Monniken en tempels in Lhasa (Heen en Onweer deel 14)

Deze ochtend word ik heel vroeg wakker in Lhasa door een paar hele rare dromen. Ik zal de bizarre details achterwege laten, maar het komt er op neer dat ik maar beter heel voorzichtig kan zijn in een vreemde omgeving als deze. Iemand als ik, met een voorkeur voor maffe grappen of gewoon zeggen waar het op staat, kan serieus gevaar lopen hier.

Rapper Def P maakt met zijn vrouw Fenske een wereldreis per trein over het noordelijk halfrond. Zijn avonturen heeft hij opgeschreven in het boek Heen en Onweer en zijn deels op onze site te lezen. In dit deel reist Def P door Tibet en verkent hij de stad Lhasa. Def P schrijft over zijn eerste indrukken van Lhasa, Chinese toeristen en propaganda.

Lhasa

Vandaag is onze eerste hele dag in het bezette Lhasa en het is vanaf het ontbijt al meteen spannend. We proberen namelijk stiekem wat foto’s te maken van ons uitzicht, terwijl er elke twee minuten een ploeg soldaten voorbij marcheert.

Na het ontbijt lopen we naar buiten, waar onze Tibetaanse gids al op ons wacht. Dorjee neemt ons mee naar onze eerste Tibetaanse tempel. Dat is de Jokhang Tempel in het centrum, op loopafstand van ons hotel. Toch wel bijzonder, zo’n eerste wandeling door Lhasa. Overal worden we aangekeken door nieuwsgierige Tibetanen en wantrouwige Chinese soldaten. Een vreemde situatie, die een onwerkelijk gevoel geeft.

Ik ken natuurlijk de verhalen wel van oude mensen die me vertellen over Nederland tijdens de bezetting in de Tweede Wereldoorlog, maar het is toch echt wel een andere ervaring om dat hier aan den lijve te ondervinden. Ik vind het spannend en treurig tegelijk. Ergens ben ik ook heel erg blij dat we een Europees paspoort hebben, waarmee we straks gewoon kunnen terugkeren naar de vrijheid van ons eigen, veilige landje.

Jokhang Tempel

Na deze wandeling komen we aan bij de Jokhang Tempel, waar honderden Tibetanen in de rij staan om binnen hun gebedjes te zeggen. Omdat wij niet komen om te bidden, mogen we deze rij overslaan. Heel relaxed, maar ook een beetje vreemd. Als we binnenkomen, zien we een prachtige tempel vol Boeddhabeelden, kaarsen, kleden, pilaren, bloemen en allerlei typische Tibetaanse versieringen. Een grote groep monniken is net aan het mediteren en het is heel bijzonder om dit wereldberoemde ritueel eens in het echt te mogen meemaken.

De Jokhang Tempel in Tibet

Ik krijg wel weer spontaan een extreme loopneus van de hoeveelheid wierook en boterkaarsen die ze er binnen branden. De tempel is erg stoffig en er hangt een hele specifieke geur die kennelijk hoort bij dit soort tempels. Ik loop te snotteren als een kwijlende hond met rode ogen. Er is in de gehele tempel geen westerse toerist te bekennen en veel Tibetanen kijken nogal verrast op van onze verschijning.

Je merkt duidelijk dat we hier echt welkom zijn en niet als irritante pottenkijkers worden gezien

Toch merk je duidelijk aan de reacties dat we hier echt welkom zijn en niet als irritante pottenkijkers worden gezien. Veel mensen glimlachen naar ons of knikken vriendelijk als we voorbij lopen. Maar de meeste Tibetanen hebben het eigenlijk veel te druk met een serieus potje bidden om ons überhaupt op te merken.

Rondlopen in Lhasa

Na deze bijzondere ervaring kunnen we zelf even vrij rondlopen door de stad. Later die middag zal Dorjee ons weer ergens mee naar binnen nemen, maar nu zijn we voor het eerst met zijn tweeën in Lhasa. Toch wel een speciaal gevoel. We gaan ergens wat drinken en het bestellen gaat makkelijker dan ik dacht. Een paar uur later zien we Dorjee weer en met hem stappen we in een taxi naar het Sera Klooster aan de rand van de stad. Ook dit is weer een bijzondere ervaring.

We gaan daar een hele grote tempel in en lopen binnendoor van de ene naar de andere kant. Omdat we daarbij een hele wandeltocht maken door allerlei verschillende ruimtes, lijkt het net een soort oosterse Eftelingrit. Maar dan in het echt. Overal zien we enorme Boeddhabeelden, vlaggen, gebedsbankjes en prachtig houtsnijwerk. En dit terwijl we de meest vreemde geuren ruiken in een schemerig verlichte sprookjessfeer.

Het spel van de Tibetaanse monniken

Later komen we buiten op een soort binnenplaats uit, waar net een bijzonder ritueel aan de gang is. Tientallen Tibetaanse monniken in donkerrode gewaden doen daar een soort eeuwenoud vraag- en antwoordspel, waarbij de vragende monniken staan en de monniken die antwoord geven zitten. De vragen zijn daarbij een soort uitdagingen, die met een luide handklap richting de zittende kracht wordt bijgezet.

Als de zittende monnik het antwoord weet, klapt deze hard terug en geeft het antwoord. Na een tijdje wisselen ze de boel om en gaan de vragenstellers zitten. Het is een erg vermakelijk schouwspel om te zien, vooral omdat je ziet dat de monniken er zelf ook lol in hebben.

Monniken in Tibet

Er komen een paar Chinese gidsen aan, met ieder een ploegje mensen. Al gauw staat het binnenpleintje vol met toeristen; allemaal luidruchtige Chinezen met grote, flitsende camera’s. Dorjee vertelt dat ze dit ritueel vroeger uitsluitend privé deden, maar dat de Chinese regering de monniken nu heeft gedwongen om het in het openbaar te doen als een soort toeristische trekpleister. Nadat hij dit zegt, voelen we ons meteen een stuk minder op ons gemak.

Ik voel me plotseling een soort ongewenste gluurder

Ik voel me plotseling een soort ongewenste gluurder en ik merk dat Fenske ook weg wil. Op hetzelfde moment komt er een grote groep Chinese monniken bij staan in bruine gewaden. Ik herken ze, omdat de hele ploeg ook al bij ons in de trein zat. In schril contrast met de straatarme Tibetaanse monniken, lopen deze Chinese monniken allemaal met dure camera’s en telefoons rond.

Chinese toeristen in Tibet

Terwijl de ‘gewone’ toeristen in ieder geval nog het fatsoen hebben om het ritueel vanaf de zijkant van het pleintje te bekijken, stampt de grote groep weldoorvoede, Chinese monniken dwars door het tafereel heen. Lachend, luid pratend en foto’s makend, alsof ze door Disneyland lopen en naar bewegende poppen kijken. Onze mond valt open van zoveel respectloosheid. Misschien denken ze dat zij dit als collega’s wel kunnen maken, maar de blikken van de onderdrukte Tibetaanse monniken vertrekken duidelijk van ingehouden boosheid, ergernis, pijn en verdriet.

Fenske en ik willen zo snel mogelijk weer buiten de muren van dit pleintje staan. Zelfs binnen dit prachtige kloostercomplex ontkomen we niet aan de harde realiteit van het bezette Tibet. Het is een nare gewaarwording. Dorjee vindt het tof dat we uit respect voor de monniken naar buiten willen. Hij stelt voor om ons mee te nemen naar een terras waar alleen Tibetanen komen, om daar hun sweet tea te drinken.

Een boeiend gesprek over de politieke situatie in Tibet

Als we daar zitten, laat hij een grote pot thee brengen waar een soort boter en suiker doorheen zit. Ik vind het heerlijk. Elke keer als ik mijn glas leeg heb, schenkt Dorjee dat meteen weer vol. Er hangt een vredige sfeer op het terras en er is duidelijk geen Chinees te bekennen. Op een gedempte toon houden we daar een lang en boeiend gesprek over de politieke situatie van Tibet. Dorjee vertelt ons daarbij een aantal heftige verhalen.

Eten in Tibet

Hoe hij ooit met gevaar voor eigen leven via de bergen van Nepal was gevlucht over de grens naar India. Dat deed hij om de Dalai Lama te ontmoeten. Hij vertelt ons hoe blij hij was toen dat gelukt was, en hoe zijn leven in India toen was. Hij vertelt ook hoe hij bij terugkomst in Tibet gevangen werd genomen en hoe ze hem daar hebben mishandeld. En hoeveel bizarre dingen hij al mee heeft gemaakt als gids. Hoe heftig er gevochten is tijdens de demonstraties en hoeveel vrienden hij daardoor heeft verloren.

Ook vertelt hij over vrienden die ‘verhoord’ zouden worden en nooit meer terug zijn gekomen. En over hoe zijn zieke moeder de enige reden voor hem was om niet weer een vluchtpoging te ondernemen, hoe moeilijk dat ook was. Af en toe staan de tranen in zijn ogen, die hij vaak weer weg probeert te lachen met een grapje. Je kan merken dat hij het aardig zwaar heeft.

Er zijn hele delen van Lhasa waar toeristen niet mogen komen

Chinese propaganda

Door zijn verhalen denk ik aan het straatbeeld van Lhasa. Het is inderdaad wel opvallend dat je er vrijwel geen Tibetaanse mannen ziet tussen de 20 en de 30. Er zijn ook hele delen van Lhasa waar toeristen niet mogen komen, omdat daar legerbasissen liggen. Waarschijnlijk zitten een hoop Tibetaanse mannen daar gevangen en mag niemand dat zien. Gelukkig kunnen we hem een klein beetje opvrolijken met onze visie op Tibet, waar hij erg nieuwsgierig naar is. Ze hebben daar helemaal geen vrije toegang tot informatie, dus ze horen niet veel meningen van buitenaf.

Ze geloven niets van de Chinese propaganda, maar mogen er geen mening over geven. Als wij vertellen dat praktisch alle westerse mensen Tibet als land zien en achter de Tibetanen staan, knapt hij weer een beetje op. Alleen een oplossing lijkt helaas nog ver weg. China is te groot en te machtig om eventjes aan de kant te schuiven. Maar het voelt blijkbaar toch goed om te weten dat een groot deel van de wereld achter je staat.

We worden aangekeken alsof we net uit een vliegende schotel zijn gestapt

Die avond eten we ‘echt Tibetaans’ bij een vegetarisch restaurant waar ook veel monniken komen. Nou, dat zullen we weten! Wat een gore tent is het! Ik heb in Amsterdam wel eens zwervers gezien die schoner zijn dan de kok en de bediendes hier. Zonder overdrijven, dit is pure armoe. Met pikzwarte handen zetten ze ons een bord gore bagger voor. Uit beleefdheid nemen we een paar happen, leggen geld neer en gaan snel weer weg.

We worden daar ook aangekeken alsof we net uit een vliegende schotel zijn gestapt. De meisjes met de zwarte handen moeten ook de hele tijd giechelen om ons. Op de terugweg lopen we over een markt waar een heleboel bedelaars zitten. Een trieste bedoening. Bij onze eigen hotelbar spoel ik de vieze smaak weg met een fles Lhasabier. Dat zijn flessen van zo’n zeven deciliter, dus daar ben ik wel eventjes zoet mee. Eenmaal terug op de hotelkamer doe ik al mijn sokken in een handwas en daarna schrijf ik de rest van de avond aan één stuk door. Alle indrukken ter plekke verwerken.

Eigenlijk hebben we tot nu toe best wel mazzel gehad met het hele verloop van onze trip. Geen ziektes, diefstallen, verliezen, arrestaties of wat dan ook. De reis zelf verloopt ook nog steeds volgens schema. Misschien is het ons gegund. Laten we het hopen!

Reizen is ontdekken

Het Chinese netwerk

Een ochtend uitslapen is een luxe op deze trip, dus als het kan dan nemen we het ervan. Er is een belangrijke voetbalwedstrijd op tv en dat is tevens het enige kanaal dat we begrijpen. China tegen Frankrijk. Normaal geef ik er niets om, maar nu hoop ik dat Frankrijk die Chinezen eens een lesje zal leren. Lijkt me wel goed voor de Tibetaanse spirit hier. Helaas wint China met 1-0. Anders zijn ze hier waarschijnlijk nog gek genoeg om die wedstrijd te censureren of zo.

Vandaag zijn we vrij om zelf rond te lopen in Lhasa. Althans, dat wil zeggen: ‘vrij tot hoever je mag gaan.’ We beginnen met de markt en lopen daarna door naar het Tibetaanse winkelcentrum. Dit stelt allemaal weinig voor, maar gelukkig kan ik er nog wel iets nuttigs doen. Ik heb een hele tas met kant-en-klaarmaaltijden bij me. Op een gegeven moment zie ik een bedelaar zonder benen, die er behoorlijk hongerig uitziet. Ik geef hem de tas met verpakte maaltijden en krijg een grote glimlach van hem.

Als een kind met pakjesavond begint hij elk pakje aandachtig te bestuderen. Wij lopen ondertussen alweer verder. We hebben weer een stad te ontdekken. Af en toe stoppen we voor een drankje, maar eigenlijk lopen we bijna de hele dag rond en verbazen we ons over het dagelijkse leven in het wonderlijke Lhasa.

Verboden gebied

Later op de middag lopen we verder dan volgens de kaart eigenlijk mag. Verboden gebied is natuurlijk extra spannend. Op een gegeven moment gaat het authentieke Tibetaanse centrum over in een nieuw, aangebouwd gedeelte met alleen maar Chinese winkels. De ene nepmerkenwinkel na de andere. Je ziet hier ook vrijwel geen Tibetanen meer en al helemaal geen westerse toeristen. En als je dan toch nog een stukje verder loopt, kom je dus op verboden terrein. Strikt Chinees, en met allerlei moderne bouwwerken en legerplaatsen. Eigenlijk valt er geen moer te zien, dus we blijven er niet te lang.

Tegen etenstijd willen we weer bij ons eigen hotel zijn, omdat we daar tenminste fatsoenlijk kunnen eten. Ik heb daar een heuse yakburger geprobeerd. Best lekker, maar wel een beetje zwaar op de maag. Na het eten zoeken we een internetcafé om te e-mailen. Vooral uit nieuwsgierigheid eigenlijk, want ik ben benieuwd hoe het e-mailen en internetten hier gaat met al die beveiliging.

We zien een vreemd, groen Google-logo, maar het is zeer zeker niet de officiële Google-pagina

Tot mijn verbazing hoeven we ons daar niet te legitimeren. Omdat het bij ons hotel is, weten ze ons waarschijnlijk toch wel te vinden als we iets illegaals proberen. We zien een vreemd, groen Google-logo, maar het is zeer zeker niet de officiële Google-pagina. Ik durf te wedden dat deze nep-Google rechtstreeks in verbinding staat met de Chinese ‘bezettingspolitie.’

Als we het bijvoorbeeld in ons hoofd halen om informatie over de Dalai Lama te googelen, dan zal ons hotel gegarandeerd de Chinese Gestapo op zijn dak krijgen. Dat proberen we dus maar niet. Na alle verhalen van Dorjee weten we dat we hier geen grappen moeten maken.

Het nachtleven in Lhasa

Omdat het vandaag zaterdag is, willen we toch even het nachtleven bekijken in de stad. De meeste barretjes zien er te rustig en ongezellig uit, maar de Music Bar is wel leuk. Dat is een piepklein barretje met een laag plafond van gevlochten takken. Het meubilair bestaat daarom uit hele lage houten bankjes met schapenvellen erop. De barman is tevens de dj en hij draait vooral livemuziek van dvd’s, waarbij de beelden op een groot breedbeeldscherm te zien zijn. De boel is bijzonder sfeervol verlicht en het bier is goed koud. Het is vrij luxe voor Tibetaanse begrippen.

Omdat de bar zo klein is, ziet het er met een handjevol mensen al snel gezellig uit. Het is daarbinnen alleen zo stoffig, dat ik spontaan weer een heftige hooikoortsaanval krijg. Tegen de tijd dat ik mijn biertje op heb, zijn alle servetten in het pand volgesnoten en wil ik weer naar buiten. Vervolgens gaat het meteen weer een stuk beter. Ik kan beter buiten blijven.

Vaak merk je dat je een stad wel gezien hebt, als je een paar keer op dezelfde plekken uitkomt

We lopen wat rond en denken op een gegeven moment een hele nieuwe straat ontdekt te hebben. Maar omdat in het donker alles er totaal anders uitziet dan bij daglicht, komen we er na een paar honderd meter pas achter dat we hier overdag ook al een paar keer gelopen hebben. Lhasa is niet zo groot. Het komt ook doordat de marktkraampjes nu weg zijn. Een paar kleine jongetjes zijn elkaar aan het bekogelen met troep van de markt. Vaak merk je dat je een stad wel gezien hebt, als je een paar keer op dezelfde plekken uitkomt. Meestal wordt het dan weer tijd om verder te trekken.

De andere helft van dit hoofdstuk is te lezen in het boek Heen en Onweer van Def P, waarin de avonturen van zijn wereldreis worden gekoppeld aan verhalen uit het leven van Def P. Behalve de landen en gebieden die hij aandoet tijdens zijn treinreis (Duitsland, Polen, Wit-Rusland, Rusland, Siberië, Mongolië, Tibet, China, Japan en Canada) bevat het boek ook bijzondere uitstapjes naar onder meer het Cuba van Fidel Castro, een Bosnië in puin, het Spanje van de toeristen, de achterbuurten in de VS begin jaren ’90 en de sloppenwijken van Zuid-Afrika.

Def P

Vragen? Suggesties? Of jouw reishonger delen?

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je mag alleen HTML tags en attributen gebruiken:

<a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>