Reisverhaal: naar Narvik, in Noord-Noorwegen

Er is iets aan het hoge noorden dat we me aantrekt. Misschien zijn het de desolate landschappen, de open fjorden met die rode boothuizen op de oevers of de kleine dorpen langs de kant van de weg. Wat het ook is, ik heb er mijn hart verloren.

Het kost ongeveer een dag om van België naar Narvik, in het noorden van Noorwegen, te reizen. Met Scandinavian Airlines vlieg ik van Brussel naar Oslo, en van Oslo naar Harstad/Narvik Evenes Airport. Tijdens het landen zie ik de staalgrijze zee, de besneeuwde bergtoppen en de bevroren wegen die zich als linten door het landschap slingeren. Ik ben er. Ik ben in Narvik.

Narvik is een kleine stad in het noorden van Noorwegen. Boven de poolcirkel. De stad ligt met zijn rug tegen de bergen aan het Ofotfjord, dat uitgeeft op de Atlantische Oceaan. De ligging, tussen berg en zee, geeft Narvik zijn unieke karakter. Waar je ook bent in de stad, je bent in tien minuten in de bergen, in het uitgestrekte platteland of op de fjorden. In de wilde natuur.

Naar Narvik

Om de fjorden te bereiken, moet je door de bergen.

Op een hondenslee door de bossen

Omdat het al laat is wanneer ik aankom, logeer ik eerst een nacht in de stad voor ik op verkenning ga. Ik logeer in het Breidablik, een huiselijk hotelletje dat uitkijkt over het stadscentrum. Na een snelle douche kruip ik in bed, waar ik zo goed als meteen in slaap val.

’s Ochtends sta ik vroeg op. Met een kopje thee in mijn handen kijk ik uit over de ontwakende stad. Het daglicht is heel veranderlijk in het hoge noorden. In de winter is het er langer donker, in de zomer altijd licht. De opkomende zon vonkt in het water van het fjord.

Met de auto rij ik een tweetal uren noordwaarts, naar het dorp Moen. Hier heb ik een afspraak bij Aurora Husky, een gezinsbedrijf dat tochten met de hondenslee aanbiedt. Terwijl ik me in een warme, waterdichte overall wring, trekken de honden jankend aan hun leibanden. Ze hebben me al gezien, ze weten dat ze er snel op uit mogen. Ze willen rennen.

Met een hondenslee rijden is op zich niet zo moeilijk, maar het vereist een beetje lef. Zo’n slee heeft plaats voor twee mensen: een passagier die vooraan zit en iemand die op de glijders staat en remt. Je kan zo’n slee niet echt sturen, maar je kan ze wel afremmen, wat soms nodig is want de honden blijven het liefst van al rennen.

Ik neem plaats op de glijders, mijn handen op het handvat, en geef het startsignaal. De honden springen op en met een schok vliegt de slee vooruit. Ik moet al meteen op de rem gaan staan. De honden janken en keffen en kijken af en toe achterom. Ik leer hun lichaamstaal lezen, leer wanneer ik moet remmen en wanneer ik ze moet helpen door me met één voet af te zetten in de sneeuw. Alsof ik een step vooruit duw.

Het lijkt een hele dag te duren. Of misschien maar een halfuurtje. Na een rit vol bochten, hellingen en prachtige uitzichten bereiken we de boerderij weer. Ik trap met mijn hele gewicht op de rem en de slee komt tot stilstand. De honden lachen hun hondengrijns en ploffen in de sneeuw. Mijn spieren zijn helemaal murw en verzuurd van het sleeën, maar daar lijken zij helemaal geen last van te hebben.

Hondenslee Narvik - Aurora Husky Moen

Met de hondenslee door de bossen: wat een ervaring!

In een grot van ijs

Ik rij door naar Salangen fjord. De wegen zijn bevroren en de lucht ijswit. Wolken bekronen de bergtoppen. Het is prachtig. In Salangen stop ik bij het Fjellkysten gjestehus. Op het eerste zicht een eenvoudig hotel met eenvoudige kamers. Een plaats waar je logeert omdat je er voorbij rijdt. In het restaurant krijg ik een bord brood met bacelau voorgeschoteld, dat ik snel naar binnen werk voor ik de deuren van het hotel alweer achter me dichttrek. Eigenaar Tor neemt me mee. De grond in.

Na een kort stukje stopt de auto in het midden van de weg. Tor opent de deuren en jaagt me uit de auto, de vangrails over en de berm in. Hij gaat me voor door besneeuwde bergen en rotsen, tot we de ingang van een grot bereiken. Daar bouwt de man een vuurtje. Bij het licht van de vlammen vertelt hij over de grotten, over hoe ze in de winter bevriezen en vol ijspegels en ijskristallen hangen. Dan drukt hij een lampje op mijn hoofd en wijst hij me de weg.

De grotten zijn op sommige plaatsen zo nauw dat ik op mijn buik moet kruipen. Op andere stukken zijn ze net ruim genoeg om rechtop te staan. Het ijs glinstert in het licht van mijn hoofdlamp en diep in de grotten hoor ik water stromen. Het voelt alsof we hier niet mogen zijn, dat we risico nemen door zo diep onder de grond te kruipen. Maar Tor is helemaal op zijn gemak en wijst me de weg door de grotten, tot ik het vuurtje weer ruik. We zijn weer buiten. Het is aardedonker en sterren fonkelen aan de hemel.

Terug in het Fjellkysten gjestehus drink ik nog een biertje voor het slapengaan. Om te bekomen. Tor wijst me op de foto’s aan de muren, op de boot die met kabeltouwen aan het plafond hangt. Hij is afkomstig van een familie vissers. Langs zijn neus weg vertelt hij over het Fjellkysten gjestehus, over het ijsklimmen dat hij organiseert, over de mensen die van over de hele wereld naar zijn hotel komen. Ik kijk om me heen. Wat op het eerste zicht een eenvoudig hotel is, is zo veel meer. Dat zie ik nu.

IJsgrot Narvik

De grot is volledig bevroren, met ijspegels en spiegelgladde poeltjes

Op de Ofotbanen naar Zweden

In 1902 werd er een ertsspoorlijn tussen de haven van Narvik en de ijzermijnen van het Zweedse Kiruna gelegd. Sindsdien sporen er elke dag treinen vol ijzererts naar de haven van Narvik, die door de relatief warme Atlantische Oceaan bijna altijd ijsvrij is. Die verbinding bracht industrie en welvaart naar Narvik. Bovendien rijdt er dagelijks ook een passagierstrein de bergen in: de Ofotbanen.

In het station van Narvik ga ik aan boord van de trein. Knapzak en camera in aanslag. De trein trekt langzaam op, weeft zich een weg door de bossen, de bergen in. Ik kijk uit over het fjord, over de bergen en de valleien van het binnenland. Het duurt niet lang voor de trein door verlaten gebied lijkt te gaan: er is geen levende ziel te bekennen. Geen huis te zien.

Na een fiks stuk klimmen, stopt de trein aan een klein, knalrood station. Er zijn verschillende stations aan de spoorlijn, waarvan de meeste niet meer gebruikt worden. Maar hier en daar stopt de trein toch. Ik strek mijn benen op de besneeuwde perrons. In de vallei achter het station zie ik een handvol vakantiehuizen. Plaatsen die je enkel met je ski’s kan bereiken. Het is muisstil.

In de zomer kan je van de stations terug naar Narvik wandelen. De wandeling zou zelfs een van de mooiste van Noorwegen zijn, langs watervallen en prachtige, groene valleien. In de winter kan je ’s nachts de trein nemen. Onder begeleiding van lokale fotograven ga je dan aan de stations op zoek naar noorderlicht. Terwijl de trein omkeert en terug naar Narvik rijdt, wilde ik dat het al zomer was en dat ik naar de stad kon wandelen.

Ofotbanen trein Narvik - Kiruna

De trein op de Ofotbanen heeft een lekker ouderwets uiterlijk

Logeren in Foldvik

Na een dag in de bergen, keer ik terug naar de kust. Een uurtje buiten Narvik ligt het dorp Foldvik, aan het Gratangen fjord. Foldvik is een vissersdorp, met van die typische rode vissershuisjes, boothuizen die half in het fjord staan en wat in het Noors “kathedralen” heet: hoge, overdekte stellingen waar in vroegere tijden de katoenen visnetten te drogen werden gehangen.

Ik logeer een nacht in Foldvik Bryggeferie, een reeks knalrode vakantiehuizen op poten in het fjord. Vakantiehuizen die vooral gebruikt worden door mensen die naar Narvik reizen omdat ze willen vissen.
In de ochtend, na een snel ontbijt in de keuken van mijn vakantiehuis, rij ik langzaam langs de kust terug naar Narvik. Onderweg zie ik besneeuwde bossen, elanden en arenden die boven de fjorden zeilen. Wat is het hier mooi!

Bryggeferie in Foldvik

Bryggeferie in Foldvik zijn rode vakantiehuisjes op het water

De slag van Narvik

Door de ertsspoorlijn en zijn haven, werd Narvik een doelwit in de Tweede Wereldoorlog. Zowel de Duitsers als de Britten wilden macht over de ijzerhaven, en uiteindelijk kwam het tot een slag in het Ofotfjord: de slag van Narvik. Zodra ik van de trein stap, loop ik door naar het centrum van Narvik, naar het War Museum.

Het War Museum vertelt het hele verhaal van de slag van Narvik en spiegelt dat verhaal aan de conflicten die momenteel gaande zijn in de hele wereld. Want hoewel de Tweede Wereldoorlog al een tijdje achter ons ligt, toch blijft de strijd om middelen voortdurend woeden. Het War Museum geeft je de handvaten om de conflicten van onze wereld te begrijpen.

Tenslotte wordt een parallel getrokken tussen de slag van Narvik en ‘Narvik’, de film die eind vorig jaar gelanceerd werd. ‘Narvik’ vertelt weliswaar het verhaal van de slag van Narvik, maar doet dat in een gedramatiseerde manier. Een goede film.

Met een RIB boot het fjord op

In de haven van Narvik meren vrachtschepen aan die de erts vervoeren, maar ook vissers en plezierboten liggen er aangemeerd. Ik loop op de kaaien. Meters onder mij, op het golvende water, dobbert een RIB boot.

Voor een tweede keer wring ik mezelf in een waterdichte overall. Ik trek nog een zwemvest aan en wankel, gehinderd door isolerende lagen stof, de kaai af naar de RIB boot. Het Ofotfjord is groot. Tussen de eilanden en inhammen leven bruinvissen, dieper op zee kan je walvissen zien. Boven het water zweven visarenden, op zoek naar de restjes die door de vissers overboord gegooid worden.

Met een RIB boot bekijk je de omgeving vanuit een heel ander standpunt. Omdat Narvik op de rand van een zeeklimaat en een bergklimaat ligt, is het weer er veranderlijk. Wanneer de zon schijnt boven de stad, kan het sneeuwen op het water. Ik heb geluk. De zon schijnt en mooie wolken bedekken de Narvikfjellet boven de stad. Het lijkt onecht. Een sprookje.

Ik heb mijn hart verloren in Narvik. Ik hou van de desolate landschappen, van de staalgrijze fjorden. De arctische sfeer, de sneeuw en de wind die in mijn oren bijt. Ik hou er van.

RIB boot Narvik

Op het water met een RIB boot: koud, maar leuk. Maar koud.

Naar Narvik

Narvik ligt in het noorden van Noorwegen, tussen de Lofoten en de Vesterålen. De stad is niet zo groot, maar het gebied er omheen is dat wel: in een oogwenk ga je van arctische stad naar fjord naar bergen.

De beste manier om Narvik te bereiken, is door met Scandinavian Airlines naar Harstad/Narvik Evenes te vliegen en dan per auto of bus naar de stad te rijden. Omdat de Ofotbanen niet aangesloten is op het Noorse spoorwegnetwerk, kan je niet door Noorwegen naar Narvik sporen. Je kan wel van Stockholm de trein naar Kiruna nemen, vanwaar je de Ofotbanen naar Narvik kan nemen.

Het klimaat van Narvik is extremer dan we gewend zijn in de Lage Landen, en dat betekent dat in de winter de zon niet of nauwelijks boven de horizon komt en de temperatuur flink onder het vriespunt gaat. In de zomer gaat de zon niet onder, en is het wat warmer. Een bezoek aan Narvik moet je dus goed voorbereiden. De website van Visit Narvik helpt je daar bij.

Narvik vanaf de Narvikfjellet

Narvik vanop de Narvikfjellet, de berg achter de stad.

Lotte

Vragen? Suggesties? Of jouw reishonger delen?

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je mag alleen HTML tags en attributen gebruiken:

<a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>