De Seychellen zijn vanaf Parijs in één nacht te bereiken. Het mooiste plekje in de tropen – maar toch is het land nog onbekend. En misschien moet dat maar zo blijven. Want de rust, het authentieke en de paradijselijke stranden – die wil je toch voor jezelf? Nou ja, vooruit, en voor je geliefde dan misschien. Ik zag in het vliegtuig niet voor niets een heleboel trouwjurken meereizen in de handbagage. De Seychellen – het paradijs op aarde.
Op de evenaar
Mijn nachtvlucht met Air Seychelles vanuit Parijs duurt 9 uur. En dan sta ik ineens in één van de kleinste landen van de wereld, met maar twee keer zoveel mensen als op St. Maarten. De Seychellen liggen midden in de Indische Oceaan, 2.000 km oost van Tanzania en iets boven Madagaskar, net onder de evenaar en buiten het cycloon-gebied. Veilig, warm, zeer stabiel klimaat, genoeg regen én genoeg zon! Perfect. Het tijdverschil met Nederland is maar 2 uur, dus ik zit bij aankomst gelukkig niet met een jetlag en ik ga direct op pad. Vijf dagen zal ik hier zijn, en ik bezoek vier eilanden.
De hoogte op de Seychellen (tot wel 900 meter) zorgt in vergelijking met bv. de Malediven (ook op de evenaar, ook in de Indische oceaan maar dan helemaal plat) voor veel vocht en dus voor een weelderig groene deken van planten. Water stroomt van de bergen via overwoekerde beekjes. De weggetjes zijn smal en liggen wel een halve meter boven het land – om de weg begaanbaar te houden tijdens hevige buien.
Tropisch
Ik voel me bij aankomst alsof ik in Sri Lanka ben beland! Dezelfde uitbundige vegetatie, de huisjes met groene daken uit de koloniale tijd en de kalmte die de bevolking uitstraalt. Dat gevoel zal nog vaak terugkomen. Ik heb iets met die tropische vegetatie en alle kruiden en specerijen die er groeien. Ik zie kaneel, 15 soorten bananen, kruidnagel, kokosnoten, vanille, mango’s en veel meer. Iedereen verbouwt voor een deel zijn eigen voedsel.
Seychellen – smeltkroes van culturen
De Seychellen is nog maar 40 jaar een onafhankelijk land. Als kolonie van de Fransen en de Engelsen (dat wisselde nog wel eens) en voor de deur van Afrika en India is het land een smeltkroes van culturen en etniciteiten geworden. En dat heet dan Creools. De huiskleur is tussen blank en donker in, de Creoolse taal is een mix van Frans en allerlei wereldlijke dialecten, het geloof is katholiek en Hindoe, en de keuken is een mix van… alles.
In dit kleine paradijsje is geen industrie. Dat betekent dat alles moet worden ingevlogen en dat alles dus relatief duur is. Zelfs veel van de tropische vruchten die ik bij het ontbijt eet komen van elders. Drankjes, in zware verpakkingen, zijn het duurst. Bier wordt lokaal gebrouwen, uit ingrediënten die worden ingevlogen. Dat houdt een lokaal biertje nog enigszins betaalbaar in vergelijking met alles wat in het buitenland is gebotteld.
‘Gastarbeider’
De Seychellen leven van het toerisme. En dat trekt opnieuw veel nationaliteiten aan. Op de eilanden spreek ik met werknemers uit Kenya, India, Sri Lanka, Mauritius, Zuid-Afrika, Bali en nog veel meer. Veel mensen die ik spreek sturen het geld dat ze verdienen naar hun thuisland, naar de familie. De meeste resorts voorzien voor hun werknemers in gratis huisvesting en eten. Zo blijft er redelijk veel geld over om naar de familie te sturen.
Seychellen – vleermuis-curry en andere hapjes
De Creoolse keuken is een heerlijke mengeling van Indiaas, Afrikaans en Europees. Jammie. Elke dag tropisch fruit als ontbijt? Kom maar op! Elke dag de heerlijkste verse mangosapjes? Geen straf! Er staat altijd wel curry op de menukaart. Ik ben er gek op (maak het zelf vaak) dus ik heb zitten smullen. En wat blijkt: als je vlees laat sudderen in kokosmelk met papaja dan maken de aanwezige enzymen het vlees ook nog eens super mals.
Wat schets mijn verbazing: zelfs de grote vliegende honden (fruit bats, flying foxes) worden op de Seychellen verwerkt in een curry. En dan blijkt dat de enzymen uit de papaja toch niet alles zacht en mals krijgen. Het vlees is taaier dan dat van de oudste koe, het aantal botjes is ontelbaar en ik ga met honger van tafel want er zit bijna niets eetbaars aan… Maar: ik heb vleermuis gegeten in de Indische oceaan. Nu jij weer!
De eilanden Mahe en St. Anne
Mijn reis begint op het hoofd-eiland Mahe. Hier woont 90% van de bevolking waarvan een derde (30.000) in de ‘hoofdstad’ Victoria. Mahe is zo groot als Texel. Dat lijkt klein. Maar door alle kronkelweggetjes, bergen en baaien voelt het eiland tien keer groter. De hoge bergen en de baaien zorgen zelfs voor een eigen micro-klimaat aan elke kant van het eiland. Het verkeer is gemoedelijk. Hier zelf rondrijden in een huurauto is geen probleem. Hoewel hier en daar de wegen erg steil zijn en de bochten erg krap en de Indiase bussen veel ruimte nodig hebben…
Overal langs zee zie ik lokale vissers die hun vangst verkopen. Samen met wat fruit dat ze zelf verbouwen. Overal zie ik de mooiste strandjes en ben ik verbaasd over de enorme blokken van roze graniet die door de bulderende oceaan mooi glad zijn afgesleten. Ver in zee verraden witte brekende golven waar de koraalriffen zich bevinden. En overal is rust. Want gemotoriseerd watervermaak is op de Seychellen niet toegestaan. En dat verhoogt het paradijselijke gevoel behoorlijk.
Erica op Reis
De ‘hoofdstad’ Victoria is een slaperig plaatsje en was ooit het Britse koloniale centrum. In ruim een uur zie ik lopend de mini Big Ben, de kathedraal, de Hindoetempel, kleine winkeltjes en natuurlijk: de markt. Hier is de inhoud van smeltkroes die Seychellen heet, nog het best zichtbaar. Als een echte ‘Erica op reis’ verbaas ik me over de diversiteit aan mensen, talen, soorten vis, groente en fruit en over de enorme spinnen en gekko’s…
Net buiten Victoria vertrekt de speedboot naar mijn tweede eilandje: Sainte Anne. In 10 minuten en in vliegende vaart word ik overgezet. St. Anne bestaat uit jungle en er woont niemand. Er is alleen een resort, met 87 villa’s. Dus ik ben niet alleen, maar toch voel ik me een beetje Robinson Crusoe. De meeste gasten blijven in het resort. Op de wandelpaden ben ik echt midden in de jungle. Vervallen gebouwtjes onder lianen, palmbomen die over het strand hangen: ik begrijp dat hier recent nog iemand verdwaalde en pas na een nacht werd teruggevonden.
De eilanden Praslin en La Digue
Een nieuwe dag, een nieuw eiland. Ik vlieg de 50 kilometer van Mahe naar Praslin (spreek uit zonder s en als in enfin) met een piepklein propellervliegtuigje. Op Praslin wonen maar 6.500 mensen en een echte plaats is er niet. Toch is er wel een wereld-attractie: de Coco de Mer. Deze bijzondere kokos-palm groeit ALLEEN hier, in het natuurpark Vallée de Mai. De palm geeft pas na 22 jaar kokosnoten, die vervolgens pas na 7 rijp zijn. Hoe ze smaken? Geen idee! Deze bomen en hun vruchten zijn zo zeldzaam dat ze strikt worden beschermd. Alleen als iemand per ongeluk de Coco de Mer in zijn tuin heeft en alleen als alle autoriteiten bevestigen dat ie niet illegaal is meegenomen, is het in principe mogelijk er van te eten. Maar ja, zo iemand trof ik natuurlijk niet…
Ineens hoor ik midden in het woud ‘pssst, pssst’. Een gids heeft de Black Parrot gespot! Het is een unieke zwarte papegaai, die alleen hier voorkomt: op het eiland Praslin, in de Seychellen. It’s my lucky day! De Black Parrot wordt met uitsterven bedreigd. Er zijn nog maar een paar honderd vogels en ze zijn dan ook zwaar beschermd. Het exemplaar dat ik zie hangt op de kop, hoog in een palmboom te eten van de zoete bloemen.
Mooiste strand
Praslin is heerlijk rustig. Het eiland trekt vooral natuurliefhebbers. Maar ook Madagaskar dag-gekko’s, grote zwarte gekko’s en liefhebbers van het mooiste strand ter wereld (volgens wereldwijde strand-deskundigen). Ik was op dat strand: Anse Lazio. Maar alle stranden op de Seychellen zijn mooi. Ik zou echt niet kunnen kiezen. Alle stranden zijn rustig, overal is het zand wit en hangen de palmen laag. Er is geen vertier, er zijn geen specifieke stranden voor activiteiten als kite-surfen, alleen af en toe een verdwaalde kano of een stand-up paddler. En vaak zijn de golven sowieso te sterk om de zee in te gaan. Dat heb je zo met oceanen: die laten niet met zich spotten.
Dan naar mijn vierde eiland: La Digue. Mijn taxi haalt me en brengt me naar de ferry. Een vakantie op La Digue betekent: vliegen naar Mahe (het hoofdeiland van de Seychellen), vliegen naar Praslin (het tweede eiland) en dan 45 minuten met de boot. En dat doen dus heel veel mensen! La Digue is piepklein (2 bij 3 kilometer) en overvol met… Duitsers. Die allemaal fietsen, met een mandje achterop. Het is een bizarre ervaring. Ik blijf maar één dag, en fiets het hele eiland rond. Natuurlijk is het leuk, met de fiets van je self-catering huisje in de jungle zo hop naar het mooiste strand. Maar mijn Robinson Crusoe gevoel is hier ver te zoeken. Ik zou persoonlijk één van de andere eilanden kiezen (zie de tips onderaan).
Seychellen – Luxe Spa Resorts
De Seychellen lenen zich voor een luxe verblijf in een mooi spa-resort. Zeker als je bezoek bedoeld is om te trouwen op een wit strand. En dat gebeurt nogal eens: ik zie tijdens de vlucht heel wat trouwjurken in de handbagage. Ik verblijf in vier verschillende resorts, die allemaal hun eigen bijzondere wijze hebben om mij het tropische wauw-gevoel te geven.
Kempinski Resort & Spa (eiland Mahe)
Kempinsky was voor mij persoonlijk het ultieme droom-hotel op de Seychellen. Kempinsky ligt aan een besloten baai en je komt er alleen via kronkelige weggetjes door de jungle. De kamers zijn in verschillende paviljoens langs het strand, de sfeer is zeer hartelijk, de ligging is super. Voor de verwende gast wordt zelfs boven op de rotsen een romantische privé-cocktail ingericht! Heerlijk rustig met uitzicht over de prachtige Baie Lazare.
Constance Ephelia Resort & Spa (eiland Mahe)
Constance Ephelia is een groot resort met suites en villa’s. Het terrein is zo groot dat er elektrische buggy’s rondrijden als bus-service. Het leuke is dat er activiteiten mogelijk zijn zoals zip-lines en steilewandklimmen in de jungle, kanoën door mangroves en snorkelen (als de oceaan het toelaat). Voor mij was het iets te groot, maar aan de andere kant: waar vind je een spa midden in een mangrovebos? Het resort is erg eco-vriendelijk. Zelfs het drinkwater wordt via zonne-energie gewonnen uit zeewater, in een eigen laboratorium.
St. Anne Resort & Spa (eiland Sainte Anne)
St. Anne Resort & Spa ligt op een privé-eiland vlak bij Victoria, Mahe. Ideaal voor als je privacy wilt en toch af en toe met de jetty in 10 minuten naar het ‘vaste land’ wilt. Er zijn villa’s, verspreid langs zee, met de jungle als achtertuin. En waar vind je badkamer met een binnendouche én een buitendouche onder de palmen in je eigen tuin?
Coco de Mer Hotel & Black Parrot Suites (eiland Praslin)
Coco de Mer Hotel is een betaalbaar resort met mooie zeer ruime suites langs zee. Op mijn privé-terras onder de bananen- en mangobomen kan ik ‘s ochtends heerlijk mediteren. Het restaurant is in open Afrikaanse stijl, er hangt een zeer vriendelijke familiaire sfeer en vanuit je zwembad over de blauwe oceaan kijken heeft wel wat heb ik gemerkt.
Tekst en foto’s: Arjan Mulder
Tips:
- Air Seychelles vliegt rechtstreeks vanaf Parijs
- Meer info: Seychelles Tourism Board
- Je verkent makkelijk per huurauto het hoofd-eiland Mahe
- Het hoofdeiland Mahe (met de hoofdstad Victoria) is erg gevarieerd, en heeft enig vertier
- Het tweede eiland Praslin heeft minder vertier, maar wel een uniek natuurpark (Vallée de Mai) met unieke vogels en planten (Black Parrot, Coco de Mer)
- Eilandhoppen is goed mogelijk. Plan je reis vooraf.
- De Seychellen staat geen gemotoriseerde watersporten toe. Kanoen en stand-up paddle kan wel.
- De Seychellen zijn vrij van ziektes zoals malaria
- Het klimaat is zeer constant: het hele jaar 30 graden
- Het kan zoals overal in de tropen) regenen; op elke hotelkamer staat een paraplu
- Nachttrein naar Praag – groen, snel en comfortabel - 12 april 2024
- Interlaken – winterpret voor niet-skiërs - 20 februari 2024
- Beleef Bologna via Interrail - 22 november 2023
Co zegt:
Wauw, wat een paradijs! Nog iets voor m’n bucket list 🙂
Arjan zegt:
Zeker doen, Co!
Fantastische plek.
Bas zegt:
Wel wat anders dan kamperen, maar wel echt paradijs!
Arjan zegt:
Klopt! Naar goedkopere accommodatie kan ook hoor, zoals self-catering huisjes. Maar heel goedkoop is het niet, al was het omdat alles moet worden ingevlogen. Maar ja, het paradijs moet niet al te toegankelijk worden voor toeristen, dan is het al snel geen paradijs meer 😉
karin zegt:
he Arjan, gekke vraag maar ik ga volgende maand naar de seychellen en was benieuwd of je nog steeds op de zwarte markt geld kunt wisselen. heb jij dat gezien? weet dat het niet mag maar scheelt toch…..
groetjes Karin
Arjan zegt:
Hoi Karin,
wat leuk dat je gaat. Het klinkt of je er vaker komt? Eerlijk gezegd kan ik je vraag niet beantwoorden. Ik heb het toen niet gezien, maar het kan vast!
Groeten, Arjan