Door deze vroege geschiedenis neemt Madagaskar op het gebied van flora en fauna een unieke positie in in de wereld, samen met de Galapagos eilanden. Er zijn nooit apen en grote katachtigen gekomen op het eiland, waardoor de lemuren (halfapen) geen concurrent en/of vijand kenden tot de eerste mens voet aan wal zette. Het aantal endemische soorten (planten en dieren die alleen op Madagaskar voorkomen) is daardoor bijzonder hoog. Kennis hiervan en onderwijs hierover is van groot belang voor het wereldwijd behoud van de biodiversiteit.
De eerste mensen (waarschijnlijk kustvaarders uit de regio Maleisië/Borneo) zetten zo’n 2000 jaar geleden voet aan wal. In 1996 ging ik er voor de eerste keer naartoe en maakte kennis met de unieke natuur en cultuur, er woonden toen 12,5 miljoen mensen op het eiland. Vorig jaar reisde ik opnieuw naar Madagaskar, op zoek naar bijzondere lemuren (halfapen).
Antananarivo
We beginnen de reis in de hoofdstad Antananarivo, gelegen in de bergen, en bezochten het hooggelegen oude paleis Rova, in 1996 deels vernield en in brand gestoken na de zoveelste paleisrevolutie. Men is nog steeds bezig het verbrande hout uit het interieur te vervangen door beton. Enkele buitenmuren zijn inmiddels wel hersteld. Verder is de hoofdstad compleet dichtgeslibd door het toegenomen chaotische verkeer. Door de smog vanwege de uitlaatgassen van de ontelbare oude dieselvrachtauto’s, vaak stilstaand in de file in de wirwar van nauwe straatjes is een langer dan strikt noodzakelijk verblijf in de hoofdstad niet aan te raden.
Het is triest te moeten constateren dat de bevolking sinds mijn eerste bezoek in 1996 is verdubbeld! Maar Madagaskar behoort nog steeds tot de tien armste landen ter wereld. Door de enorme bevolkingsdruk is helaas nog slechts twee procent van het landoppervlak nationaal park en derhalve (in theorie) beschermde natuur. Bijna alle bossen zijn gekapt omdat houtverkoop direct geld oplevert en de meeste mensen zelf ook nog op houtskool stoken. De “slash and burn”-cultuur is nog volop aanwezig in grote delen van het land, geen constatering om blij van te worden. Toerisme is wel sterk ontwikkeld in de laatste 20 jaar, wat resulteert in vele prachtige luxe locaties voor grote groepen en soms file lopen in de bekende nationale parken (Analamazoatra NP, Ranomafana NP, Akanin’ny Nofi) niet zo ver van het internationale vliegveld.
De Michelin-trein
In Périnet (Andasibe) wil ik het oude Michelin treinstation nog even bekijken uit nostalgische overwegingen. Ik reed met de Michelin-trein op rubber banden, zoals de Michelin in Dalat (Vietnam) dat ook had gedaan in een grijs verleden en at heerlijk in het restaurant van het station. Maar de achteruitgang in Madagaskar in twintig jaar was ook hier zichtbaar. Ook het dorp lag er niet goed bij, er heerste de pest.
Wij reden verder naar Palmarium en namen de boot over het Panganales kanalen-stelsel, dat de verbinding vormt tussen de vele aan de kust gelegen zoetwatermeren over een lengte van 600 kilometer. Aan de andere kant van de duinen golft de Indische Oceaan op het witte strand. Fascinerende natuur. Wegen zijn hier nauwelijks, alleen de trein liep door naar de havenstad Toamasina. Het spoor voorzag de hoofdstad en het achterland van alle goederen, die in de enige haven van Madagaskar binnenkwamen. Nu is er een weg, waarover de zware tankauto’s in file het land voorzien van diesel. Ze rijden de smalle weg door de dorpen onophoudelijk aan gort.
Een must voor natuurliefhebbers
Het doel van mijn tweede reis naar Madagaskar, ruim twintig jaar na mijn eerste bezoek in 1996, was op zoek te gaan naar bijzondere lemuren (halfapen), onder andere de Aye Aye, Indri Indri en met name de zeldzame blauwoogmaki, die alleen voorkomt in het Sahamalaza National Park in het noordwesten van Madagaskar.
Van de twaalf “grote” nationale parken heb ik er tijdens mijn twee reizen samen zeven kunnen bezoeken binnen zes weken. De foto’s bij deze blog dateren bijna allemaal uit 2017. Madagaskar is een must voor natuurliefhebbers, geïnteresseerd in biodiversiteit, al waren enige exclusieve vogelliefhebbers binnen onze speciale groep toch wel teleurgesteld. Er viel niet al te veel te spotten in het voorjaar (oktober) op het zuidelijk halfrond. En wil je alleen ooit een keer in je leven lemuren zien, dan kun je in Apeldoorn gewoon naar de Apenheul, zeer de moeite waard en wel zo makkelijk.
De Stichting Apenheul (Apeldoorn) is een ideële organisatie die zich met hart en ziel inzet voor apen, halfapen en hun leefgebieden. Ze werkt nauw samen met verschillende nationale en internationale organisaties. Het doel van deze samenwerking is het uitwisselen van kennis op het gebied van dieren, educatie, onderzoek en natuurbescherming. Er worden lokale rangers opgeleid om het bos te beschermen en ecotoerisme wordt bevorderd. Daarnaast werkt Apenheul met veel dierentuinen samen in internationale fokprogramma’s.
Thomas Bionda, primatoloog van het dierenpark Apenheul, begeleidde ons op deze eerste avontuurlijke tocht naar Sahamalaza NP. Voor mij was het belangrijk de vele unieke diersoorten zoals de lemuren (maki’s), bladstaartgekko’s, kameleons, gifkikkers en hangende vleerhonden met behulp van digitale fotografie vast te leggen. Twintig jaar geleden maakte ik dia’s en waren de technische mogelijkheden dus beperkter.
Sahamalaza NP
De reis naar Sahamalaza NP vereist een binnenlandse vlucht vanuit de hoofdstad naar Nosy Be, vervolgens een busreis naar het strand, 80 km varen, gevolgd door een wandeling hill-up door de bush van vier uur bij ruim 30 graden. Een goede conditie is dus geen overbodige luxe, naast veel drinkwater in je rugzak. Maar de beloning is groot: na twee dagen reizen kwamen we aan op de camping en de ruime tenten waren al opgezet. Weg uit de drukte en de smog in de hoofdstad met alleen het geluid van stilte en af en toe het commentaar van nachtlemuren en andere junglegeluiden. En een kraakheldere sterrenhemel. De volgende dag stonden we al vroeg op en zagen de zon opkomen. Een verademing, ruim tijd om de natuur hier tot je te nemen, prachtige foto’s te schieten tijdens een concert van vogelgeluiden.
Na het ontbijt trokken we het bos in op zoek naar de blauwoogmaki’s en nog veel meer moois! Ik laat de foto’s spreken. Het werd voor mij een prachtige praktijkles over biodiversiteit en we hebben ook met eigen ogen kunnen zien wat goede natuureducatie voor de lokale bevolking kan betekenen. Maar helaas blijven eeuwenoude lokale tradities ook erg hardnekkig: nog steeds komt ook hier rond de (kleine) dorpen erosie voor door ondeskundige houtkap, naast de “slash and burn” cultuur, die officieel is verboden. En ook wordt hier nog bushmeat (halfapen) gegeten, vandaar dat Apenheul met de andere samenwerkende organisaties ook inzet op goede natuureducatie-projecten, samen met de gedisciplineerde lokale rangers. Daarbij verdienen de gidsen aan de ecotoeristen en zijn ze een voorbeeld voor de lokale bevolking. En het goede nieuws is dat het aantal blauwoogmaki’s weer sterk is toegenomen de laatste tien jaar. Ze waren toen bijna geheel uitgestorven en nu zijn er al weer zo’n 4.000 geteld. Naast de mens zijn de blauwoogmaki’s de enige primatensoort ter wereld met blauwe ogen.
Relaxen op Nosy Be
De allerlaatste dagen konden we relaxen op Nosy Be. Een eiland vlak voor de kust met bounty stranden, snorkelen op zoek naar walvishaaien en zeeschildpadden met ‘s avonds disco… relaxen dus. Ik hoef hier niet te vermelden dat het er druk was. Veel toeristen, vooral oudere mannen bewogen zich voort op een quad met achterop een lokale schone jonge bloem, hun trofee. Ik durfde amper foto’s te schieten.
In één van de vele kroegen aan de strandboulevard raakte ik aan de praat met zo’n aardige man, hij bood mij een whiskey aan, maar ik hield het op een biertje. Op zo’n moment in het nachtelijk duister met louter het harde geluid uit de discotheken passeren in het gesprek de oppervlakkige levensverhalen. Hij kwam uit de USA maar woonde nu in Panama, maar Nosy Be was het helemaal. Toen ik hem een sigaar presenteerde bij zijn whiskey was zijn vraag wat mij naar Nosy Be dreef. Mijn verhaal over de biodiversiteit op Madagaskar boeide hem totaal niet. Over de blauwoogmaki’s die ik had gezien in Sahamalaza NP sprak ik maar niet meer, zijn zuinig geklede vriendin trok hem mee en ze vertrokken op een ronkende quad….
Wij sloten deze tweede reis relaxt af op ons “eigen” eilandje voor de kust.
Wil jij ook op reis naar Madagaskar?
Check onze speciaal geselecteerde reizen naar Madagaskar in de reisshop.
- Biodiversiteit op Madagaskar - 24 mei 2018
- Dwars door Pakistan - 21 april 2017
- Van Dubai naar Jemen - 23 maart 2017
Job de Lange zegt:
Hallo Arnold,
Altijd weer boeiend om jouw (reis-) verhalen te lezen! Als reislustige wereldburger vind ik dat altijd boeiend. En daarnaast ben ik ook een gepassioneerd amateur-fotograaf. Ja, we hebben nogal wat raakvlakken.
Wie weet gaan we ooit nog eens samen op reis, haha! (hoewel ik door je verhaal niet zo enthousiast ben geworden over Madagascar….)
Ik blijf je volgen!
Prachtige uitspraak overigens: “Geluk kun je vermenigvuldigen door het te delen”.
Hartelijke groet,
Job
ps. Ken je het boek “Darwins Hofvijver” van de bioloog Tijs Goldschmidt? Zal je wellicht interessant vinden. Speelt in het Victoriameer in Tanzania. Tijs is één van mijn oudste vrienden.
Arnold Pilon zegt:
Dank Job,
In 1976 gingen Louwke en ik (nog zonder kinderen) een aantal weken naar Tanzania en Zambia en verbleven we oa aan de oevers van het Tanganyika Meer (Mpulungu) vanwege de cichliden. Thuis hadden we jarenlang diverse aquaria met tropische vissen, oa Malawi-cichliden.
“Darwins Hofvijver” was direct na verschijnen derhalve “een must” zeker voor Louwke als bioloog.
Tijs Goldschmidt kreeg na publicatie terecht vele goede kritieken, want dit boek blijft, juist nu (!), een aanrader voor alle wereldreizigers met interesse voor de biodiversiteit.
Zelf zijn we in 2003 met ons hele gezin vanuit Kaapstad naar Nairobi gereden, en op deze route speciaal ook langs het Malawi Meer. Veel kleurrijke cichliden al snorkelend gespot. Kim ging op zwetend paard al zwemmend het meer in na een tropische rit.