Kusverbod
Ganseliesel (‘Liesel’ is de afkorting van Elizabeth) is sinds de bouw in 1901 een van de favoriete beelden in de Duitse universiteitsstad. Elizabeth, een eenvoudige ganzenhoedster, diende als tegenhanger van de vele standbeelden van mannelijke wetenschappers. Ze staat op een prominente plek: pal voor het eeuwenoude raadhuis, op de markt. Al snel werd ze de lieveling van de studenten. De traditie schreef voor dat alle nieuwkomers haar moesten kussen. Omdat er elk jaar duizenden studenten in Göttingen met een studie beginnen, liep dat al snel uit de hand. De stad besloot tot een kus-verbod. Een rechtenstudent vond dat hij in zijn ‘kus-vrijheid’ beperkt werd en spande in 1920 een rechtszaak aan. Hij verloor echter het ‘Göttinger kusproces’.
Meest gekuste meisje
Het kusverbod geldt nog steeds, op één uitzondering na. Als je je doctoraal hebt gehaald, mag je Ganseliesel kussen. Dat is best nog wel een dingetje, want ze staat hoog boven de fontein. Je hebt er naast een doctoraal ook enige halsbrekende toeren voor nodig. Desondanks is ze nog steeds het meest gekuste meisje van Göttingen. Het kusritueel vindt elke week wel een paar keer plaats, getuige de bloemen die bij het beeld achterblijven.
Göttingen: stad van Nobelprijswinnaars
Göttingen is een oude universiteitsstad vol originele vakwerkhuizen. Al sinds 1734 weten knappe koppen de weg naar de Duitse Hanzestad in de deelstaat Nedersaksen te vinden. Vroeger was de Georg-August-Universität toonaangevend op het gebied van natuurwetenschappen. Zelfs Einstein kwam langs om met wetenschappers van de Göttinger universiteit te sparren. Maar liefst 45 Nobelprijswinnaars hebben een link met de universiteit. Na de Tweede Wereldoorlog bleek dat veel (Joodse) prominente docenten en studenten niet meer terug zouden komen en verloor de universiteit zijn wereldstatus. Maar de aantrekkingskracht is er nog steeds. Tegenwoordig zijn dertigduizend studenten aan de universiteit verbonden.
Kneipenwelt – stad vol kroegen
En dat merk je overal. Om te beginnen: de fietsen. Duizenden fietsen staan er bij het station en o-ve-ral in de stad. En dan de ontelbare kroegen. Gids Enno kent alle hoeken en gaten van zijn stad. Vol passie vertelt hij over de historie, de universiteit, de studentengevangenis, het raadshuis, Ganseliesel en beroemde Nobelprijswinnaars. Maar zijn ogen gaan pas echt glimmen als hij je ’s avonds mee kan nemen op ‘ein Bummel durch Göttingers Kneipenwelt’. We belanden in Trou, de beroemdste en beruchtste studentenkroeg van Göttingen. Dit café zit onder de grond, in een kelder. “Wie niet in Trou is geweest, is geen echte student geweest”, aldus Enno. Ook mensen die allang student-af zijn, komen graag nog bij Trou, zoals oud-rechtenstudent en oud-bondskanselier Gerhard Schröder. De oudgedienden komen letterlijk de sfeer opsnuiven: “Alles ruikt nog precies hetzelfde”. Even verderop zit de Nautibar, een café waar gids Enno graag komt. Alles draait in deze Kneipe om onderzeeboten. We bestellen een Tiefseetauger. Enige drankje dat je vooraf moet afrekenen. Deze ‘diepzeeduiker’ bevat namelijk zoveel alcohol dat je na het drinken ervan niet meer helemaal helder bent.
Studentenkamer op niveau
Als we even later -toch nog redelijk helder- de kroeg uit stuiteren, wijst Enno naar boven. Daar staan de twee torens van de Johanneskirche in het volle licht: “Als je de weg kwijt bent in Göttingen, dan wijzen deze torens je de weg”. In de hoogste toren zat ooit ‘de mooiste studentenkamer van de stad. “Je woonde er gratis en met het mooiste uitzicht. Alleen de 250 treden waren na een kroegentocht best een uitdaging”, vertelt Enno. Na een brand in de toren werd de kamerverhuur gestopt. De bewoners waren ten tijde van de brand niet thuis, anders waren de gevolgen niet te overzien geweest. Een nooduitgang was er namelijk niet. Nu is de toren met het bijbehorende uitzicht elke zaterdag rond twaalf uur te beklimmen. “Als je te trompetters hoort, kun je gratis naar boven, naar beneden kost geld”, lacht Enno.
Onderwereld van Göttingen
Trou, de kroeg in de kelder, is slechts een voorbeeld van wat hier allemaal onder de grond gebeurt. Göttingen heeft een bijzondere onderwereld. Daar weet gids Margaretha dan weer alles van. Ze stalt haar fiets tegen het Altes Rathaus en neemt me mee naar de kelder van dit dertiende-eeuwse pand. Kelder is een wat oneerbiedige naam voor de enorme ruimte waar we uitkomen. Onder de imposante gewelven zit nu een hip restaurant, Bullerjahn, maar in de afgelopen eeuwen heeft deze ‘Ratskeller’ heel wat spannender ontwikkelingen meegemaakt. Margaretha’s keldertour brengt me ook in een mikwe, een Joods badhuis, een monnikentoilet van negen meter diep, een atelier, een winkel, een bierbrouwerij en een kunstgalerie. Het is slechts een fractie van de kilometers lange rij aan kelders en gewelven die de stad rijk is.
250 miljoen jaar oud
Göttingen heeft meer ondergrondse schatten. Saline Luisenhall is zo’n verrassing. In 1850 ontdekte boer Rohns een bijzonder plantje op zijn landerijen. Een plantje dat het goed doet op zoute grond. Hij ging boren en vond na drie jaar (!) op 470 meter diepte het witte goud: zout. Opgelost in water. Tot op de dag van vandaag functioneert de pomp nog in boortoren 1. De 250 miljoen jaar oude sole – afkomstig uit de vroegere Zechsteinzee – komt terecht in enorme zinken bakken, formaat klein zwembad. Daaronder worden kolen gestookt die de sole verwarmen, zodat er kristallen ontstaan die naar beneden zakken. Wat bovenop blijft drijven, het fleur de sel, is niet aan te slepen, zo populair is het. De gezonken zoutkristallen worden gedroogd en gezeefd. Het verdwijnt in papieren en stoffen zakken en vindt vervolgens via de supermarkt zijn weg naar de keuken.
Drijven in het zout
Ook grote bedrijven zweren bij het zuivere zout van Luisenhall. Kneipp – van de zeep en badzouten – koopt alleen maar grof Göttinger zout. De ruwe sole – zout water – wordt verkocht aan dierentuinen die het gebruiken in hun aquaria en aan heilbaden. Naast de stokoude fabrieken is een badhuis gebouwd. In het bad pure sole. “Alsof je in de Dode Zee drijft, maar dan in zuiver zout water”, legt Marghareta uit. Met een zakje grof zout voor de zoutmolen gaan we weer naar huis. Een mooi aandenken aan een interessante stad. Dit moet wel het oudste souvenir zijn dat ik ooit heb meegenomen.
Göttingen – tips
Sybylle verbleef op uitnodiging 48 uur in de Duitse stad Göttingen.
Rondleidingen
Via het Bureau voor Toerisme (Markt 8, tegenover het Rathaus en Ganseliesel) kun je allerlei thema-rondleidingen door de stad boeken. Er zijn o.a. rondleidingen langs historische bezienswaardigheden, de ondergrondse gewelven, kroegen, binnentuinen en de saline.
Eten&drinken
* Kaffeehus – een überhip koffiehuis waar ze zomers ijs en ’s winters soep verkopen. Ook hun koffie en de taartjes zijn smakelijk. Uitbaters zijn Jan en Jens Knichalla.
* Kartoffelhaus – Duitsers zijn gek op aardappelen en dat is Göttingen niet anders.
* Boccadoro – er zijn talloze restaurants in Göttingen, dus ook Italiaanse. Bij Boccadoro zwaait Napolitaan Salvatore Ciniglio de scepter.
Overnachten
* Hotel B&B City is eenvoudig, op loopafstand van het station en binnenstad en redelijk goedkoop.
- Verliefd op Friesland - 27 mei 2020
- De boven- en onderwereld van Göttingen - 22 november 2019
- Fabelhaftig fietsen – in het Ruhrgebied - 17 januari 2019