te zien.
Valetta, de parel van Malta
Na het beleg van Malta bouwde de Maltezer orde een nieuwe hoofdstad, Valetta. De stad is genoemd naar de grootmeester Jean de la Valette, die de verdediging tegen de Ottomanen had geleid. We doen een korte ronde door dit mooie Unesco erfgoed, vol fraaie gebouwen als het Grootmeesterspaleis van de orde, nu de woning van de president, de stadspaleizen van de zeven verschillende langues (talen en dialecten), onderdelen van de orde, die ‘herbergen’ werden genoemd, de Sint-Janscokathedraal en veel fraaie stadspanden. En dat allemaal in een rechthoekig grid. Met imposante muren rondom. En natuurlijk de typisch gekleurde balkons. Een prachtige, ietwat voorname stad, waar je gerust een dag voor kunt uittrekken met museumbezoek, winkelen en lunch.
Nadat het leger van Napoleon erin was geslaagd Malta te veroveren waren het de Engelsen die hem twee jaar later weer verdreven. Om vervolgens de laatste in de rij van de kolonisatoren te worden. Hun sporen vind je voornamelijk in de vorm van rode telefooncellen en postbussen. Maar het bezit van Malta was cruciaal in de Tweede Wereldoorlog, toen er nogmaals een belegering van Malta plaatsvond en het eiland zwaar gebombardeerd werd. Voor de vertoonde moed verleende de Britse koning het eiland een hoge onderscheiding, het George Cross. Dit is het kruis dat nog steeds in de vlag van Malta staat.
De drie steden – Birgu
Vlak bij, of eigenlijk tegenover, Valetta liggen de drie steden, de benaming voor Birgu, Senglea en Cospicua, steden met fortificaties gelegen op drie landtongen. Het was vanuit hier dat de Maltezer orde de strijd aanging met de Ottomanen. De oudste van de drie is Birgu, na de overwinning op de Ottomanen omgedoopt tot Vittoriosa. Met op de punt het fort Saint Angelo. Het was hier dat de Grootmeester van de orde zich vestigde en waar het zwaartepunt was van het beleg van Malta. Buiten het fort is Birgu nu een volkse tegenhanger van Valetta. Dwaal door de mooie straatjes en zoek de doorkijkjes.
Je kunt weliswaar in een paar dagen door de natuur en de geschiedenis van Malta dwalen, maar het eiland verdient absoluut een langer verblijf. Op gebied van steden en historie zijn er meer locaties die de moeite waard zijn. En wil je meer outdoor dingen doen, dan kun je naast één of meerdaagse wandelingen kajakken, bergklimmen, abseilen of mountainbiken. Voor meer informatie: visitmalta.com.
- Beieren anders: Augsburg en Regensburg - 11 januari 2024
- Pyrénées-Orientales: Mountainbiken in de Albères - 5 oktober 2023
- De Carian Way: erfgoed in Turkije - 23 augustus 2023