Van Berlijn naar Warschau (Heen en Onweer deel 2)

Na een paar te gekke dagen in Berlijn is het tijd om deze stad weer te verlaten en naar Warschau te vertrekken. Ik kan het nauwelijks jammer vinden, omdat ik weet dat er nog veel grotere avonturen op ons liggen te wachten. Volgens onze reispapieren moeten we op de trein stappen bij het Hauptbahnhof. Na veel gedoe met zware tassen, kaartjes kopen, reizen en weer sjouwen en slepen staan we nipt op tijd op het station.

Rapper Def P maakt met zijn vrouw Fenske een wereldreis per trein over het noordelijk halfrond. Zijn avonturen heeft hij opgeschreven in het boek Heen en Onweer en zijn deels op onze site te lezen. In dit deel wordt er vanuit Berlijn per trein naar Warschau gereisd.

Hoogtevrees

Het precies op tijd zijn heeft in ieder geval één voordeel. Het perron is nogal hooggelegen. Onder ons zie je allerlei andere treinsporen en glazen roltrappen lopen en Fenske heeft het niet meer van de hoogtevrees. Dat kan bij haar soms heel heftig zijn. Ze wil zo snel mogelijk van dit hoge perron af en is dolblij dat onze trein er meteen aankomt. Opgelucht beginnen we even later onze reis naar Polen.

Alleen tot mijn grote verbazing staan we even later stil op het Ostbahnhof. Je weet wel, dat station vlak naast ons hotel! Ongelofelijk! Ik kan het hotel gewoon zien! Hebben we weer door onhandige reisinfo een uur lang voor niets geploeterd met onze volle bepakking. Ik ben door dit geintje aardig geïrriteerd, maar Fenske bedaart me weer door me er op te wijzen wat een mazzel we juist hebben, omdat we deze trein nog maar net hebben gehaald. Inderdaad, het had veel erger gekund. Nu rijden we tenminste nog naar Polen.

Def P in de trein

Heen en Onweer, een boek deels geschreven in de trein

Met de trein naar Warschau

We zijn Berlijn nog maar nauwelijks uitgereden, of het landschap verandert van stad naar bos. Het treinpersoneel spreekt ons al aan in het Pools. We staan een tijdje stil aan de grens en beginnen vervolgens aan een lange rit door Polen. Ik denk aan de talloze mensen die deze lange rit in de Tweede Wereldoorlog maakten onder de meest erbarmelijke omstandigheden. Ongelofelijk om zo naar je eindstation te moeten reizen. En wat een eind nog. Wij zitten er gelukkig comfortabel bij in een mooie, schone trein.

Onze coupé ruikt zelfs een uur na zijn vertrek nog steeds alsof er schimmelkaas in kattenpis wordt gekookt

We hebben trouwens mazzel met onze coupé. Een groot deel van de reis hebben we een zespersoons-coupé helemaal voor onszelf. Hoe prettig dit kan zijn, blijkt later wel. Halverwege de rit door Polen komt er een oudere man bij ons zitten. Hij ziet er best netjes uit in zijn donkerblauwe confectiepak, maar hij stinkt een uur in de wind. Gelukkig gaat hij er na anderhalf uur weer uit, maar onze coupé ruikt zelfs een uur na zijn vertrek nog steeds alsof er schimmelkaas in kattenpis wordt gekookt.

Als we in de Poolse hoofdstad Warschau aan het eind van de middag via de buitenwijken aan de westkant komen binnenrijden, is onze eerste indruk nogal grauw, smerig, armoedig, vervallen en deprimerend. Geen wonder dat zoveel Polen bij ons komen werken. Op het centraal station moeten we ontvangen worden door een mannetje van het hotel dat we geboekt hebben, maar deze is nergens te bekennen. Wel komt er meteen een bedelende zwerver met een stompje op me af. Ik krijg meteen het gevoel in een soort wit India te zijn beland. Maar in plaats van lepra zal het hier wel om een verkeersongeval gegaan zijn, want eenmaal bovengronds gekomen blijken veel Polen te rijden als maniakken.

Het station is erg druk, vies en chaotisch. Overal zien we daklozen en alcoholisten rondhangen. Dit is geen relaxte plek om hulpeloos met al je bagage te staan lummelen, dus het wordt tijd voor actie. We besluiten om maar met een taxi naar het hotel te gaan, dus ik moet zo snel mogelijk aan Pools geld zien te komen. Aan de overkant van een drukke weg is een bank, en ik moet flink hard rennen om de twee vijfbaanswegen heelhuids over te komen. Er is nergens een zebrapad te bekennen. Aan alle kanten zoeven de auto’s me met een noodgang voorbij.

Fenske kijkt ongerust toe. Niemand lijkt ook maar enigszins af te remmen om een portie geplette darmen op zijn motorkap te voorkomen. Als ik met Pools geld bij de taxistandplaats terugkom, blijkt ons hotel slechts 300 meter verderop te zijn. Schuin aan de overkant! Ik ben blij dat we een eerlijke chauffeur treffen, die ons dat meteen vertelt en ons niet meeneemt via een toeristische omweg.

Niet oversteken, maar ondersteken

Nu moeten we wel de twee vijfbaanswegen weer oversteken, en ditmaal met onze volle bepakking. En dat is een helse klus! Eenmaal aan de overkant blijkt dat we dit helemaal niet hadden mogen doen, want er is een speciale voetgangerstunnel onder de weg door gebouwd. Oeps! Totaal over het hoofd gezien. Zo komen we er op de moeilijke manier achter dat Poolse voetgangers bij brede wegen niet oversteken, maar ondersteken. Weer wat geleerd!

Een simpele pizza voelt aan als een heerlijk koningsmaal en de fles wijn om hem weg te spoelen is snel leeg

Na het inchecken kunnen we niet wachten om de stad te verkennen. Het is ondertussen al avond en ik sterf van de honger. Een simpele pizza voelt aan als een heerlijk koningsmaal en de fles wijn om hem weg te spoelen is snel leeg. Hierna lopen we een beetje door de stad totdat we opeens een ondergronds jazzcafé ontdekken. Het is een soort chique nachtclub met goede livemuziek en heerlijke cocktails. Precies wat we zoeken!

We drinken daar een paar heerlijke mojito’s tegen een fijn Pools prijsje. En zoals het een ouderwetse jazzclub betaamt, mag hier volop gerookt en gezopen worden. Je kan er zelfs een blowjob-cocktail bestellen met hete noten op de koop toe. We vermaken ons er tot in de kleine uurtjes. Daarna genieten we van een schone hotelkamer met een goed bed.

’s Nachts in bed denk ik nog even na over het uiterlijk van de Polen. Ze zien er, net als de Duitsers, uit als blanke Europeanen. Maar in theorie, zo bedenk ik mij, zou je op een treinreis naar het oosten de mensen toch langzaam in Mongoliërs en Chinezen moeten zien veranderen. Dus de Polen zouden daar al iets meer op moeten lijken dan de gemiddelde Duitser. En is het nou mijn fantasie, of lijkt hun huid al echt iets geler en de gezichten wat platter? Ik vind het leuk om de hele reis op dit soort dingetjes te letten en de subtiele overgangen bewust te ontdekken.

In ieder geval hebben ze niet van die typische rode hoofden zoals Nederlanders die op vakantie zijn. En ze lijken ook minder modieus en hip gekleed te gaan. Maar dat komt misschien ook omdat Nederland rijker is. Of dommer. Ik heb zelf duidelijk niets met mode. Want wat is het nou eigenlijk? Massaal meelopen met de laatste trends en betalen om reclame te maken voor een stom merkje.

Eén dag in Warschau

Vandaag is onze eerste reisdag met écht mooi en zomers weer. Het is ook onze enige volle dag in Warschau. Onze eerste indruk toen we de stad binnenreden bleek gisteravond al grotendeels onterecht, dus vandaag belooft veel goeds. We beginnen met een uitstekend ontbijtje en gaan daarna als echte toeristen op stap. Dat wil zeggen: tas op de rug en camera op de buik. En een plattegrond in de achterzak natuurlijk.

Het is wel overduidelijk dat de oorlog een grote rol in de geschiedenis van Polen heeft gespeeld.

We hebben een mooie wandelroute uitgestippeld die zo’n beetje langs alle mooie plekken en belangrijke monumenten van de stad leidt. Het is wel overduidelijk dat de oorlog een grote rol in de geschiedenis van Polen heeft gespeeld. Op elke hoek word je er wel op de één of andere manier aan herinnerd. Het stikt in Warschau van de monumenten, graven, gedenkstenen en standbeelden die er iets mee van doen hebben.

Kunstwerk in Warschau

Je ziet er ook ontzettend veel mooie, oude gebouwen in allerlei warme geel- en bruintinten, afgewisseld met oude, statige kerken. Warschau is prachtig, het overtreft al onze verwachtingen. De fotogenieke omgeving, in combinatie met het zonnige weer, biedt de perfecte gelegenheid om onze nieuwe camera eens goed uit te proberen. Zo trekken we door de hele stad en schieten mooie plaatjes van schilderachtige taferelen.

Tegen het einde van de middag is het gedaan met de warmte en begint het opeens keihard te regenen en te onweren. De regen komt met volle kracht naar beneden en iedereen zoekt snel een droog heenkomen. Gelukkig dat de stad ook leuke plekken om te schuilen biedt, waar we meteen een hapje kunnen eten. Het overdekte winkelcentrum lijkt nu opeens een stuk interessanter dan bij mooi weer. Je zou er bijna van gaan shoppen!

Net als we op een hoge glazen roltrap staan om naar boven te gaan, krijgt Fenske opeens een heftige angstaanval. Haar extreme hoogtevrees kan soms venijnig hard toeslaan. Van het ene op het andere moment begint ze spontaan te hyperventileren, terwijl haar hart zowat uit haar keel bonkt. Zo goed en zo kwaad als het gaat, komt ze in een winkel tussen twee jassenrekken een beetje bij en krijg ik haar met de nodige overtuiging weer veilig beneden. Gelukkig zakt de angst daar snel en kunnen we meteen naar buiten lopen, waar het inmiddels weer droog is. Daar knapt ze gelukkig snel op.

Later drinken we in die buurt nog wat in het Poolse Hard Rock Café. Drinken is ook eigenlijk het enige dat je daar kan doen. Of je moet komen voor het bekijken van commerciële videoclips, waarvan het hardrockelement meestal ver te zoeken is.

Dronken portier

Op weg terug naar ons hotel willen we ergens nog een laatste drankje halen. Zo belanden we per ongeluk in een soort Poolse aso-tent. Ik heb nog maar net een voet over de drempel gezet, of een dronken portier met een gemene, hoekige pitbullkop komt agressief op me afgelopen. Hij begint in het Pools tegen me te snauwen. Ik vraag hem beleefd of hij ook Engels spreekt, maar hij begint steeds harder te snauwen in het Pools en wijst af en toe naar beneden.

Een paar mensen aan de bar kijken me nu ook aan met een niet al te intelligente blik in hun ogen. De sfeer wordt plotseling nogal grimmig en daar heb ik helemaal geen zin in. We houden het voor gezien en lopen weer naar buiten. Vermoedelijk mag je daar niet naar binnen met gymschoenen of een trainingsbroek of zo. Zoiets vermoed ik door het wijzen. Dat zou trouwens wel ironisch zijn als je zag wat voor gespuis daar binnen zat. Hoe dan ook, we hebben een geweldige tijd in Warschau en het is eigenlijk ook wel tijd om te pitten.

Morgen hebben we weer een stevige treinreis voor de boeg. Gelukkig ben ik oud en wijs genoeg om mijn dag niet te laten verknallen door dit soort trieste figuren. Je kunt er wel tegen ingaan, maar voor je het weet is door zo’n akkefietje de rest van je hele reis verknald, omdat je in een vreemd land in een derderangs ziekenhuis ligt.

Reizen is ontdekken

Onbekend Warschau

Deze dag begint weer goed met een lekker ontbijtje. We mogen tot drie uur ’s middags onze kamer houden en daar maken we goed gebruik van. Onze trein zal pas om negen uur ’s avonds vertrekken, dus we hebben nog tijd zat om een onbekend deel van Warschau te verkennen. Het is mooi weer, dus we pakken hier en daar een terrasje en genieten van onze laatste dag in deze mooie stad.

De gesmolten kaaslucht van mijn spaghetti heeft ineens een hele nare associatie. We hebben geen trek meer in een toetje en zijn er heel snel weer weg

Als we ’s avonds trek krijgen, eten we wat op een keurig, net buitenterras van een Italiaan. We weten dan nog niet dat naast dit terras een steegje loopt, wat kennelijk een belangrijke doorlooproute voor zwervers en bedelaars is. En ons tafeltje is helaas erg in trek. Sommige bedelaars stinken zo verschrikkelijk dat de eigenaar van het restaurant, die duidelijk bekend is met dit fenomeen, ze wegjaagt met een glas water in zijn ene hand, en in zijn andere hand een doek die hij voor zijn neus houdt. Dit doet hij om de zwervers vooral niet aan te hoeven raken of te ruiken. Kun je nagaan hoe erg die gasten stinken! De gesmolten kaaslucht van mijn spaghetti heeft ineens een hele nare associatie. We hebben geen trek meer in een toetje en zijn er heel snel weer weg.

Ons laatste uurtje Warschau brengen we door in ons hotel, waar beneden in de loungebar een jazzband speelt. Nog een laatste borrel en dan hobbelen we met volle bepakking naar het station. We zullen nu in één stuk doorrijden naar Minsk. Ook al zo’n stad met een heftige oorlogsgeschiedenis. Ik ben erg benieuwd naar de sfeer daar, vooral omdat sommige Nederlandse reisbureaus weigerden de reis daar naartoe voor ons te regelen. Wit-Rusland wordt wat dat betreft toch vaak als moeilijk ervaren. Maar met een beetje zoeken en doorzetten zijn we toch aan een visum en een ticket gekomen.

Lees hier deel drie van Heen en Onweer: Van Warschau naar Minsk.

De andere helft van dit hoofdstuk is te lezen in het boek Heen en Onweer van Def P, waarin de avonturen van zijn wereldreis worden gekoppeld aan verhalen uit het leven van Def P. Behalve de landen en gebieden die hij aandoet tijdens zijn treinreis (Duitsland, Polen, Wit-Rusland, Rusland, Siberië, Mongolië, Tibet, China, Japan en Canada) bevat het boek ook bijzondere uitstapjes naar onder meer het Cuba van Fidel Castro, een Bosnië in puin, het Spanje van de toeristen, de achterbuurten in de VS begin jaren ’90 en de sloppenwijken van Zuid-Afrika.

Def P

Vragen? Suggesties? Of jouw reishonger delen?

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je mag alleen HTML tags en attributen gebruiken:

<a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>