Met de auto naar het Ierse Connemara

Ik dacht dat Wicklow de mooiste regio van Ierland was. Maar ik had het mis. Want tijdens mijn laatste reis naar Ierland ontdekte ik dat de regio Connemara minstens even mooi is. Misschien zelfs mooier.

Connemara is een oude regio in het westen van Ierland, grenzend aan de machtige Atlantische Oceaan. Het landschap is eerder bergachtig, met scherpe, maar niet heel hoge bergen. Op de lagere gebieden vind je landbouwgrond en natte moerassen. Kleine dorpjes liggen ver uit elkaar, want Connemara is niet echt dik bevolkt.

De Inagh Vallei Connemara

De Inagh Vallei is mijn eerste kennismaking met Connemara.

Van Dublin naar Connemara

Mijn reis begon in Dublin, waar ik in de ochtend vroeg landde na een vlucht met Aer Lingus. Het weer was dreigend, maar dat is Ierland, toch? Het regent er wel eens stevig, maar meestal nooit lang. Met de huurauto stak ik Ierland dwars over. Ging best wel moeilijk, want het is wennen aan het links rijden.

Onderweg stopte ik in het rustgevende Brigit’s Garden, een park waar de hele inrichting geïnspireerd werd door de Keltische godin Brigit. Hoewel dat een beetje zweverig klinkt, bleek het een heerlijk ontspannen plaats te zijn om even bij te komen van de hele autorit.

Brigit's Garden Galway

De zomertuin van Brigit’s Garden.

Brigit's Garden

Brigit’s Garden neemt elementen uit de Ierse geschiedenis.

De afstand tussen Dublin Airport en mijn slaapplaats voor de avond, in Leenane, is maar een goede 300 kilometer. Toch duurde het tot in de avond voor ik The Leenane Hotel bereikte. Omdat een rechts rijdende chauffeur nu eenmaal wat trager vooruit komt in Ierland, maar ook omdat ik constant wilde stoppen om foto’s te maken. Jeetje, wat bleek Connemara mooi te zijn!

Killary Harbour fjord

The Leenane Hotel bleek zo’n klassiek hotel te zijn, met zware houten meubelen en dik tapijt in de kamers. In de lobby brandde een vrolijk haardvuur en met een vrolijk Iers ‘how are ye?’ werd ik naar mijn kamer gebracht. Daar gooide ik prompt het raam open en keek ik uit over het Killary Harbour fjord, één van de weinig fjorden in Ierland.

De beste manier om Connemara te verkennen, is een deel van de Wild Atlantic Way te nemen. Deze kustroute is bijna 2.400 kilometer lang en loopt van het zuiden naar het noorden van Ierland. Een deel van de route loopt door Connemara. Voor de deur van mijn hotel zelfs. Dus nam ik in de ochtend de auto en reed ik noordwaarts, langs het Killary Harbour fjord, door de prachtige Doolough vallei naar de kust.

De Doo Lough Valley in Connemara

De Doolough Vallei.

Ierse valleien

Daar aangekomen, zocht ik me langs een smal paadje een weg naar The Lost Valley, een project van locals Gerard en Maureen Bourke. Deze mensen wonen op een domein dat al zeven generaties in handen van de Bourke familie is. Met The Lost Valley brengen ze het leven aan de westkust van Ierland in kaart. Op hun domein zie je immers nog ruïnes van eeuwenoude vissershuisjes en zelfs de restanten van de aardappelbedden uit de tijd van de Ierse hongersnood. Een bezoek aan The Lost Valley is niet alleen een inkijk in het verleden, maar ook in het heden. Gerard en Maureen beheren immers nog steeds kuddes schapen op het domein.

The Lost Valley

De weg naar The Lost Valley.

The Lost Valley, Louisburgh, County Mayo

Het terrein van The Lost Vallei is heuvelachtig, met een paar verborgen verrassingen.

Na mijn bezoek aan de Lost Valley neem ik precies dezelfde weg weer terug. Ik verwonder me erover hoe anders de Doolough vallei er uitziet in het licht van de namiddag.

In de late namiddag ga ik aan boord van de catamaran van Killary Fjord Boat Tours. Met de catamaran varen we van Leenane naar de monding van het fjord en weer terug. Onderweg wordt er verteld over het leven aan het fjord vroeger en nu. Vaak duikt er aan de monding van het fjord een school dolfijnen op, die speels mee zwemmen met de catamaran. Maar deze keer niet. Ik heb geen geluk, de dolfijnen laten zich niet zien.

Aan boord van de catamaran van Killary Fjord Boat Tours

Aan boord van de catamaran van Killary Fjord Boat Tours.

Naar Clifden

Na een lekkere hap in het Blackberry Restaurant en een heerlijke nacht slaap in het Leenane Hotel, rij ik op mijn dooie gemakje naar het kuststadje Clifden. Ik volg weer de Wild Atlantic Way, en daarom neem ik mijn tijd. Onderweg maak ik een fotostop aan de Kylemore Abbey en het Connemara National Park. Beide kan je bezoeken, al dan niet met gids. Geïnteresseerd bekijk ik een tour door Connemara National Park vanop de rug van een Connemara Pony. Maar helaas, het onstuimige weer steekt er deze keer een stokje voor.

Connemara National Park

Het landschap is heel mystiek.

Later die dag bereik ik Clifden. Een levendig stadje, met van die vrolijk gekleurde huizen. In Clifden start de Sky Road, een extra lus die je aan de Wild Atlantic Way kan verbinden. De Sky Road leidt je in zo’n 20 kilometer over één van de schiereilanden bij Clifden. Smalle wegen dwars door met heide en brem begroeide bermen, met een uitzicht op de Atlantische Oceaan. Of je nu met de auto, de fiets of te voet bent, de Sky Road is een must wanneer je Clifden bezoekt.

de Sky Road

Op de Sky Road.

Pittoreske vissersdorpjes

Niet ver van Clifden ligt het vissersdorp Cleggan. Een paar huizen liggen wat verdwaald rond een haven. De kade staat vol vrachtwagens die wachten op de thuiskomst van de vissersboten. Op de achtergrond snijdt de baai diep in het land. De hoge pieken van het binnenland lijken een beetje mistig. Het lijkt een beetje slordig, maar het is ook enorm sfeervol.

Op diezelfde kaai vind ik Oliver’s Seafood Bar. Een even rommelige pub, waar diensters in zeven haasten tussen de stamgasten door zigzaggen. Er hangt de geur van oud papier en van voedsel. Aan de muren hangen ingelijste foto’s en krantenartikelen. Over een ramp waarbij veel plaatselijke vissers omkwamen. Over een band die regelmatig komt spelen. Smullend van mijn fish ’n chips geniet van de couleur locale, van de stamgasten en de toeristen die door de deur komen waaien.

Na mijn vis en mijn glas fris rij ik weer naar Clifden, waar ik overnacht op de Sky Road zelf, in de Hillside Lodge. Het is alweer mijn laatste nacht in Ierland. Voorlopig. Want ik kom altijd weer terug. Heel snel.

De baai bij Cleggan

De baai bij Cleggan.

Connemara - Wild Atlantic Way - Sky Road Loop

Bordjes van de Wild Atlantic Way wijzen je de weg.

Plan je reis naar Connemara

Voor deze reis, in samenwerking met Failté Ireland, vloog ik met Aer Lingus naar Dublin, waarna ik met een huurauto naar Connemara reed en de regio per auto verkende. Dat is een prima route, maar wel pittig als je maar enkele dagen reist. Je kan echter ook naar Shannon vliegen, wat veel dichter bij Connemara ligt.

Tijdens mijn reis nam ik voornamelijk de Wild Atlantic Way. Deze kustroute is gemakkelijk aangeduid met bordjes met een golvend symbool, dat de letters waw vormt. Wild Atlantic Way. De Wild Atlantic Way volgt de hele westkust van Ierland. Het loont dus de moeite om je tijd te nemen en de hele route te rijden.

De Wild Atlantic Way bestaat uit smalle wegen die door magnifieke landschappen leiden. Op die wegen moet je links rijden en mag je vaak 80 of zelfs 100 kilometer per uur rijden. Wees voorzichtig. Houd je hoofd erbij en houd goed links!

De Wild Atlantic Way en zijn machtige landschappen namen al mijn tijd in beslag. Heb je meer tijd, dan vind je meer dan genoeg dingen om te bezoeken tijdens je reis. Denk aan Kylemore Abbey, de stad Galway, de Aran Eilanden en de honderden activiteiten die je op verschillende plaatsen aan de westkust kan doen. Paardrijden, kajakken, zwemmen, snorkelen, eilanden bezoeken, fietsen, wandelen… Meer informatie vind je op de website van Ireland.com. Je vindt echt wel iets naar jouw smaak.

Verkeersopstopping in Ierland

Verkeersopstopping!

Connemara Ierland

Wat is het hier mooi!

Lotte

Vragen? Suggesties? Of jouw reishonger delen?

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je mag alleen HTML tags en attributen gebruiken:

<a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>