Slapen in een gertent in Mongolië (Heen en Onweer deel 9)

Deze ochtend wordt er om zes uur op de coupédeur geklopt. We moeten ons snel aankleden en onze tassen inpakken, want rond half zeven zal onze trein aankomen in Ulaanbaatar, de hoofdstad van Mongolië. We kijken nieuwsgierig uit het raam en onze eerste indrukken van Mongolië zijn arm en rustig. In Mongolië zullen we een paar nachten overnachten in een zogeheten gertent.

Rapper Def P maakt met zijn vrouw Fenske een wereldreis per trein over het noordelijk halfrond. Zijn avonturen heeft hij opgeschreven in het boek Heen en Onweer en zijn deels op onze site te lezen. In dit deel reist Def P met de Trans Mongolië Express naar Mongolië, waar hij een paar nachten zal verblijven in een gertent.

Anders dan Rusland

Volgens alle verhalen die we van tevoren hoorden en lazen moet dit een nogal hectisch station zijn, dat wemelt van de zakkenrollers. We zijn dus op onze hoede en hebben alles goed opgeborgen. Eenmaal op het station aangekomen, blijkt het gelukkig mee te vallen. Misschien is het nog iets te vroeg voor de boefjes, want er hangt juist een rustige en vredige sfeer op het station. Het is wel duidelijk dat dit een ander land is dan Rusland.

Om te beginnen zitten we in een heuvelachtig landschap met bijna nergens bomen en overal dun, geelgroen gras. Hier en daar zie je de bekende, ronde, witte gertenten staan; soms met wat paarden of koeien ernaast. In onze eerste twee dagen zullen wij ook in zo’n gertent verblijven, maar dan in de natuur. Zo kunnen we zelf eens ervaren hoe zo’n zeventig procent van de Mongoliërs tot op de dag van vandaag nog woont.

We kijken onze ogen uit in het bijzonder fraaie landschap, met zijn grillige rotspartijen en ongerepte natuur

Afgelegen plek

We stappen in een busje dat ons naar het tentenkamp zal brengen, dat ongeveer een uur buiten de stad ligt. Onderweg stoppen we even om Mongools geld te pinnen en een lekker ontbijtje naar binnen te werken. Daarna stappen we weer in het busje voor een lange en hobbelige rit. We gaan duidelijk naar een flink afgelegen plek. Tijdens deze rit kijken we onze ogen uit in het bijzonder fraaie landschap, met zijn grillige rotspartijen en ongerepte natuur.

Op aanraden van onze chauffeur stoppen we onderweg even bij een gertent van een lokale kunstenaar. Zo kunnen we al een beetje ervaren hoe de mensen hier wonen. We worden vriendelijk ontvangen en de beste man heeft de kachel al lekker warm gestookt. Voor een habbekrats kopen we (zonder af te dingen) een paar leuke, kleine, handgeschilderde kunstwerkjes van hem. Hij blij, wij blij.

Vriendelijk en behulpzaam

Alle Mongoliërs die we tegenkomen op deze vroege busrit, zijn stuk voor stuk allemaal zeer relaxed, vriendelijk en behulpzaam. Echt een opluchting om eindelijk weer in een land te zijn waar we ons welkom voelen. Een land van mooie mensen met karakteristieke koppen en vriendelijke ogen. Ze hebben een totaal ander uiterlijk en karakter dan de Russen. En net als bij het landschap komt deze verandering vrij plotseling. Best vreemd om te zien hoe je na een nacht doorrijden met de trein in een hele andere wereld terecht kan komen. In tegenstelling tot hoe ik het mij voorstelde, is er dus niets geleidelijks aan.

We horen dat door de extreem strenge winter het bad kapot is gevroren, want de baas komt zich persoonlijk verontschuldigen

Als we bij ons tentenkamp aankomen, zien we dat dit inderdaad een schitterende plek is midden in de natuur. Er wacht ons nog een leuke verassing. We krijgen hier zelfs de bruidssuite! Dat wil zeggen: de enige gertent met een tweepersoonsbed. Erg fijn dat Fenske en ik ons weer even bruidspaar kunnen voelen. Na twee nachten boven elkaar slapen op kleine, harde treinbedjes geeft dit een welkom gevoel. Bij het tentenkamp staat ook een stenen gebouw met daarin een soort kantine en een binnenbad. We horen al gauw dat door de extreem strenge winter het bad kapot is gevroren, want de baas komt zich persoonlijk verontschuldigen.

Om het goed te maken ligt er een fles wodka in onze gertent. Die is ook welkom, want het is nog best koud in Mongolië. Dat merken we nu extra, omdat we nog behoorlijk moe zijn van de lange reis en eigenlijk meteen het tweepersoonsbed in willen duiken. Dat wordt dus diep onder dubbele dekens wegkruipen met onze kleren nog aan. Na een uurtje of twee pitten zijn we aardig bijgekomen. We halen een paar bakken hete soep en daarna voelen we ons weer fit genoeg om het landschap te ontdekken.

Canyon

We kijken om ons heen waar de hoogste bergtop zich bevindt en besluiten deze meteen maar fanatiek te beklimmen. Omdat we al aardig hoog zitten, blijkt dat nog een vermoeiende klus te zijn door de zeer ijle lucht. De zon is inmiddels flink aan het schijnen, dus we hebben het ook al gauw bloedheet. Na een beetje doorzetten zitten we even later bovenop de hoogste bergtop onze flesjes water op te drinken. We kijken tevreden om ons heen. Het landschap is wild, ongerept en prachtig. De geelgroene heuvels lijken wel een laken en de hoge, steile rotspartijen doen me een beetje denken aan Amerikaanse canyons.

Uitzicht Mongolië

Op de top staan allemaal bomen die zo te zien nog wel even bij moeten komen van de strenge winter. Hier en daar grazen kuddes wilde koeien en in de verte zien we kleine witte stipjes van andere kampen met gertenten. Als we onze bergtop weer afdalen, moeten we dwars door zo’n kudde wilde koeien en stieren heen. Fenske vindt het doodeng. Het is ook wel een beetje mijn schuld, omdat ik net een verhaal over op hol geslagen koeien heb verteld. Ik heb met haar te doen en probeer mijn lachen in te houden. Als Fenske bang is wordt ze altijd heel ernstig, en kan ik daar maar beter een beetje in meegaan. Gelukkig heeft de kudde niet de ambitie ons aan te vallen en lopen we even later opgelucht weer verder.

Reizen verbindt

Als we weer bij onze tent aankomen, zien we onze buren al bij de vuurplaats zitten. We hebben in de trein een heel ploegje Nederlandse reizigers leren kennen en die zitten nu gezellig met elkaar te ouwehoeren, met de flesjes wodka reeds geopend. We gaan er bijzitten en merken meteen weer hoe makkelijk reizen mensen kan verbinden. Ongeacht leeftijd, geslacht of beroep hebben we voor een deel allemaal dezelfde reis gemaakt. En iedereen geniet duidelijk van alle bijzondere indrukken die we te verwerken krijgen.

We gaan met zijn allen naar het restaurant en gaan daar als één gezellige groep aan een lange tafel zitten. Daar krijgen we een prima maaltijd met verse lokale ingrediënten. Fenske en ik gaan daarna weer naar de vuurplaats. We zitten daar nog lang na te praten met de moeder en de dochter uit Amsterdam, die al bij Perm bij ons in de trein stapten. Ze zijn een leuk en gezellig stel samen.

Reizen is ontdekken

De dochter, Lisette, is met haar negentien jaar de jongste van het hele stel Nederlanders hier, maar ze heeft al een flinke stapel boeken gelezen. Ze heeft ook al aardig wat verre landen gezien. Het ploegje Nederlanders heeft besloten om de volgende dag een groepswandeling te maken, maar Fenske en ik voelen daar niet zoveel voor. Lisette ziet het ook niet echt zitten, dus ontstaat al gauw het idee om de volgende dag wat met zijn drieën te doen.

Kolenkachels

Terwijl we daar aan het praten zijn, wordt het langzaam donker en ondertussen heeft onze kampbeheerder in alle tenten vast de kolenkacheltjes aangestoken. Als we ’s nachts onze gertent inkomen hoeven we er volgens hem alleen nog maar een hele zak kolen bovenop te gooien en dan zal de tent de hele nacht warm blijven. “De hele zak, met zak en al?” vraag ik nog vrij nadrukkelijk.

Ja, dat moet. Ik vind het vreemd dat ik de plastic zak op het vuur moet gooien. Niet alleen omdat een campingbaas in ons milieuvriendelijke Nederland niet zo gauw zal voorstellen om plastic te smelten, maar ook omdat ik bang ben dat de zak door zijn gewicht het vuurtje zal verstikken. Als het vuur minder fel wordt, gooi ik de zak er op.

Waarschijnlijk zijn wij in zijn ogen nu een stel hulpeloze westerlingen die te stom zijn om een vuurtje te stoken

Vlak daarna wordt mijn vermoeden helaas bevestigd. Het vuur dooft. Ik doe een paar vergeefse pogingen om het vuur weer aan te krijgen, maar dat gaat met die harde kolen en zonder aanmaakblokjes toch lastiger dan ik dacht. We halen de jongen van de camping er weer bij en die heeft duidelijk heel veel ervaring met fikkie stoken. Hij vertelt dat hij is opgegroeid in een gertent en dan hoort fikkie stoken zo’n beetje bij je belangrijkste overlevingskunsten.

Gertent Mongolië

Waarschijnlijk zijn wij in zijn ogen nu een stel hulpeloze westerlingen die gewoon te stom zijn om een vuurtje te stoken. Hij rommelt wat met papiertjes en lucifers en heeft al vrij vlot een paar stukjes hout aan het fikken. Even later fikken zelfs de kolen weer en bedanken we de brandmeester vriendelijk. Het vuurtje wordt steeds hoger en de tent wordt al gauw weer aangenaam warm. Het enige nadeel is dat onze tent nu helemaal blauw staat van de rook. Alles stinkt als de hel. Ik vrees dat de rest van de reis al onze kleren naar vuur zullen stinken. Een mooi staaltje integratie.

Bruidssuite

Daar liggen we dan eindelijk in de gertent. Op ons leuke, comfortabele bruidsbed in de gezellige ‘bruidssuite’. Midden in de natuur. Het is heel romantisch, maar we houden er wel een paar mijnwerkerslongen aan over. Gelukkig maar dat dit hier overdag wordt gecompenseerd met superschone, frisse berglucht.

Deze manier van verblijven voelt voor ons aan als primitief kamperen, maar het is voor de meeste Mongoliërs dagelijkse realiteit. Ongeveer dertig procent van de bevolking woont in Ulaanbaatar in stenen huizen, en de rest van het volk trekt nog altijd het land rond met hun kuddes en gertent. Als je daarbij ook nog bedenkt dat het hier ’s winters -40 graden kan zijn en de meeste Mongoliërs te arm zijn om brandhout te kopen, dan durf ik al bijna niet meer te zeggen dat het nu, ’s ochtends in mei, nog verrekte koud kan zijn als je wakker wordt in je tent.

Wat een verwende doetjes zijn wij toch vergeleken met dit bikkelharde volk. Ik krijg steeds meer respect voor hun manier van leven.

De andere helft van dit hoofdstuk is te lezen in het boek Heen en Onweer van Def P, waarin de avonturen van zijn wereldreis worden gekoppeld aan verhalen uit het leven van Def P. Behalve de landen en gebieden die hij aandoet tijdens zijn treinreis (Duitsland, Polen, Wit-Rusland, Rusland, Siberië, Mongolië, Tibet, China, Japan en Canada) bevat het boek ook bijzondere uitstapjes naar onder meer het Cuba van Fidel Castro, een Bosnië in puin, het Spanje van de toeristen, de achterbuurten in de VS begin jaren ’90 en de sloppenwijken van Zuid-Afrika.

Def P

Leave a Reply

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

You may use these HTML tags and attributes:

<a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>