De Mekongdelta
De Mekongdelta wordt wel de “rijstschuur van Vietnam,” genoemd maar produceert naast rijst een groot deel van de vis en het tropisch fruit dat het land voedt en exporteert. Het is ook een plek waar cultuur, handel en natuur samenkomen. Aan de spirituele kant vind je er Chinese tempels, katholieke kerken, moskeeën en de opvallende tempels van de Cao Dai. Deze tempels zijn vaak kleurrijk versierd, met symmetrische ontwerpen en symbolen die de diverse invloeden van het geloof weerspiegelen, zoals het alziende oog, een centraal element in de Cao Dai-symboliek. En ook de Khmer hebben er hun sporen nagelaten. ‘Industriële’ activiteit beperkt zich meestal tot kleinschalige fabriekjes waar snoepjes, bonbons, of rijstwafels worden gemaakt.
De fabricage van rijstwafels
De meeste mensen doen een kort tourtje langs de hoogtepunten van de Mekongdelta. Ik bezocht de delta vrij uitgebreid in het kader van mijn ‘volg de Mekong’ meerjarig reisplan. Eigenlijk is het, los van de tourtjes, een ‘off the beaten track’ bestemming. Op Can Tho na zie je eigenlijk nauwelijks toeristen en is het lastig om Engelse menu’s te vinden. En hoewel Google translate erg goed is in het vertalen van tal van uitleg bij gedenktekens en musea schiet het programma ernstig tekort bij het vertalen van menu’s. De mensen in en rond hotels en restaurants zijn daarentegen weer zeer behulpzaam.
Vervoer gaat met bussen. Tegenwoordig is de nachtbus in Vietnam wel het belangrijkste middel van lange afstandsvervoer voor toeristen maar zelfs lokale bussen die overdag rijden hebben alleen een soort ligstoelen. In bijna alle plaatsen huurde ik een scootertje om heerlijk te toeren door de geuren van bloemen, vis, nat zand en af en toe kruiden. En natuurlijk is het ook zaak om af en toe een boottochtje te doen.
My Tho
Dit is de plaats in de Mekong delta die het dichtst bij Ho Chi Minh city ligt. Ik had geen zin in een busrit met lange afstanden naar en van de stations en nam een Grab-taxi. My Tho werd in de 17e eeuw gesticht door Chinese immigranten die voor oorlogen gevlucht waren. De naam ‘My Tho’ betekent ‘mooie rietvelden’ in het Vietnamees. Rietvelden zie je nauwelijks meer, het is een belangrijk handelscentrum voor rijst en tropisch fruit.
Ik boek een boottochtje naar Coconut island (Thai Son-eiland). Het is een beetje een ‘tourist trap’, zit ook in veel dagtourtjes. Je vindt er bijenkwekerijen die honing verkopen en fabriekjes van kokos-snoepjes. Maar het wat obligate geroeide tochtje door kleine kanaaltjes met een dak van nipapalmen is toch wel een mooie belevenis.
Roeitocht door de nipapalmen, ook wel mangrove palm genoemd
De band met de Mekong is hier duidelijk. Langs de kade liggen vissersboten, wordt vis gedroogd op grote rekken en op de markt zie je een enorme verscheidenheid aan vis, garnalen en schelpdieren. Niet ver van het centrum stuit ik op een Cao Dai tempel met alle klassieke stijlelementen en de kenmerkende kleuren.
Vissersboten op de Mekong
Vis wordt gedroogd aan de kade
Vis wordt op rekken gelegd
Schelpdierenverkoopster
Een groot assortiment garnalen
Maar de parel van My Tho is toch wel de Vinh Trang-pagode. Het is een mix van Vietnamese, Khmer- en Franse architectuur, met grote Boeddhabeelden en serene tuinen vol kleur. Binnenin bevinden zich ongeveer 60 houten Boeddhabeelden uit de 20e eeuw en drie oude bronzen Boeddhabeelden. Op het terrein vind je ook drie grote Boeddhabeelden die het verleden, het heden en de toekomst symboliseren. De liggende staat voor het verleden en de staande voor het heden. De zittende ‘gelukkige Boeddha’ tenslotte staat voor de toekomst.
De Vinh Trang-pagode
De Boeddha van het verleden
De Boeddha van de toekomst
Vlakbij vind je nog een bescheiden en niet erg kleurrijke Cao Dai tempel.
Bén Tre
Bén Tre, hoofdstad van de gelijknamige provincie, is een volgende stap in de Mekongdelta. De plaats ligt niet ver van Can Tho. Hier gaat het niet om vis, maar vooral om kokospalmen. In het stadje vind je Chinese tempels en een katholieke kerk in Vietnamese stijl. Tijdens de Franse koloniale periode en de Vietnamoorlog speelde Bén Tre een cruciale rol in het verzet vanuit de Mekongdelta. Er is een museum in een fraai koloniaal pand waarin onder meer de opstanden in 1960 worden herdacht waarin ‘puppet officials, spies and wicked officers’ werden gedood of verwond.
Het museum
Op een scootertje verken ik de overkant van de Bén Tre rivier, strikt genomen een eiland, hoewel het via veel bescheiden bruggen met Bén Tre verbonden is.
Kokosnootpalmenboomgaarden domineren hier het landschap. Maar je vindt er ook cacaoplantages met kleine fabriekjes van snoepjes en cacao rum en fabriekjes waar rijstpapier, al dan niet gekruid, wordt vervaardigd. En kleinschalige weverijen.
De Mekong bij Ben Tre
Rijstpapier wordt gedroogd
Weverij
Ik beland tenslotte in de plaats Ba Tri, waar godshuizen van verschillende pluimage vlak bij elkaar liggen en heroïsche standbeelden de rotondes sieren. Ook een leuke plek voor de lunch.
Kokosnoten worden opengebroken
Heroisch standbeeld in Ba Tri
Ba Tri – Cao Dai tempel
Ba Tri – RK kerk
Trà Vinh
Ook Trà Vinh is zowel een provincie als een stad. Hier vind je een mix van culturen waarin Khmer-erfgoed een belangrijke rol speelt. De provincie heeft meer dan 140 Khmer tempels en pagodes. Het stadje heeft er een paar, alsmede een grote markt en een zendmast gevormd als de Eiffeltoren. De eerste avond bestel ik op plaatjes wijzend een vis-hotpot. Terwijl ik probeer te bedenken welke verschillende gaartijden voor groente, filets en schaaldieren ik moet toepassen komt er een jongeman langs die de hele schaal in de bouillon kiepert.
De volgende dag ga ik op pad op de scooter. Er zijn veel plekken te bezoeken en de afstanden zijn flink dus neem de tijd. Ik zoek een paar van de fraai uitziende en mooi gelegen tempels. In de stad vind je, naast een katholieke kerk Chua Ong Met en een paar kilometer verderop in een buitenwijk Chua Khmer. Ik rijd langs een aantal iets minder interessante exemplaren, tot ik bij Chua Chong Top aanland. Dit is één van de weinige keren dat ik ook monniken op het terrein tref.
Chua Ong Met
Chua Khmer
Chua Chong Top
Monniken bij Chua Chong Top
En dan is het nog een uurtje rijden tot Chua Vam Ray. Dit is de grootste Khmer tempel in de Mekongdelta en in heel Vietnam. De tempel werd oorspronkelijk meer dan 600 jaar geleden gebouwd. Het is geen archeologische site. Integendeel, het is een levende tempel, herbouwd en gerenoveerd met particulier geld. Daardoor is het natuurlijk geen Unesco monument, maar het grote complex oogt indrukwekkend. Het is een mix van de traditionele Khmer-stijl en moderne elementen. Het hoofdgebouw heeft vier ingangen, met de hoofdingang gericht naar het oosten, zoals gebruikelijk is in Zuid-Vietnamese Khmer-tempels. Ondanks dat de tempel grotendeels nieuw gebouwd is, zijn toch veel kenmerkende stijlelementen aanwezig. Zoals de torens bij de ingang. Maar er zijn ook tal van elementen uit het Boeddhisme, zoals de liggende Boeddha van 54 meter lang.
De hoofdingang van Chua Vam Ray
Veel goud in Chua Vam Ray
Wachters in Chua Vam Ray
Volop decoratieve elementen
De liggende Boeddha in Chua Vam Ray
Can Tho, de grote stad in de Mekongdelta
Can Tho is een dichtbevolkte stad met zo’n 1,2 miljoen inwoners. Verreweg de grootste plaats in de Mekongdelta. Er is een levendig waterfront met restaurants in alle soorten, menu’s in het Engels, westers eten (Franse keuken) voor wie dat wil (oké, ik na een paar weken ook weer een keertje). Er is een nachtmarkt voor eten, een nachtmarkt voor kleding en er zijn wat karakteristieke gebouwen, zoals bijvoorbeeld de koloniale overdekte markt, die grotendeels als restaurant dienst doet. En een groot beeld van Ho Chi Minh in het parkje aan het waterfront.
De overdekte markt
Ho Chi Minh
Winkeldame
De tempels in Can Tho zijn, op de bekende Ong tempel aan het waterfont na vaak bijna verborgen in steegjes of niet als zodanig herkenbaar langs de weg. Ik bezoek te voet de fraaie zalen van de Chua Pita Khosa Rangsay, ingeklemd tussen kleine straatjes met diverse winkeltjes.
Chua Pitu Khosa Rangsay
Chua Pitu Khosa Rangsay
En ook de aan de buitenkant fraaie Chua Munir Ansay is gevestigd in een achterafstraatje.
De achterafstraatjes van Can Tho
Chua Munir Ansay
Een heel ander soort tempel is de tempel voor de Hùng koningen, de stichters van Vietnam. Het is een ontwerp vol symboliek. Als een gestileerde bronzen trommel met 18 bogen vertegenwoordigt het hoofdgebouw de 18 generaties van de Hùng koningen. De vierkante basis in een ronde vijver symboliseert de filosofie van de “ronde hemel en vierkante aarde”. Verder vertegenwoordigen 54 pilaren in de vijver de 54 ethnische groepen van Vietnam en de verbinding met de watercultuur van de Mekongdelta. De belettering is een wat sciencefiction-achtig ogende abstractie van oude Chinese en Vietnamese karakters.
Hung Kings tempel
De verschillende volken van Vietnam
De Mekongdelta bij Can Tho
Aan de overzijde van de rivier vind je het achterland van Can Tho. Ik huur een scooter en ga op pad. De weg die naar het platteland moet voeren is er één die bijna geheel wordt geflankeerd door winkeltjes, werkplaatsjes, fabriekjes, reparatiebedrijven en woonhuizen die een front vormen voor een zichtbaar stuk achterliggend akkerland. Het is een kleinschalige variant van de verdozing langs onze snelwegen. Maar er groeien overal bloemen langs de weg en hun geur mengt zich met die van wat er allemaal achter groeit. Af en toe met een aangename vleug koriander.
Ik passeer meer dorpjes en velden tot ik op een fraaie Cao Dai pagoda stuit. Als ik na de bezichtiging van het interieur de kerk aan de zijkant verlaat, word ik naar binnen gewenkt in een zaaltje achter de tempel. Het is lunchtijd en ik moet mee eten. Gastvrijheid is onderdeel van de Cao Dai cultuur. Er volgt een heerlijke, maar overvloedige vegetarische maaltijd.
Cao Dai Pagode Vinh Xuan
Lunch
Cao Dai priester
Cao Dai Pagode Vinh Xuan
En natuurlijk is er de bekende drijvende markt. Ik maak een deal met een oud vrouwtje en om vijf uur in de ochtend vaar ik weg. De drijvende markt is tegenwoordig grotendeels een groothandelsmarkt. Forse boten vol meloenen, kokosnoten, kolen en andere producten. Wat vanaf een boot verkocht wordt, hangt duidelijk zichtbaar aan een lange paal. Verder krioelt het van de toeristenboten, grotendeels gevuld met Chinezen. Als we wat verder varen, zijn er wat kleinere boten te zien, die op hun beurt vaak weer cateren voor de toeristenboten.
Bedrijvigheid op de Mekong
Drijvende markt
Meloenen te koop
Chau Doc
Chau Doc is een mooie off the beaten track bestemming. Zorg dat je bij het waterfront zit, wat ik overigens voor alle plekken aan de Mekongdelta vind gelden. Een landmark is het koloniale Victoria Chau Doc hotel, met de charme van het oude Indochina. Je hoeft er niet te verblijven om op het terras met een cocktail van de zonsondergang te genieten.
Je vindt in Chau Doc behalve de Vietnamezen en de Khmer (Chau Doc ligt dicht bij Cambodja) ook de Cham, met hun eigen (moslim) cultuur en taal. En er zijn de viskwekerijen. Hele drijvende dorpen op de Hau rivier, zoals de Bassac heet zodra hij de grens met Vietnam is overgegaan. Ik regel een tochtje met een bootsvrouw. De rivier leeft vroeg in de ochtend. Grote en kleine boten op de rivier en langs de kant. Rijtjes felgekleurde huizen druiven op de rivier, sfeervol vervallen bootjes, woningen met veel groen.
Op de rivier
Drijvende huizen in diepe kleuren
Huis en boot
We stoppen bij één van de drijvende loodsen. Een vloer met een paar gaten en wat machines. Hier wordt de pangasius in 10 maanden tijd van larve opgekweekt tot een exemplaar dat één kilo filet oplevert. En hier zwemmen zo’n 10.000 vissen. Als de vrouw een schepje voer in een gat gooit vechten duizenden vissen zich naar de oppervlakte.
Vissen voeren
We vervolgen onze weg en leggen iets verderop aan bij een markt, waar Cham zich mengen met de Khmer en de Vietnamezen. Tegenover de markt ligt de Sunnah moskee. Een aanrader dit tochtje.
De markt
De moskee
Maar behalve cultuur heeft Chau Doc ook natuur in petto. Per scooter ga ik op zoek naar het Trà Sư Cajuput Forest, een natuurgebied dat bekendstaat om zijn overstromingsbossen en biodiversiteit. Dit bos is een typisch cajuputbos (de boomsoort Melaleuca), dat tijdens het regenseizoen grotendeels onder water staat. De ingang is wat lastig te vinden, maar de rit erheen is alleen al de moeite waard. Het is een park, met voetpaden die door de ondergelopen bossen voeren en wat aangelegde uitzichtjes met vogelhuizen.
Je kunt het park deels te voet bezichtigen, maar het mooist is toch een boottocht. Dat kan geroeid of in een gemotoriseerde boot. Ik doe beide, maar als je een keuze moet maken dan is de geroeide variant aan te raden, omdat de rust en het tempo beter bij het gebied passen. Onderweg zie je de vogels waar het park rijk aan is, waaronder reigers, aalscholvers en ooievaars.
Tra Su Forest
Tra Su Forest
En dan is er nog Sam mountain. Een uit het vlakke landschap oprijzende 284 meter hoge heuvel. Het is het hoogste punt in de Mekongdelta met een spirituele betekenis en tal van heiligdommen langs de paden naar de top. Vooral Phuoc Dien Tu is fraai aangelegd.
Sam Mountain
Phuoc Dien Tu, Sam Hill
Phuoc Dien Tu, Sam Hill
Tenslotte is Chau Doc ook nog de de plek vanwaar de boot naar Cambodja vertrekt. Een reden te meer om de plaats aan te doen. Die bootreis over de Mekong is een mooie manier om Cambodja binnen te gaan of te verlaten.
De Mekongdelta
- Gent: tradities en rafelrandjes - 8 maart 2025
- Slow travel door de Mekongdelta - 8 februari 2025
- Saarland: onverwachte ontdekkingen - 21 januari 2025