Toen ik weer thuiskwam van die reis, voelde het een beetje alsof ik ontworteld was. Onzin, natuurlijk, want ik mijn wortels liggen in België en ik ben er heel gelukkig. Maar toch. Dat gevoel van ontworteld zijn, van heimwee zelfs, bleef aan me knagen. Ik moest terug. Terug naar dat mooie Sri Lanka van me.
In de herfst van 2024 was het dan eindelijk zo ver. Na twee lange jaren ging ik terug naar Sri Lanka. Vluchten geboekt, bagage ingepakt, mijn reisplan gemaakt. En zo stapte ik op het vliegtuig. Blij als ei. Sri Lanka, ik kom eraan!
De stad Colombo
Het is ochtend wanneer ik land op Bandaranaike International Airport. In de wintermaanden heeft Sri Lanka een verschil van vijf en een half uur met België en Nederland. Ik geef mezelf dus enkele dagen in Colombo om te acclimatiseren voor ik doorreis.
Het centrum van Colombo
En dat is geen straf. Colombo is een wereldstad, een mix tussen traditioneel Sri Lankaans en hypermodern. Hotels en flatgebouwen torenen hoog boven de straten vol tuktuks en stootkarren. De imposante Lotus Tower, met zijn ruim 350 meter de hoogste toren van Zuid-Azië, glinstert in de zon.
Ik neem de tijd om de stad te verkennen. Te dwalen door de straten. Ik bezoek het oude Colombo Lighthouse aan Galbokka Point, en maak foto’s van de helderwitte pagode ernaast, en eet in kleine eethuisjes waar ik rijst en curries en krokante papadums op mijn bord krijg.
Ik sluit mijn dag af met een bezoek aan de Lotus Tower. Bovenop de enorme lotusbloem bevindt er zich een uitkijkplatform vanwaar je een 360° uitzicht over de stad hebt. Zoals wel vaker in Sri Lanka, is de lucht heiig. Het stof legt een soort van waas over de stad en verzacht zijn scherpe kantjes.
Een daguitstap naar Lunuganga Estate
Op de ochtend van mijn tweede dag in Colombo rij ik een eind de stad uit. Daar, op het einde van een zandweg, stop ik aan de poorten van het Lunugange Estate. Lunugange Estate was het landgoed van de Sri Lankaanse architect Geoffrey Bawa. De man leeft intussen niet meer, en zijn landgoed werd een museum en hotel.
Ik wandel door de poort van het landgoed tot ik een cluster lage, witte huizen bereik. Daar word ik verwelkomd met een glas kaneellimonade. Met mijn glas in de hand laat ik me op sleeptouw nemen door de gids, langs de kamers ingericht met houten meubelen, door de tuin met vijvers vol waterlelies. Het landgoed leunt tegen de rivier aan, en aan de overkant zie ik kleine huizen tussen de palmbomen.
Het landgoed is een oase van rust in het soms drukke Sri Lanka. Of je het nu bezoekt of er logeert, het landgoed nodigt je uit een tijdje in de tuin te gaan zitten met een boek of een kopje Ceylon thee.
Hoteltips in Colombo
- Het gloednieuwe Cinnamon Life ligt in het centrum van Colombo en heeft verschillende restaurants en bars, en zelfs een infity pool op het dak. Een betere uitvalsbasis om Colombo te verkennen, vind je niet.
- Het Mount Lavinia Hotel ligt een eindje buiten het centrum van Colombo, aan het strand. Hier vind je rust en de zee, wat heerlijk voelt na een volle dag in de stad.
De bergregio Haputale
Na een paar dagen laat ik Colombo achter me en reis ik landinwaarts. Hoewel Sri Lanka niet erg groot is, heeft het eiland verschillende landschappen. Haputale ligt in het midden van groene bergen met een koel klimaat.
Baker’s Bend
Aan boord van een jeep van Belihuloya Eco Tours ga ik hoger en hoger de bergen in. Asfalt verdwijnt en maakt plaats voor rode zandwegen. Aan weerzijde theeplantages en kleine dorpen. Wolken hangen laag boven de bergen.
Na een uurtje bereik ik Baker’s Bend. Een haarspeldbocht waar de Britse Gouverneur Baker met zijn paard van de berg tuimelde. De gouverneur overleefde, maar het paard stierf. In nagedachtenis van zijn paard bouwde de gouverneur een bocht in de vorm van een hoefijzer. Baker’s Bend.
Ik breng een uurtje door op Baker’s Bend. Ik geniet van het uitzicht, van de bergen en de vlakten in de verte. Af en toe breekt de zon door de mist.
De watervallen van Haputale
Na een poos daal ik in de jeep de berg weer af. Het natte klimaat van de bergen condenseert op de planten, stroomt langs de rotsen en dendert uiteindelijk in enorme watervallen naar beneden.
Veel van die watervallen vind je gewoon, langs de weg. Onderweg stop ik bij de Ravana en Diyaluma watervallen. De laatste is hoger dan 200 meter en lijkt zo uit het decor van een avonturenfilm te komen. De mist van het neerstortende water zweeft boven het natte wegdek.
Trein naar Ella
Hoewel een roadtrip door Haputale en zijn bergen een absolute aanrader is, kan je ook de trein nemen. De beroemde trein naar Ella, die over de Nine Arch Bridge rijdt, snijdt hier door de bergen.
Ik neem de trein in het station van Bandarawela. In een klein uurtje spoort die trein de bergen in, over de Nine Arch Bridge, tot aan het station van Ella. Net zoals in de bekende beelden, hangen mensen aan de rand van de trein, uit de ramen en in de deuropeningen.
Ik weet dat het niet erg veilig is om uit de trein te hangen, maar ik kan het niet weerstaan. De sfeer is zo aanstekelijk. Mensen lachen, gillen, hebben plezier. En ik, ik doe mee. Ik ben in Sri Lanka en ik ben gelukkig.
Hoteltip in Haputale
- Het Melheim Mountain Resort ligt op een scherpe helling en kijkt uit op het zuiden van Sri Lanka. De kamers zijn ruim en comfortabel ingericht, maar de mooiste plaats van het hotel is het terras waar je eet met uitzicht over de bergen.
De droogvlakten van Udawalawe
Na mijn dagen in Haputale buig ik af naar het zuiden. Naar de droogvlakten van Udawalawe. Dat kost me een halve dag rijden, want de wegen in het binnenland zijn schaars en smal. Hoe verder de bergen achter me liggen, hoe heter en stoffiger het wordt.
Safari in Udawalawe
Wie Udawalawe bezoekt, kan niet voorbij Udawalawe National Park. Sri Lanka heeft 26 nationale parken, waarvan Udawalawe een van de bekendste is. Hier leven roofvogels, pauwen, luipaarden en een grote familie olifanten.
Ik stap aan boord van een safari jeep en laat me door het park rijden. Hoewel ik enorm geniet van de pauwen, de arenden, de hagedissen, kijk ik er het meeste naar uit om olifanten te zien. Wanneer de dieren in het zicht komen, laat ik de jeep een poos stilstaan en kijk ik hoe de dieren door de jungle sjokken. Olifanten!
Elephant Transit Home
In Sri Lanka leven er naar schatting 7000 wilde olifanten. Hoewel de meeste daarvan in nationale parken wonen, lopen ze regelmatig de weg op of kruisen ze door akkerland. Jammer genoeg gaat het daar soms mis. Olifanten worden geraakt door auto’s, door treinen of verwond door boeren die proberen hun oogst te beschermen.
Het Elephant Transit Home, vlakbij Udawalawe National Park, vangt gekwetste en verweesde olifanten op. Ze worden er gevoed en verzorgd tot ze weer de natuur in kunnen.
Ik bezoek het Elephant Transit Home, en het bijhorende museum. Wanneer de jonge olifanten gevoed worden, kijk ik vanaf een veilige afstand toe. De dieren slokken melk op, trekken bladeren van takken en trompetteren zo luid dat een normaal gesprek onmogelijk wordt. Ik krijg er geen genoeg van.
Het Pottery Village
Voor ik mijn roadtrip door Sri Lanka verderzet, stop ik bij het Pottery Village. Een centrum waar locals, en dan vooral vrouwen, opgeleid worden door kundige pottenbakkers. Het steengoed dat gemaakt wordt, wordt verkocht aan hotels en restaurants in heel Sri Lanka.
Na een korte rondleiding door de verschillende collecties, mag ik zelf proberen. Ik krijg een schort voorgebonden en een draaischijf met een homp klei tussen mijn knieën. Moeilijk kan het niet zijn, denk ik nog. Dan trap ik de draaischijf aan en gaat de klei alle kanten op, behalve in de richting die ik wil.
Hoteltip in Udawalawe
- Het Waraka Resort is een klein boetiekhotel in de jungle. De kamers zijn ruim en modern ingericht. In het restaurant eet je bijzonder verfijnd en sfeervol. De infity pool weerspiegelt de jungle in het vlakke water. Een echte aanrader!
De kuststad Galle
De kuststad Galle is de laatste stop van mijn roadtrip door Sri Lanka. De laatste stop voor ik terug naar de luchthaven rijd. Galle is een oude stad, waar ooit Nederlandse en Portugese kolonisten voet al wal zetten en een fort bouwden. Dat fort is nu beschermd door UNESCO.
Stadswandeling door Galle
Ik laat me op sleeptouw nemen door een gids, want het is gemakkelijk om verloren te lopen in de smalle straten van Galle. Galle is een mengelmoes van verschillende stijlen en bouwsels. Van kerken tot erg Nederlands aandoende huizen tot een vuurtoren met een onmiskenbaar Europees aanzicht.
Wanneer de zon op haar hoogste punt is en begint te branden, vlucht ik het Maritime Museum van Galle binnen. Het museum huist in de muren van het fort en toont op een charmante manier de geschiedenis van de scheepvaart. Want Galle is in de eerste plaats een oude havenstad. Een plaats waar schepen aanmeerden en aanmeren. Dat het museum een goede airco heeft, is een bonus.
Riviersafari op de Madu Ganga
Mijn roadtrip door Sri Lanka zit er bijna op. Bijna. Onderweg van Galle naar de luchthaven, hou ik halt bij de Madu Ganga delta. Hier stroomt de Madu rivier naar zee in een brede delta vol mangroves en eilanden. Het water is er brak, de eilanden groen en de lucht mistig.
Ik ga aan boord van een kleine rivierboot. De stuurman stuurt de boot tussen de eilanden, door de mangroves. Op de takken zitten varanen en hagedissen. Reigers vissen in het water. Na een poos meert de boot aan bij een klein eiland. Ik loop door een tunnel van struiken en bomen tot ik op een kleine kaneelkwekerij bots. Kaneel is een product dat erg goed groeit in Sri Lanka. Bovendien is Sri Lankaanse kaneel fijner van smaak dan andere kaneel. Met een kopje kaneelthee in mijn hand kijk ik toe hoe de bast geoogst wordt en gedroogd tot de kaneelstokjes die we allemaal kennen. En uiteraard ga ik naar huis met een zakje kaneel.
Hoteltip in Galle
- Het Jetwing Lighthouse is een groot en toch rustig hotel aan de zee. De kamers zijn simpelweg prachtig ingericht, en kijken uit op het zwembad en de zee. Met wat geluk zie je grote zeeschildpadden zwemmen.
Plan je roadtrip in Sri Lanka
Sri Lanka is een eiland in de Indische Oceaan, net onder de ‘punt’ van India. Het eiland is ongeveer 400 kilometer lang en 200 kilometer breed, maar heeft heel verschillende landschappen. Van koele bergen, tot tropische stranden en zanderige droogvlakten. Om Sri Lanka te bereiken, neem je een vlucht van Amsterdam Schiphol of Brussels Airport Zaventem. Onder andere Emirates en Turkish Airlines vliegen, al dan niet met een tussenstop, naar Bandaranaike International Airport in Colombo.
Het kost je ongeveer twaalf uur om Sri Lanka te bereiken. Je overbrugt daarbij een aantal tijdszones, dus de kans is groot dat je last zal hebben van een jetlag. Neem dus de eerste dagen de tijd om te acclimatiseren in een comfortabel hotel in Colombo, of de stad Negombo, die vlakbij de luchthaven ligt. Het Jetwing Blue in Negombo is comfortabel en goed gelegen.
De beste manier om Sri Lanka te ontdekken, is door een roadtrip te maken. Met een roadtrip zie je immers meer van Sri Lanka. Je kan ervoor kiezen zelf een tuktuk te huren en op eigen houtje te reizen, of je kan een chauffeur inhuren die je door het (soms razend drukke) verkeer loodst. Omdat er niet overal grote wegen liggen, kost het rijden wel wat meer tijd dan we gewend zijn.
Kijk op Srilanka.travel voor meer praktische informatie en inspiratie.
- Ras al-Khaimah: het emiraat van natuur en avontuur - 24 januari 2025
- Ontdek Colombo vanuit het gloednieuwe Cinnamon Life hotel - 15 januari 2025
- Roadtrip Sri Lanka: Colombo – Haputale – Udawalawe – Galle - 1 januari 2025