Een dag in Ljubljana

Na een goede nacht, een heerlijk lange stortdouche en een ontbijt dat ver boven verwachting was, verliet ik hotel Daniel. Enkele minuten later stond ik al met een bak stationskoffie (wat ver beneden peil was, mijn standaard lag nu aanzienlijk hoger) op het perron te wachten tot de trein zou arriveren. Drieënhalf uur zou de rit naar Ljubljana in beslag nemen, wat me na de lange treinreizen van de eerdere dagen, als muziek in de oren klonk.

ljubljana-slovenija

Precies genoeg tijd om op het internet te surfen wat er in Ljubljana te doen is, e-mails te beantwoorden en via multimedia en social media contacten onderhouden en kijken of je niets hebt gemist. Ik ben er al lange tijd achter dat je eigenlijk nooit iets mist, maar screen toch altijd even snel de honderden gemiste appjes, mailtjes, posts en tweets naar relevantie. Wanneer ik weg ben en dit moment ingelast, word ik daarna vaak kortstondig overvallen door een melancholisch gevoel. Een kortstondige hang naar vroeger tijden dat een kaartje per post en misschien een collect call naar vader en moeder (bij gebrek aan internet en mobiele telefonie) de enige tekenen van leven waren en de reis niet toch deels werd beïnvloed door dit soort inmiddels ingeburgerde, zeg maar gerust overheersende, randzaken. En als dit korte moment voorbij is en ik me besef dat ik er net zo hard aan mee doe, zonder dat ik me hier slecht bij voel, laat ik via de diverse platformen aan een ieder die het lezen of zien wil, weten hoe geweldig ik het heb en dat ik nu in de trein zit naar Slovenië.

Genieten van het uitzicht, ontspannen zittend in een treincoupé

Genieten van het uitzicht, ontspannen zittend in een treincoupé

Na twee uur onderweg te zijn door mooi glooiend landschap vond de batterij van mijn telefoon het wel even genoeg geweest. Omdat ik deze mening wel deelde, besloot ik hem niet van voeding te voorzien om weer op te laden. Ik had zelf wel weer wat trek gekregen en besloot me een weg te banen naar de bistrocoupé. Vooral de beenspieren vonden het ook een prima plan om weer even onder spanning te mogen staan, aangezien ik van nature geen persoon ben die lang stil kan zitten. Bij Henry, zoals de on-board bistro heette in eigenlijk alle genomen internationale treinen, bestelde ik een cola en een broodje. Een rijdend restaurant, ik vond het een heerlijk idee. Het werd een redelijk lange lunch, ongeveer 20 kilometer, van Ponikva tot Celje. Na de lunch ging ik weer even de benen strekken en besloot naar de achterkant van de trein te gaan.

Bij de laatste coupé kwam ik een jonger stel tegen welke de backpack als kussen gebruikte en een beetje lagen te dutten. Het bleken Spanjaarden te zijn, die ook aan het Interrailen waren. Paloma en Julen, beide 24, waren een week geleden vertrokken vanuit Madrid met een treinkaart waarmee ze een maand lag onbeperkt konden treinen. Dit ticket had ze net geen € 450,- gekost. Mij zou het ruim tweehonderd euro meer kosten, omdat ik oud was, zeiden ze. En bedankt! Hoewel ik het overigens nog steeds niet duur vond, gezien de mogelijkheden die dit Interrailen met zich mee brengt. Paloma en Julen namen zoveel mogelijk nachttreinen tijdens het transporteren om te besparen op verblijfskosten in hostels, want het bleven toch arme studenten. De aanblik van deze twee onbezorgde rugzaktoeristen deed me meteen verlangen om ook weer de rugzak op te pakken en gewoon ongestoord te reizen. Ze waren met de slaaptrein van Rome naar Klagenfurt gegaan, hadden daar de bus gepakt naar Graz om vervolgens op deze trein naar Ljubljana te springen. Ljubljana naderde, tijd om terug te gaan naar mijn coupé en mijn spullen bij elkaar te rapen. Ik bedankte de Spanjaarden voor het korte gezellige verpozen en wenste ze veel succes met de rest van de reis. Ze zouden eindigen in Istanbul, van waaruit ze over drie weken terug zouden vliegen naar Madrid. Met enige jaloezie liep ik naar mijn plaats om een klein kwartier later uit te stappen in Ljubljana.

Ljubljana: een jonge hoofdstad met een jonge bevolking

Hoe verder ik vanaf Nederland verwijderd raak, hoe verder ik terug lijk te gaan in de tijd. Van de luxe ICE-trein bij vertrek, zaten we nu in een relatief oude wagon met een ouderwetse rechthoekige locomotief ervoor. Er was geen wagon op het station zichtbaar waar geen graffiti op zat (graffiti was hier populair begreep ik later) en ook het station toonde zich getekend. Niet vervallen, maar het straalde geschiedenis af. De kasseien in de straat achter het station lagen verre van vlak en het asfalt had her en der scheuren. De wandeling naar hotel Park aan de rand van de binnenstad gaven eenzelfde beeld; oude gebouwen, niet vervallen, maar wel een opknapbeurt kunnen gebruiken en een wegdek dat ook wel wat arbeid mag hebben. Aangekomen bij het hotel checkte ik in en gooide mijn tas op de kamer. De kamers waren schoon en bevatten alles wat je nodig dient te hebben, maar nodigden niet uit om lang in wakkere toestand te verblijven. Naar buiten, de stad in.

graffiti-wagon

Slovenië maakte zich op 25 juni 1991 los van Joegoslavië door de onafhankelijkheid uit te roepen. In tegenstelling tot de andere regio’s welke streden voor onafhankelijkheid, eindigde Slovenië niet in oorlog, hoewel de onafhankelijkheidsstrijd wel de naam Tiendaagse Oorlog draagt. Een groot voordeel hiervan is dat de stad niet heeft geleden onder een oorlog en daardoor ook niet beschadigd is geraakt. Terwijl je naar de binnenstad loop, zie je de staat van de panden steeds beter worden. Ik loop een trap af en sta op een weg die parallel loopt aan de rivier de Ljubljanica, die de stad doorkruist. Aan de overkant op een heuvel zie ik een kasteel dat uitkijkt over de stad. Ik besluit echter om eerst naar het pittoreske stadscentrum te gaan bekijken.

Wanneer ik het hart van de stad in loop ademt het meteen een hele andere sfeer uit dan wat ik daarvoor heb mogen aanschouwen, even buiten het stadshart. De straten zijn brandschoon, het is levendig op straat en de stad straalt een goed verzorgde en onderhouden harmonie uit. Van de oude gebouwen tot de bruggen en van de standbeelden tot de boulevard, alles lijkt bij elkaar te horen zonder ook maar enige dissonant. Terwijl de verschillende vroegere bezetters ook hier allen de eigen sporen hebben nagelaten, gaat het prachtig in elkaar op. Een kort bezoek aan de plaatselijke VVV leert me dat Ljubljana een kleine 280.000 inwoners telt waarvan bijna 60.000 studenten. Ik leerde dat het harmonieuze van de stad grotendeels te danken was aan één man: architect Jože Plečnik. Hij was tussen 1920 en 1956 betrokken bij de Franciscus van Assisikerk, de nationale en universitaire bibliotheek, diverse bruggen, het marktplein en daarnaast werd hij ook veel betrokken bij de verdere inrichting van de stad zoals bankjes, parkjes en de oever langs de rivier. Na zijn dood in 1957 maakte zijn stijl plaats voor meer postmodernistische stromingen, maar sinds eind jaren ’80 van de vorige eeuw wordt er weer veel teruggevallen op de typerende stijl die Plečnik voort bracht.

In navolging van de Pont des Arts in Parijs, heeft tegenwoordig bijna iedere stad zijn eigen liefdesbrug.

In navolging van de Pont des Arts in Parijs, heeft tegenwoordig bijna iedere stad zijn eigen liefdesbrug.

De boulevard waarover ik loop nodigt uit om even plaats te nemen, de omgeving rustig op me in te laten werken en de meegenomen folders eens rustig te bestuderen. Je ziet aan de stad dat het leven alhier zo veel mogelijk buiten plaats vindt. Op de boulevard is het zien en gezien worden en gezellig gezamenlijk de dag doorbrengen staat hier centraal. Wat ik ook opvallend vind is de hartelijkheid en oprechte interesse van de trotse lokale bevolking. Daar waar in Nederland iedereen toch redelijk beweegt binnen zijn eigen kring en buitenstaanders niet makkelijk toe laat, oogt men hier makkelijker toegankelijk. Na van een koude droge witte wijn uit de regio te hebben genoten, loop ik weer verder de stad door. Dat de stad genoeg te ontdekken heeft blijkt uit de vele galerijen en musea, maar ook door de overvolle culturele agenda die ik heb weten te bemachtigen bij de VVV. En doordat het een echte studentenstad blijkt, is het ook een hele levendige stad vol barretjes. Mede hierdoor zal een avondje doorhalen hier ook geen probleem vormen, lijkt me zo.

Ieder steegje in Ljubljana heeft iets unieks

Ieder steegje in Ljubljana heeft iets unieks

Langs de rivier, via de mooie boulevard, liep ik langzaam het centrum uit. Door smalle steegjes kwam ik in kleine hofjes en door grote statige deuren liep ik panden binnen waarvan ik nog steeds niet weet wat er plaats vindt of huist. De stad nodigt uit tot een grote ontdekkingsreis. De heuvel aan de rand van de stad moest ook nog worden bezocht, bedacht ik me. Terwijl ik me via de boulevard aan de overzijde van de rivier richting berg begaf liep ik langs de Sint-Nicolaas kathedraal in het centrum van de stad. Ondanks dat ik niet gelovig op ben gevoed, dit tot groot afgrijzen van mijn opa en oma, bezoek ik graag kerken, ware het meer omdat de geschiedenis, verhalen en architectuur mij fascineren. De kathedraal an sich is het binnen stappen al waard. Het mooiste van de kerk zit echter verborgen in de grote bronzen deuren. Tone Demšar, een bekende Sloveense beeldhouwer, heeft hier zijn stempel op gedrukt, evenals hij dat heeft gedaan bij tal van andere zaken binnen de stad.

Aangekomen bij de voet van de berg nam ik de kabelbaan naar boven. Ik keek op mijn telefoon en zag tot mijn grote schrik dat het al na zeven uur was geweest. Verbaasd als ik was dat een klein stadje als dit de tijd toch zo snel kon doen verstrijken, stapte ik de ringmuur van het kasteel op. Het beeld dat op mijn netvlies verscheen was wat onscherp, maar niettemin was het zicht vanaf dit punt ronduit prachtig te noemen. Het historische oude centrum lag aan je voeten, verderop lagen de buitenwijken die wat werk nodig hadden en weer wat verder was het industriegebied. En zodra je dat punt voorbij was, keek je in het niets, slechts bos en bomen en het licht glooiende landschap dat ik deze ochtend ook al vanuit de rijdende trein had mogen aanschouwen. Ik liep wat verder over het binnenplein van het kasteel, beklom de uitkijktoren aan de andere kant van waar ik tot aan de Alpen kon kijken en bekeek de kapel van Sint George. Na een klein half uur had ik het wel gezien en dacht ik weer terug te lopen naar het lager gelegen centrum. Hierbij liep ik langs het restaurant ‘Na Gradu’. Als liefhebber van lekker eten met een kleine beurs, kies ik er uit een welhaast sadomasochistische beweegreden toch vaak voor om de kaart te bekijken van eetgelegenheden waarvan ik bijna zeker kan zeggen dat het niet in het budget past. En ook hier viel mijn mond open, zij het dit keer van verbazing en niet uit ongeloof dat een stukje vlees met een flesje wijn meer kost dan mijn bankstel.

Ljubljanski grad, het kasteel van Ljubljana

Ljubljanski grad, het kasteel van Ljubljana

Daar zat ik dan boven op de berg in het restaurant te genieten van een volgens traditioneel Balkan recept bereid stuk vis met groente en aardappels. Omdat vis moet zwemmen stond er bij mijn bord een streekwijntje en een karaf water. Het was tegen tienen toen ik het laatste hapje van mijn dessert naar binnen werkte en de rekening van nog geen € 45,- gepresenteerd kreeg. Blijkbaar hoeft het leven niet altijd duur te zijn. Oké, Jan modaal schijnt hier € 24.000 te verdienen en in Nederland ligt dit volgens de berekeningen van het CBS in 2014 op € 34.500, maar dan nog. Tegelijkertijd bedenk ik me dat ik in dit kortstondig verblijf in Slovenië mezelf dan eindelijk tot Jan modaal mag rekenen. Ik loop de avond in en merk dat het ondertussen een stuk frisser is geworden. Om het eten wat te laten zakken besluit ik op zoek te gaan naar de trap naar beneden.

Ljubljana

Ik loop langs een persoon die lijkt op een uitsmijter, welke druk staat te bellen en niet op of om kijkt wanneer ik hem passeer. Ik had al wat muziek horen komen uit de schachten onder het kasteel, maar bevond me nu ineens midden in het feest. Wat bleek, Jägermeister had de Goodlife loungeclub, welke onderdeel uitmaakt van het kasteel, afgehuurd voor een feest voor haar zakenlui en andere belangrijke gasten. Traplopen, of even lekker de voetjes van de vloer; de keuze was snel gemaakt. Ik probeerde een biertje te bestellen aan de bar, maar het was slechts fris of Jägermeister dat de klok sloeg.

Jägermeister party in de schachten van de berg

Jägermeister party in de schachten van de berg

Doe maar allebei dan: Jägermeister/Ginger Ale. Zien en gezien worden, daar draaide het blijkbaar om. Als gast in een clandestiene wereld besefte ik mij dat ik slechts spectator was in dit curieuze schouwspel. Het was als het aanschouwen van een film met verschillende verhaallijnen, waarbij de invloed van de alcoholische versnaperingen de acteurs steeds meer richting het plot stuurden. Inmiddels had ik begrepen dat het einde van het feest nog wel even op zich liet wachten en besloot ik het plot niet af te wachten, moe als de voetjes en de rest van het, door de recent ontmoette Spanjaarden als oud aangeduide, lijf inmiddels waren. Half negen wilde ik weer fris en fruitig in de trein naar Zagreb zitten om mijn laatste twee dagen door te brengen, zo had ik de afgelopen middag besloten. Terwijl ik de kabelbaan naar beneden nam en ik de, door de straatverlichting sprookjesachtig aandoende, weg naar het hotel bewandelde wist ik al dat het voor fris en fruitig te laat was. Maar halen zou ik hem, de vroege trein naar Zagreb.

  1. Het lijkt me heerlijk om rond te reizen per trein. In 2013 zou ik eigenlijk naar deze regio gaan, maar uiteindelijk is het iets anders geworden. Geweldige stad lijkt me dat, Ljubljana. De naam alleen al!

Vragen? Suggesties? Of jouw reishonger delen?

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je mag alleen HTML tags en attributen gebruiken:

<a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>