Shiva pelgrims
Van Bareilly naar Dehra Dun, 370 km. Een rit van zo’n 14 uur. Aankomst tegen tienen ‘s avonds en dus al lang donker. Dehra Dun ligt in de bergen in het noorden van India, dus is het klimaat wat aangenamer. Ons hotel is prachtig gelegen en heeft een mooie afgeschermde tuin, een paleisachtige sfeer. Onderweg veel last van de pelgrims, het worden er steeds meer lopend op de weg in hun oranje outfit met twee emmertjes heilig water over de schouder bungelend aan een stok. Er schijnen een miljoen pelgrims onderweg te zijn naar de Ganges, die hier in de buurt zijn oorsprong vindt. Dagenlang moeten de pelgrims lopen, het lijkt wel de Vierdaagse van Nijmegen, waarin we verzeild zijn geraakt. Onderweg picknicken en zingen de pelgrims. Ze zijn zeer vrolijk en feestelijk gekleed en dragen versierde flessen bij zich, waarin water moet uit de heilige rivier. Volgens geruchten zitten 5.000 pelgrims hier ergens vast vanwege een landslide. Er zijn 17 doden gevallen. Wij moeten er via binnenwegen omheen zien te komen. Het wegdek op deze binnenwegen is veel slechter, mede door de hevige regenval de afgelopen dagen. Het wordt een lange rit.
Wim rijdt elf uur en is dan bekaf en kan niet meer. Ik rijd de laatste drie uur in het donker. Levensgevaarlijk vanwege de haarspeldbochten en verblindende koplampen; de vrachtauto’s in India hebben alleen groot licht of soms helemaal geen licht! Daarnaast zijn er onverlichte ossenkarren op de “highway“, die gaan met een gangetje van 5 km per uur. De koetsier slaapt gewoon bovenop de bagage op de kar, de ossen weten zelf de weg! Het is eigenlijk gekkenwerk in het pikkedonker. Op de laatste bergpas voor Dehra Dun botsen twee vrachtwagens frontaal voor onze ogen in de bocht, we kunnen er net door de berm omheen sturen, de auto’s achter ons zullen moeten stoppen. De Tatra’s zijn total loss. We hebben alleen vandaag al net zoveel ernstige ongelukken gezien als in Nederland in vijftien jaar, schat ik. Hier kun je niet omheen als “driver” dwars door India, een totaal andere ervaring als per trein door India.
Het rijgedrag van de Indiërs
Voetgangers en fietsers zijn vanzelfsprekend onverlicht, vaak op het allerlaatste moment schieten ze zonder uit te kijken de weg over, je moet je voet constant bij het rempedaal hebben. In de bergen wordt de weg een zeer krappe tweebaansweg, waarlangs de vrachtwagens en sneldiensten voort denderen. Vooral de snelbussen racen met loeiende sirene en luid getoeter. We geven ze beleefd voorrang. Een uurtje eerder of later aankomen in het hotel is niet belangrijk hier. Ik word regelmatig gewoon van de weg afgedrukt, angstige momenten, want de vangrail vertrouw ik totaal niet en de afgrond is behoorlijk diep en in het donker niet eens te zien.
Het rijgedrag van de Indiërs is voor ons onvoorstelbaar. Alles is voorbestemd, geloven ze. Ze geven hun lot gemakkelijk uit handen. Een voorbeeld van vandaag: bij Frank begon halverwege de dag het remlichtje in een huurauto met chauffeur te branden (een rood waarschuwingslampje). Hij zat in deze auto met Krisna en zijn kinderen Nino en Luca, die waren ingevlogen in Kathmandu. Brent erbij geroepen, hij constateerde een lekke remleiding, weldra kon de huurauto dus niet meer remmen, erg link in de bergen! De chauffeur, een Indiër, zei “no problem” en loste het probleem op eigen originele wijze op door de draadjes van het waarschuwingslampje door te knippen, het lichtje ging uit en ze reden vrolijk verder… Brent woest achterlatend! Uiteindelijk werd het Frank te gek, zeker met vrouw en kinderen erbij in de gammele auto. Hij haalde Brent er opnieuw bij en er werd een garage opgezocht en gesleuteld onder leiding van Brent tot het probleem was verholpen.”
Host
Alles loopt hier in het tempo van de Indische tafelaar, “just a minute” is de hierbij gebruikte uitdrukking, het betekent meestal een half uur wachten op een onduidelijke activiteit van de tafelaar en als je dan eindelijk denkt tot zaken te kunnen komen gaat het mobieltje van de tafelaar weer af (“one second please”).
Mijn host in Nagpur (we doen in India af en toe aan “home-hosting” bij de tafelaars thuis) heeft ons drie dagen aan het lijntje weten te houden, alles moesten we zien in zijn prachtige uit marmer opgetrokken woning met 23 vertrekken. Een poging om de Taj Mahal te evenaren?
“Nagpur is de schoonste stad van India, moslims deugen voor geen meter, er moest maar eens gewerkt worden door die luie arbeiders!” Ja, wat moet je hiermee als gast. Voor zijn kleinzoon (16 maanden oud) had hij een TV-screen op bioscoop-formaat laten aanrukken, voor in de kinderkamer! Frits en ik “bewonderden” de door hem zelf ontworpen marmeren hindoetempel “met kristal en puur goud!”. De stijlen van de voordeur van vier bij vier meter waren “uit één stuk teak” vervaardigd! Alle sculpturen waren aangebracht door “een beroemde kunstenaar” uit Mumbai, een vriend van hem. En voor de derde keer smeekte de host: “tell it in your country… there is absolutely no pollution in Nagpur!!” Bij het afscheid vroeg hij nog: “Please Arnold, tell me, what do you think of India?” Een eerlijk antwoord heeft hij niet gekregen. Je blijft als gast beleefd. Maar thuis zal ik weer zelf mijn eigen schoenen moeten poetsen…
Een stormachtige strandwandeling
Op het strand van Goa moest ik denken aan het verhaal van die arme Indiërs, die op de televisie hadden gezien hoe mooi Nederland is, de prachtige bloembollenvelden en het schone strand bij Zandvoort aan Zee. Ze hadden jaren gespaard en op 8 januari stond de familie op Schiphol, de zwemkleding onder de arm geklemd.
De Keukenhof bleek gesloten en op het strand was een eenzame trimmer bezig de harde zilte zeewind te trotseren. Terug op het vliegveld van Kolkata vroegen familie en vrienden 6 dagen later hoe de vakantie was geweest… Hun verhaal toen op dat vliegveld is mijn verhaal nu: Goa! Zon, zee en strand?
Ploegend door het verlaten rulle zand, de storm en moessonregens trotserend, bereik ik het punt waarop het open riool van het dichtbevolkte Goa (dat heet in India gewoon een rivier…) de zee instroomt. De vissers vangen juist op dit punt met hun netten de kleine visjes die op zoek naar voedselrijke menselijke uitwerpselen, hier in voldoende mate aanwezig. De zee is te woest om uit te varen voor grotere vis. Maar de toeristen die hier komen in de moessontijd willen toch graag ’s avonds hun gegrilde visje in het Beach Resort. Zo ook ik. Gisteravond verheugde ik mij erop eindelijk, na zeven weken afzien in het vegetarische en alcoholarme India, in deze voormalige Portugese kolonie weer eens een lekkere gegrilde vis te kunnen bestellen, met een glaasje port erbij!
Ik kreeg drie mij nu bekend voorkomende gepaneerde visjes, niet geheel doorbakken, op de lauwe rijst geserveerd. Maar vooruit, ook de alcohol (port en rum) vloeit hier rijkelijk en nog belastingvrij ook! Waar de Portugezen niet goed voor zijn geweest! Teamgenoot Wim had een goede dag uitgekozen om jarig te zijn, dus dat werd rum-cola voor de hele groep. De drie flessen “seven years old blended rum” (Old Monk), als verjaardagscadeau gegeven, gingen van hand tot hand en gezellig werd het, tot vanmorgen heel vroeg.
De culinaire uitspatting had mij echter een flinke diarree bezorgd en de oorzaak van dit ongemak zag ik nu dus op het verder verlaten strand. De stank van het open riool, tegenover restaurant Fisherman’s Paradise, zoals wellicht bekend bij de vaste Goa-gangers, gelegen naast Casa Fatima, deed mij spontaan op een holletje teruglopen naar ons Beach Resort, alwaar ik juist op tijd arriveerde voor mijn vierde stoelgang deze morgen.
Hoorde ik tot gisteren nog tot de uiterst selecte groep van gezonde wereldreizigers (dat waren er welgeteld vier, de overige vijftig waren reeds eerder geveld door lichamelijke ongemakken), vanaf vandaag ben ik solidair met de overgrote meerderheid. Dat de reisziekte niet altijd onschuldig is zagen we eerder bij Paul, hij moest na een acute uitdroging met spoed worden opgenomen in het hospitaal van Hyderabad in comateuze toestand. Na het infuus en de antibiotica ging het gelukkig weer snel bergopwaarts. Het was kantje boord geweest.
United we are, divided we fall
De grote groep is de afgelopen weken, zoals reeds kon worden verwacht na de vele vergaderingen, opgesplitst in diverse subgroepen. Onenigheid over de te volgen route, discussies over kamperen of hotels en vervolgens een discussie over twee- of viersterren-hotels, geruzie over de invloed van de Indische tafelaars op ons programma etc. etc., wij blijven tenslotte eigenwijze Nederlanders en trekken ons eigen individuele plan. Reserve-onderdelen blijken niet te vinden, een paar auto’s zijn al op de boot op weg naar Dubai, volgens de laatste geruchten…
Is Saudi Arabië wel veilig en mogen we daar wel doorheen? Wie gaat dat regelen? En hoe zit het met het fundamentalisme en terrorisme in Jemen? Ook die landen staan nog op ons programma de komende maanden. Deze onderwerpen vormen momenteel voldoende gespreksstof aan de borreltafel. De vermoeidheid slaat toe na de vele schoolprojecten, die we de afgelopen weken hebben gedaan in India, samen met Round Table India.
Naschrift
12 Land Rovers, 72 bevlogen deelnemers, 43 kinderprojecten en 34.000 km te overbruggen in 180 dagen: reizen als deze leveren anderen heel veel inspiratie en schenken de reiziger levenslange voldoening. De organisatoren Paul Brussaard en Esther Bloemendaal hebben dat vorm gegeven in hun prachtige boek “China-Nederland in 180 dagen”, een machtig verslag van een werkelijk beleefde droom. Op internet is het gemakkelijk te vinden voor een spotprijs. Direct bestellen!
Op “Reishonger” publiceer ik nu mijn “Indian Traffic Classification Index”.
- Biodiversiteit op Madagaskar - 24 mei 2018
- Dwars door Pakistan - 21 april 2017
- Van Dubai naar Jemen - 23 maart 2017
marc renier says:
Kan ik lid worden en doen jullie nog reizen buiten Europa?
Ik zou willen met moterhome of 4×4 Toyota of Landrover, ze zeggen dat landrover niet zo goed is voor verre reizen…
Arnold Pilon says:
Wij hebben met onze “losse” groep de afgelopen 20 jaar vele wereldreizen gemaakt, soms een half jaar lang. Zelf organiseer ik geen reizen meer vanwege mijn leeftijd. Wel geef ik lezingen die je op mijn eigen website uitgebreid kunt vinden en lezen. Klik hierboven op Arnold.
Het korte antwoord hier op je vraag of je lid kunt worden is “nee”….. wij zijn geen vaste organisatie/vereniging o.i.d. Per reis neemt iemand het initiatief. Wel delen we allemaal onze passie voor avontuurlijke, “natuurlijke” en culturele reizen met eigen auto. De groep bestaat uit 8 tot 10 auto’s/teams.