Met de Himalaya Express naar Tibet (Heen en Onweer deel 13)

Dit is weer typisch zo’n treindag. Vroeg wakker worden door gebonk en geratel en meteen uit het raam kijken waar je bent. Het landschap is erg bijzonder. Het gaat van heuvelachtig naar bergachtig. Dit keer met groene toppen, afgewisseld met roodbruine afgronden. Een soort natuurlijke traptreden in een groen met bruin patroon, opgebouwd uit terrassen van ongeveer een verdieping hoog.

Rapper Def P maakt met zijn vrouw Fenske een wereldreis per trein over het noordelijk halfrond. Zijn avonturen heeft hij opgeschreven in het boek Heen en Onweer en zijn deels op onze site te lezen. In dit deel reist Def P met de Himalaya Express van Beijing naar Tibet. Dit keer schrijft Def P over een overvol Chinees treinstation, de reis naar Tibet en zijn eerste indrukken van het land.

Station Beijing West

Stipt om acht uur worden we opgehaald voor onze transfer naar station Beijing West. Het is een bijzonder aardige chauffeur en hij belooft ons helemaal tot de trein te brengen. Dat lijkt me eerst nogal overdreven, maar dan besef ik me nog niet hoe extreem groot dat treinstation is. Na een regenachtige rit door een donker Beijing komen we aan bij een gigantisch treinstation. Overal staan, zitten of liggen Chinezen op de propvolle vloer, iedereen schreeuwt door elkaar heen en daar bovenuit tetteren de schelle luidsprekers een constant geratel van Chinese teksten.

Het hele station is een complete chaos en ik ben ongelofelijk dankbaar dat we een Engelssprekende Chinees bij ons hebben

Bij alle loketten staan zeer lange rijen. Waar deze loketten voor zijn wordt uitsluitend in het Chinees aangegeven. Er hangt een opgefokte sfeer en het stinkt er overal naar zweet. Het hele station is een complete chaos en ik ben ongelofelijk dankbaar dat we een Engelssprekende Chinees bij ons hebben. Alle reisinformatie is volstrekt onleesbaar voor ons en zonder onze grote vriend had dit ongetwijfeld een zeer stressvolle situatie opgeleverd.

Overstroming

De chauffeur loopt vastberaden voor ons uit en wij hobbelen achter hem aan met onze zware tassen. Daarbij moeten we constant oppassen om niemand te raken, want overal zitten groepjes Chinezen op de grond die de wandelgangen hebben geblokkeerd met dozen, tassen, zakken meel, plunjebalen en uiteraard bakken met noodles en andere vreterijen. Alles stinkt intens en de vloer is op veel plaatsen kleddernat door een overstroming die het station heeft geteisterd.

Het is buiten ondertussen steeds harder gaan onweren en regenen. Op de laagste verdiepingen van het station komen nu hele stralen water naar binnen stromen. Volgens onze chauffeur is het een nieuw station en hebben de architecten geen rekening gehouden met zware regenval. Overal waar het water heen stroomt, zie je ploegjes picknickende Chinezen snel opstaan en naar de droge gedeeltes vluchten, waar het alsmaar drukker en benauwder wordt.

Als we langs de trein lopen, zien we arme boeren die zich duwend en trekkend een weg naar binnen wringen

We beginnen nu zelf ook aardig te zweten van alle inspanning die we moeten leveren om ons in volle bepakking door alle mensen heen te worstelen. Wat een vies, goor, stinkend station is dit! Het is net of we op de vlucht zijn voor het onweer, maar dan steeds net te laat. Het heeft allemaal wel iets bijzonders, maar ik wil ontzettend graag de trein weer inspringen om een beetje bij te komen.

Na veel gedoe komen we eindelijk zwetend en puffend bij onze trein aan. Als we langs de trein lopen, zien we een zooitje arme boeren die zich duwend en trekkend een weg naar binnen wringen. Dwars door alle andere armoedzaaiers die hetzelfde proberen. Wij moeten er ook min of meer doorheen. Overal mensen, chaos en zweetlucht. Ik ben blij dat wij in een duurdere klasse zitten, maar we moeten eerst nog maar eens zien hoe we daar terechtkomen.

Ik merk dat Fenske en ik allebei een beetje opgefokt worden, maar onze chauffeur blijft er gelukkig doodkalm onder. Hij loopt zelfs helemaal mee de trein in om er zeker van te zijn dat we in de juiste coupé zitten. Gelukkig heeft hij haarfijn aangevoeld dat we zijn hulp niet kunnen missen en zijn service gaat tot het uiterste. Wat een karma moet deze man hebben!

Opgepropt in een coupé

Als we eindelijk bij de juiste coupé aankomen schrikken we een beetje. We moeten volgens onze tickets een vierpersoons coupé delen en daar zaten al drie mensen in. De ruimte rond de drie mensen is compleet volgestapeld met tassen en koffers. We passen er zonder onze bagage al niet eens meer bij, laat staan met. Al gauw blijkt dat één van hen, een kale, Chinese monnik in een bruin gewaad, niet in deze coupé thuishoort. Hij zit daar op zijn dooie gemak te ouwehoeren met een vriend of kennis en voelt totaal niet aan dat wij er bij moeten met onze spullen. De kleine ruimte is voor vier mensen al claustrofobisch, maar vijf kan echt niet.

Onze chauffeur is inmiddels al vertrokken, dus dit moet ik zelf oplossen. Nog lichtelijk opgefokt van onze barre tocht door het station tik ik de monnik aan. Ik kijk hem strak aan, wijs de coupé rond en doe vier vingers in de lucht. “Four persons, understand?” Ik wijs naar de twee mannen: “one, two!” En dan naar Fenske en mezelf: “three, four! So you go now, okay?” De monnik begrijpt de hint.

Samen puzzelen

De twee andere mannen kletsen rustig verder. Ze liggen languit onderuitgezakt op de twee onderste bankjes alsof er niets aan de hand is. Nu moet ik alleen deze heren nog duidelijk maken dat onze bagage er toch echt bij moet. Gelukkig voelen zij nu ook eindelijk aan dat ik een beetje aan het einde van mijn geduld zit en plotseling bieden ze hun hulp aan. Met zijn drieën beginnen we al onze gezamenlijke bagage in hoeken en kieren te passen door efficiënt te schuiven en te stapelen. Het is net een grote puzzel.

Het zweet loopt in straaltjes door mijn shirt, maar we zijn weer klaar voor een lange, bijzondere en mooie treinreis

Het grappige van dit karwei is dat ik zo meteen het ijs kan breken. Communiceren met hen was vrijwel onmogelijk, maar samen puzzelen schept blijkbaar toch een soort band. Als al onze bagage vakkundig in het kleine hokje is weggestopt, geef ik ze allebei een hand en kunnen we alle vier opgelucht en tevreden gaan zitten. Het zweet loopt in straaltjes door mijn shirt, maar we zijn weer eens klaar voor een lange, bijzondere en mooie treinreis.

Een Chinees en een Tibetaan

Omdat we weten dat we een aardige tijd met deze twee mannen in een kleine coupé zullen doorbrengen, proberen we een beetje contact met ze te maken. Met behulp van onze wereldkaart maken we duidelijk waar we vandaan komen en wat voor een lange reis we al met de trein hebben afgelegd. Onze reisgenoten blijken een Chinees en een Tibetaan te zijn. Dit verwachten we niet, omdat de mannen samen Chinees praten. Maar zodra de Chinees even de coupé uit is, tikt de Tibetaan ons aan en zegt hij zeer nadrukkelijk dat hij geen Chinees is.

Tibet

Het doet me goed om, voordat we Beijing uit zijn, al een milde vorm van protest te bemerken. De Chinezen mogen namelijk beweren wat ze willen, de Tibetanen zien Tibet nog steeds als hun land. De Chinees is 30 jaar oud, de Tibetaan is 40 en journalist of schrijver. Vandaar zijn talenknobbel waarschijnlijk. Met de Chinees hebben we wat minder contact, omdat hij meestal op de gang met de monnik praat.

Het is trouwens een vrij moderne trein, met meer ruimte bij de wc’s en de fonteintjes dan we gewend zijn. Maar voor de rest zijn het toch wel Chinese afmetingen. Dat merk je vooral als je languit in je bed wil liggen. Na alle stank en rotzooi die we op het station zien, zijn we in ieder geval heel blij dat we met twee relaxte jongens in een coupé zitten die allebei niet stinken. Wat dit soort dingen betreft ben je toch aan het lot overgelaten.

De Himalaya Express

We zijn vertrokken uit Peking en tijdens onze reis richting Tibet passeren we af en toe een grote stad. Ik blijf gefascineerd door de grote hoeveelheden aan vervallen flatgebouwen, die elkaar non-stop opvolgen. We proberen deze indrukken te filmen met onze camera, maar als ik het terugkijk komt het verval niet over. Op het kleine schermpje lijken het gewone flatgebouwen, maar met het blote oog zie je pas echt goed hoe verrot de boel is.

Bij één van de laatste steden waar we voor het donker doorheen rijden, stapt onze Chinese coupégenoot uit. Jammer, want ik vind het een relaxte jongen die, ook niet onbelangrijk, zichzelf goed verzorgt. Wij zitten net in de restauratiecoupé als hij uitstapt, maar hij komt ons nog even speciaal gedag zeggen.

Gedroogd jakvlees

De Tibetaanse man in onze coupé heeft me vanmiddag een stuk gedroogd jakvlees laten proeven. De naam van het beest geeft wat mij betreft een goede omschrijving van de smaak. Jak! Het was net een harde bonk uitgedroogd draadjesvlees. Als je er een hap van neemt en het stukscheurt met je kiezen, komt er een wolkje stof uit. Ik heb de helft dapper weggekauwd en de andere helft stiekem weggegooid.

Himalaya Express - In de trein naar Tibet

Later krijg ik in het restaurant een onverwacht grote portie gehaktballen. Licht misselijk zit ik later met Fenske aan een fles goedkope witte wijn, die we op de trein hebben gekocht. De mensen van het restaurant zijn duidelijk niet gewend dat iemand een hele fles koopt, en doen er nogal deftig over. De kok wordt er zelfs speciaal voor uit de keuken gehaald om de fles open te trekken. Een mooi relativerend moment is wel dat we er vervolgens twee papieren bekertjes bij krijgen. Terwijl ik dit opschrijf, probeer ik de kleffe gehaktballensmaak weg te drinken met de ranzige wijn.

De trein rijdt zo smooth als een limousine over linoleum

Je kunt trouwens wel merken dat dit een nieuw spoor is. Normaal kun je aan mijn aantekeningen duidelijk zien wanneer ze in een rijdende trein zijn geschreven, vanwege de bibberende uithalen. Maar nu gaat de trein zo smooth als een limousine over linoleum. Het wordt ondertussen langzaam donker. We zien nog net de overgang van de groene toppen naar de besneeuwde bergen. We rijden over een soort grasbegroeide hoogvlakte zonder bomen en we naderen de sneeuw. En daarmee is het ook een spannende nacht voor Fenske. Morgen worden we wakker op ‘het dak van de wereld,’ zoals men dat noemt.

Het dak van de wereld

Fantastisch mooi natuurlijk, maar Fenske is nog steeds bang voor hoge afgronden. Ik denk dat het allemaal wel mee zal vallen. We zijn immers al een paar zeer hoge afgronden gepasseerd en daar heeft ze zich vrij koelbloedig bij gehouden. Morgen zitten we op het hoogste spoortraject ter wereld. Dan gaan er zelfs zuurstofkraantjes aan, omdat het anders te heftig is voor veel mensen. Als het goed is, is er speciaal voor dit stuk een dokter aan boord. Ik ben heel benieuwd wat voor toestanden er nog gaan gebeuren tijdens deze rit.

Fenske komt terug van de overloop van de trein, een gedeelte in de gang waar je mag roken. Ze vertelt me dat ze duidelijk werd uitgehoord door twee Chinezen, die wilden weten waar ze vandaan kwam en of ze Tibet ziet als een land of een Chinese provincie. Ze heeft voor de zekerheid maar een diplomatiek antwoord gegeven. Bij ons in de treincoupé ligt namelijk een Chinees tijdschrift over Tibet met hier en daar ook stukjes tekst in het Engels. Ik geloof dat het magazine bij de treinmaatschappij hoort.

Wat de Tibetanen ervaren als een gewapende bezetting, zien de Chinezen als het onder de duim houden van een opstandig volkje

Als je goed tussen de regels door leest, dan liegt de tekst er niet om. De Chinezen worden keihard voorgelogen over de geschiedenis van Tibet. Niet verwonderlijk dat de meeste van hen Tibet als een Chinese provincie zien, want ze weten simpelweg niet beter. Wat de Tibetanen ervaren als een gewapende bezetting, zien de Chinezen als het onder de duim houden van een opstandig volkje. Dat het hier zo’n beetje om het meest vredelievende volk op aarde gaat, doet niet ter zake.

Dat zelfs een commercieel bedrijf als Google zich terugtrekt uit het massale China vanwege gebrek aan vrijheid, doet hier ook geen belletjes rinkelen. Toch zegt het wel wat. Als een winstbelust bedrijf een stuiver laat liggen wegens gewetensbezwaren, moet er echt wel iets geks aan de hand zijn.

Hoogtepunt met de Himalaya Express

Vandaag is voorlopig onze laatste dag in de trein. De afgelopen nacht sliep ik wat moeilijker dan normaal, omdat de lucht al bijzonder ijl wordt. Harder en dieper ademhalen dus. De dertigjarige Chinees die het eerste deel met ons meereisde, was nu vervangen door een oudere Chinees. Helaas ruiken zijn voeten heel wat minder fris. Zweetvoeten in een kleine ruimte zijn een verdraaid lastige combinatie met ijle lucht.

Deze ochtend zijn onze coupégenoten erg vroeg wakker. Ik klim uit het bovenbed om uit het raam te kijken. Het uitzicht is werkelijk adembenemend! De zweetsokken zijn er niets bij. We zijn de afgelopen nacht zeer hoog geklommen en zitten nu op de rand van de sneeuwhoogte. Hier en daar zijn stukken land nog bedekt met sneeuw of zie je een bevroren plasje. Voor de rest is het eigenlijk een vrij kaal en heuvelachtig landschap met dor gras.

Soms staan er grote kuddes jaks te grazen of zie je een verdwaalde ezel. Dit is dus Tibet!

Vooral in de verte is het erg mooi door de hoge, witte bergtoppen. Af en toe zie je hier ploegjes wilde herten rondscharrelen. Soms staan er grote kuddes jaks te grazen of zie je een verdwaalde ezel. Dit is dus Tibet! Hier en daar zie ik boeren werken op stukjes land, maar voor de rest blinkt het landschap vooral uit door leegte. Een imposante leegte, zoals minder reislustige Nederlanders dat eigenlijk niet kennen. Eerlijk gezegd lijkt het landschap vrij veel op het landschap dat we eerder in Mongolië zagen. Helemaal met al die jaks en af en toe wat ronde tenten, die verdacht veel op gertenten lijken.

Wat wel typisch Tibetaans is, zijn de wigwamachtige touwconstructies met allerlei gekleurde vlaggen eraan. De bergen zijn soms rood, soms geel of groen en in de verte zijn het net bruine chocoladetaarten met poedersuiker over de toppen gestrooid. Hier en daar huppelen herten, konijnen of vreemde vogels rond.

Jaks in Tibet

Zuurstofkraantjes

Deze middag zijn de zuurstofkraantjes aangegaan. De trein is dicht, dus ik ben benieuwd hoe we de buitenlucht in Tibet straks zullen ervaren. Als ik naar de wc ga, staat tot mijn verrassing het raampje open en ik ben blij met het kleine beetje frisse lucht dat het hokje inwaait. Tot nu toe hebben Fens en ik nergens last van. Straks zullen we stoppen op het hoogste punt van 5700 meter en kunnen we even uitstappen. Als we dat aankunnen komt Lhasa ook wel goed, denk ik. We hebben van tevoren nogal wat horrorverhalen gehoord over die hoogte. Mensen die heel ziek worden en meteen weer terug moeten, zakken voedsel die spontaan open springen en zelfs laptops die het begeven door de druk.

Ik ben dan ook zo verstandig om zelf geen laptop mee te nemen, en zit nu in de trein met een ouderwets notitieboek en een pen. Tot mijn verbazing zag ik net wel een Chinese monnik met een laptop. Zou het dan toch overdreven zijn? Het stikt van de Chinese monniken op onze trein en aan al hun elektronische apparatuur te zien, komen ze niets tekort. Toevallig is mijn iPod vandaag wel raar gaan doen. Voor de zekerheid laat ik die maar uit, want het gekraak van het draaiende schijfje klinkt niet best.

Lekker onderuit gezakt rijden we langs een gigantisch meer en het uitzicht is haast psychedelisch

Ondertussen krijgt onze oude Chinees bezoek van twee dames die hij duidelijk goed kent. Familie, denk ik. Waarschijnlijk konden ze samen niet meer één coupé boeken. En Chinezen zitten nu eenmaal graag op een kluitje. Met zes mensen in één coupé wordt het me echt te druk en ik ga op de smalle gang zitten, waar iedereen constant langs me loopt. Kiezen of delen dan maar. Je moet elkaar ook een beetje de ruimte gunnen in een trein.

Gelukkig gaat het hele Chinese gezelschap na een uurtje of twee met z’n allen eten in het restaurant. Onze coupé is weer eventjes heel relaxed zo met zijn tweetjes. Lekker onderuit gezakt rijden we langs een gigantisch meer en het uitzicht is haast psychedelisch. Er hangen dikke wolken boven het meer die je bijna kunt aanraken.

Flauwvallen door gebrek aan zuurstof

Net als wij die middag zelf een drankje gaan drinken, gebeurt datgene waar deze reis zo bekend om staat. Eén van de weinige westerse toeristen op deze trein, een Amerikaans meisje, valt flauw door het gebrek aan zuurstof. Er komen meteen een dokter en een tolk bij en ze wordt weer een beetje opgelapt met een zuurstofmasker. Als we na dit spektakel weer teruggaan naar onze coupé, zit de oude Chinees met een tampon in zijn neus. Hij heeft een bloedneus door het drukverschil.

Reizen is ontdekken

Wonderlijk genoeg gaat bij ons alles nog steeds prima. Gelukkig maar, want je zult na zo’n lange reis maar weer helemaal terug moeten door hoogteziekte! We moeten van tevoren zelfs een formulier invullen over onze gezondheid, maar we hebben wel een beetje gejokt. We hebben niet gezegd dat Fenske last heeft van snelle hartkloppingen en buisjes in haar oor heeft, en dat ik soms last heb van astmatische bronchitis. Als we dat eerlijk hadden ingevuld, hadden we waarschijnlijk niet eens mee gemogen.

Aankomst in Lhasa, Tibet

Na een lange reis stappen we vandaag om een uur of zes dan eindelijk uit de afgesloten trein. We zijn in Lhasa en ademen nu pas echt de Tibetaanse lucht in. En dat lukt prima. Ik concentreer me na het uitstappen meteen goed op mijn ademhaling om te kijken of ik iets bijzonders merk, maar Fenske staat ondertussen alweer een sigaret te roken. Niets aan de hand blijkbaar. We lopen opgelucht het station uit.

Het voelt best freaky om te weten dat we nu in een bezet land zijn. De Chinese regering wil ons graag anders doen geloven, maar het feit dat je hier bijna nergens zonder een gids naar toe mag, zegt genoeg

Het voelt nog wat onwerkelijk om nu opeens in Tibet te zijn op een plek, waarvoor je vroeger ongelofelijk veel moeite moest doen om er te komen. Aan het laatste stuk van onze treinreis te zien, is de stad flink aan het uitbreiden en zullen de oprukkende Chinezen het authentieke centrum van Lhasa snel overspoelen met hun ‘socialisme’. Tegelijkertijd voelt het ook best wel freaky en onwerkelijk om te weten dat we nu in een bezet land zijn. De Chinese regering wil ons graag anders doen geloven, maar het feit dat je hier bijna nergens zonder een gids naar toe mag, zegt al genoeg.

Tibetaanse gids

We hebben expres een Tibetaanse gids geregeld, omdat je dan veel meer de echte verhalen hoort in plaats van de eenzijdige, Chinese propaganda. Deze gids, een vriendelijke, magere jongen van een jaar of 25, staat al keurig op ons te wachten met een bordje. Hij stelt zich voor als Dorjee en hangt ons meteen witte welkomstsjaaltjes om onze nek. We zijn meteen al blij met hem, want we zitten nog maar net in het busje of hij begint al de do’s and don’ts uit te leggen van deze stad.

Het komt er zo’n beetje op neer dat we nergens mogen fotograferen. “Als er geen agenten of soldaten staan kun je het proberen, maar ze staan bijna overal,” zegt hij lachend. “En als ze het zien pakken ze zeer waarschijnlijk jullie camera af, of krijg ik als gids op mijn kop.” Dorjee legt ook uit dat we op heel veel openbare plekken niet mogen komen zonder gids. In heel veel gebouwen mogen we zelfs niet praten. Dat had dan wel weer gemogen als we een Chinese gids bij ons hebben, maar dan hoor je alleen maar de Chinese kant van het verhaal.

Het wordt ons al snel duidelijk dat niet-Chinese toeristen hier als onbetrouwbaar en derderangs volk worden behandeld

Chinese toeristen mogen sowieso overal komen, praten en fotograferen. Het wordt ons al snel duidelijk dat niet-Chinese toeristen hier als onbetrouwbaar en derderangs volk worden behandeld. Het komt erop neer dat we bijna net zo weinig mogen als de Tibetanen zelf. Ach ja, na Moskou zijn we het wel gewend om gediscrimineerd te worden. Het grote verschil is dat wij een paspoort hebben en ook weer weg kunnen. De Tibetanen zijn als het ware gevangen in hun eigen land.

De politieke situatie in Tibet

Dorjee heeft een vrolijke manier van praten en hij glimlacht veel, maar je ziet dat er toch een hoop pijn en verdriet achter zijn lach schuilt. Ik merk dat hij net zo nieuwsgierig is naar onze mening over de politieke situatie als wij naar die van hem. Het wordt al snel duidelijk dat hij, als rasechte Tibetaan, geen vriend is van de Chinese regering en daar ook niet zoveel over los mag laten. Hij lacht er een beetje ondeugend bij. Dus ik vermoed al dat als hij ons eenmaal vertrouwt, hij ons nog een hoop bijzondere verhalen kan vertellen.

Tibet

Terwijl we meteen al een interessant gesprek hebben met Dorjee, kijken we ondertussen nieuwsgierig naar buiten om de eerste indrukken van het centrum van Lhasa op te doen. Dorjee heeft niets teveel gezegd over politie en soldaten. Op elke hoek staan vierkante tentjes die lijken op een soort partytentjes. Maar dan met vier streng kijkende Chinese militairen erin, met hun machinegeweren in de aanslag. Bijna overal zie je Chinezen rondlopen in nette kleren en met mobieltjes, camera’s of in dure auto’s, terwijl de lokale bevolking er opvallend armoedig bijloopt.

Ik zie er ook bouwstijlen die ik in geen enkel ander land heb gezien. Af en toe zie je kale monniken rondlopen met de beroemde donkerrode gewaden. Oude mensen lopen over straat met draaiende gebedsmolentjes. We zijn in Tibet. Het besef dringt door.

Wit welkomstsjaaltje

Even later checken we in bij ons hotel. We komen terecht in een relaxte kamer, die volledig is versierd met handgeschilderde patronen en houtsnijwerk. Een douche, een tv, alles prima in orde. We kunnen er echter niet lang blijven, want Dorjee wil ons meteen meenemen naar een restaurant van vrienden van hem. Daar staat hij op. Ook daar krijgen we allebei weer een wit welkomstsjaaltje om en mogen we Tibetaans eten pakken van een buffet.

Even later krijgen we een hele Tibetaanse dansshow in klederdracht voorgeschoteld. Wat me het meest verbaast, is dat dit alles niet in rekening wordt gebracht. Het is echt bedoeld om ons te verwelkomen, zonder bijbedoelingen! Zoiets heb ik als toerist nog nooit meegemaakt. Anderen vermoeden echter dat dit etentje een soort verplichte screentest is en dat elke nieuwe toerist die Lhasa binnenkomt eerst hier moet eten. Zou kunnen. Het is allemaal een beetje vaag.

Made in China

Na de show praten we wat na met Dorjee en het gesprek gaat al gauw weer over politiek. Ik vertel hem een leuke anekdote. Ik heb een paar keer gespeeld op het Ticket 4 Tibetfestival in Nederland. Hiermee wordt een hoop geld opgehaald om Tibet te steunen. Op een gegeven moment had de Dalai Lama een persoonlijke bedankbrief naar de organisatie gestuurd, en die vonden dat zo’n grote eer dat ze deze brief voor elke deelnemer hebben gekopieerd en ingelijst. Toen ik dit cadeautje bekeek en het lijstje omdraaide, stond er achterop een sticker met ‘Made in China’.

Dorjee kan er wel om lachen, maar ik merk dat hij ook een beetje zenuwachtig wordt van mijn verhaal. Hij buigt zich voorzichtig naar ons toe en zegt dat dit niet de plek is om over politiek te praten. “Dat komt morgen wel!” lacht hij weer ondeugend. We hebben namelijk meteen weer een afspraak voor de volgende ochtend. Want we zijn hier maar drie dagen en we hebben nog veel interessants te ontdekken. We laten het gesprek voor wat het is en lopen weer terug naar het hotel om een beetje bij te komen van de reis. En dat bijkomen moet vast wel lukken in onze sfeervolle kamer met zachte matrassen.

Propaganda in Tibet

Op de terugweg kopen we een plattegrondje van Lhasa om ons vast een beetje voor te bereiden op de volgende dag. Het is een prima kaartje, waar alle toeristische hoogtepunten duidelijk op staan aangegeven. Maar bij nadere bestudering is dit kaartje duidelijk verspreid door de Chinese regering. Op de flap staat namelijk een kort geschiedenislesje dat ons leert dat Tibet in 1951 ‘peacefully liberated’ is door China. Van wat en waarom staat er niet bij.

Het is treurig om overal dit soort propaganda tegen te komen in een bezet land van vredelievende mensen, die zelf hun stem niet mogen laten horen. Aan één kant is het natuurlijk helemaal te gek om in deze bijzondere stad te zijn. We hebben twee dagen non-stop dwars door the middle of nowhere gereisd om in Tibet te komen. En dat was dan nog de makkelijke manier. Aan de andere kant is het heel vreemd om in een bezet land te zijn dat duidelijk wordt overheerst door een genadeloze onderdrukker. Om over al het bijbehorende machtsvertoon nog maar te zwijgen.

De strenge Chinese militairen vormen een schril contrast met de boeddhistische bevolking die ons overal hartverwarmend ontvangt en glimlachend welkom heet

We willen morgen natuurlijk mooie foto’s maken, maar het wordt met al die militairen op straat nog een hele klus om dat stiekem te doen. Ze staan ongeveer om de honderd meter te posten met machinegeweren in de aanslag. En alsof dat nog niet genoeg is, houden ze ons ook nog stiekem in de gaten vanaf de daken. En zelfs als er nergens een soldaat te bekennen valt, kan er elk ogenblik een hele ploeg de hoek om komen marcheren.

De strenge Chinese militairen vormen een schril contrast met de boeddhistische bevolking in Tibet die ons overal hartverwarmend ontvangt en glimlachend welkom heet. Zeker na de bloederige opstand in 2008 die hier nog vers in het geheugen ligt, moet dat de nodige onderlinge wrijving geven, lijkt me.

De andere helft van dit hoofdstuk is te lezen in het boek Heen en Onweer van Def P, waarin de avonturen van zijn wereldreis worden gekoppeld aan verhalen uit het leven van Def P. Behalve de landen en gebieden die hij aandoet tijdens zijn treinreis (Duitsland, Polen, Wit-Rusland, Rusland, Siberië, Mongolië, Tibet, China, Japan en Canada) bevat het boek ook bijzondere uitstapjes naar onder meer het Cuba van Fidel Castro, een Bosnië in puin, het Spanje van de toeristen, de achterbuurten in de VS begin jaren ’90 en de sloppenwijken van Zuid-Afrika.

Def P

Vragen? Suggesties? Of jouw reishonger delen?

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je mag alleen HTML tags en attributen gebruiken:

<a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>