Herinneringen aan Ethiopië

Onlangs gaf BuZa het advies af aan alle Nederlanders om Ethiopië te verlaten. En de Fransen organiseerden zelfs speciale evacuatievluchten. Het land is weer in een burgeroorlog beland en een turbulente fase aangeland. Ironisch genoeg met een premier die de Nobelprijs voor de vrede mocht ontvangen.

Op 21 november maakte premier Abiy Ahmed van Ethiopië bekend dat hij persoonlijk gemobiliseerd zou worden om ‘in de frontlinie de strijdkrachten te leiden’. En enkele bekende atleten waaronder Haile Gebresalssi volgden hem. De reden was dat de oorlog met het TPLF, het Tigrese Volksbevrijdingsfront als een boemerang terug leek te komen nadat het regeringsleger ‘orde op zaken ging stellen’ in de opstandige regio in het noorden van het land. De TPLF was toen de hoofdstad Addis Abbeba tot op 130 kilometer genaderd. Inmiddels is het front weer naar het noorden opgeschoven maar het conflict is nog niet beëindigd.

Hoe lang het duurt weten we natuurlijk nog niet, maar dat Ethiopië snel weer een normaal bereisbaar land zal worden lijkt niet heel waarschijnlijk. Ethiopië komt in het groeiende rijtje van landen waar je als reiziger of toerist beter niet naar toe kunt gaan. Afghanistan -ooit beroemd onder hippies- was al heel lang zo’n land, maar daar kun je sinds pakweg 2010 Syrië, Mali (beiden zeer de moeite waard weet ik uit ervaring), Libië, Jemen, Irak en half Tunesië aan toevoegen. Ook forse delen van Centraal Afrika ogen al geruime tijd steeds meer rood op de kaart van BuZa.

Maar Ethiopië trof me in het bijzonder, als één van de meest mooie, boeiende en bijzondere landen die ik ooit bezocht. Het land heeft een rijke geschiedenis teruggaand tot Bijbelse tijden, een unieke cultuur, uniek eten en een unieke kalender. Voeg dit bij een divers landschap en exotische volken en je hebt de meest interessante mix die je je kunt indenken. En het land leende zich voor mooie stukjes avontuur, waar ik met veel plezier aan terugdenk.

Alles is anders in Ethiopië

Het is in Ethiopië een andere datum omdat nog de oude Juliaanse kalender wordt gehanteerd. Kerst 2021 valt op 16 Taḫśaś (04) 2016. De kalender telt 13 maanden, 12 van 30 dagen en eentje van 5 of 6 dagen. Ook de tijd loopt anders. De dag is verdeeld in twee keer twaalf uur beginnend bij zonsopkomst. Om zeven uur ‘s ochtends is het dan één uur. Om zes uur ‘s avonds begint het tweede deel van de dag. Doordat het land eeuwenlang afgesneden is geweest van de rest van het christendom zijn de riten middeleeuws gebleven, zodat ook dit op een tijdreis lijkt. En Ethiopië is het heilige land van de Rastafari, die de Ethiopische keizer Haile Selassi als God vereren. Bovendien is het als enig land in Afrika nooit een kolonie geweest, dus de Westerse invloed op de cultuur is gering gebleven.

Een witte kerst in Afrika

Ik ben in Lalibela en het is tien uur ‘s avonds als ik naar de uit de rotsen in de grond gehakte kerken ga. In de door loodrecht in de grond uitgehakte corridors die de rotskerken verbinden ontwaar ik een zee van in het wit gehulde pelgrims en andere gelovigen. Ook de kerken zelf en de flanken van de omringende heuvels zien wit van de mensen. Velen hebben een lange tocht achter de rug. Priesters zingen en preken en vanuit de menigte klinken antwoorden op, soms gescandeerd, soms gezongen. De taal en klanken van het Ge’ez, de taal van de liturgie, de ruw uitgehakte gangen, de primitief uitziende kaarsen, de bedelaars en de pelgrims maken dat het schouwspel zowel bijbels als middeleeuws aandoet. Sommige pelgrims dragen een staf van in de vorm van een kruis van aan elkaar gelaste stukken betonijzer.

Leddet in Lalibela

Leddet in Lalibela

Leddet in Lalibela

Leddet in Lalibela

Na een uur verlaat ik de heuvel om naar een in de tuin van een hotel opgezette tent met veldbed te gaan. Het gezang houdt de hele nacht aan en zorgt voor een slaap met een aantal bijna buitenwereldse onderbrekingen. Nooit eerder heb ik een plechtigheid bezocht, ben ik gaan slapen. om er daarna weer naar terug te keren. Deze keer wel. De dageraad komt traag in tegenstelling tot de korte schemering in de avond. Het is alsof de nog steeds aan de gang zijnde plechtigheid het gevoel van tijd beïnvloedt. Nu is pas goed te zien hoe omvangrijk de witte massa is. De priesters die `s avonds slecht te zien waren blijken op een smalle richel tussen de kerken te staan, vele meters boven de grond. Ze dragen kleurige, met gouddraad doorstikte gewaden.

Een witte menigte pelgrims in Lalibela, Ethiopië

Een witte menigte pelgrims in Lalibela

De plechtigheid komt luid en plotseling tot een climax te komen en de witte mensenvloed stroomt langzaam uit over de straten om vervolgens op te lossen in het omringende heuvellandschap.

Driekoningen anders

Rond twee uur in de middag beginnen de klanken van de Ethiopisch-orthodoxe liturgie door de stad Gondar te waren. Vanuit de kerken komt gezang. Een monnik opent even een kerkdeur en er verschijnt een priester die naar buiten kijkt en aan zijn gewaad frunnikt. De zang van de voorganger zwelt aan en de menigte antwoordt. De deur gaat weer dicht.

Plots komt een troep opgeschoten jongens onder luid indianengehuil het kleine pleintje oprennen. Ze joelen, schreeuwen, springen wild in het rond, en verdwijnen even snel als ze gekomen waren. Vervolgens gaan de deuren open en de priesters schrijden zo plechtig mogelijk naar buiten en beginnen zich op te stellen. Er is een groep in kleurige, met goudkleurig borduursel gedecoreerde gewaden en brede kappen en een groep die in het zwart gekleed gaat. Één van de priesters heeft een kap die veel breder is dan die van de anderen. Hij draagt de replica van de tien geboden, die uit de replica van de ark des verbond is gehaald, wordt me verteld.

Priesters met kleurrijke paraplu's

Priesters met kleurrijke paraplu’s

De processie begint zich van achter naar voor te vormen. Achteraan de priesters met grote kruizen. Ervoor een kring zingende meisjes, gekleed in blauwe en gele jurkjes met een groot rood kruis erop. Ze begeleiden zichzelf op een om de beurt bespeelde grote trommel. Daar weer voor een kring jongens met een eigen wat rauwer gezang. Eromheen kringen wild rondrennende ‘voetbalsupporters’, die het geheel een minder sacraal karakter geven. Op een centraal plein mengen de processies uit de verschillende kerken zich. Langzaam gaat het richting Fasils bad, een rituele kuip van 2500 m2 met een twee verdiepingen hoge vierkante toren ervoor. Daar wordt de hele nacht gebeden en gezongen.

Deel van de processie met Timkat

Sommige deelnemers doen denken aan voetbalsupporters

Drummers Timkat processie Gonder

Drummers

De volgende ochtend om zes uur ga ik terug naar het bad. Er wordt gebeden en een priester voert rituelen uit en zegent het water. Vervolgens springt een groep jongens in het bad die met behulp van plastic flessen zoveel mogelijk water over de omringende gelovigen proberen te spuiten.

Het bad is het hoogtepunt van de festiviteiten. Vervolgens gaan de processies langzaam weer terug naar de kerken en worden de geboden weer opgeborgen. Ook deze ‘afterparty’ duurt uren en gaat met veel ceremonieel en gezang gepaard. Rituelen zijn aan Ethiopiërs welbesteed.

Meet de locals: tot diep in de nacht

Als ik mijn hotel in Addis uitstap sta ik meteen in het uitgaansleven. Uit tientallen bars klinkt de levendige Ethiopische muziek. Geen Afrikaanse muziek of westerse pop maar eigen muziek met zelfs regionaal verschillende stijlen. Levendig en swingend, met een beat die zowel Afrikaans als Disco aandoet, sterke arrangementen en zang, meest in het Amhaars. Ik kan de tophits al meezingen. De enige buitenlandse act die enige impact heeft gemaakt in Ethiopië is Bob Marley. Er zijn verlichte en zo goed als duistere gelegenheden, wat overigens niets zegt over het karakter ervan, zaken met een dansvloer en zaken met een poolbiljart. Muziek is er overal.

Eerder op de reis heb ik met mijn Belgische stapmaat ook al de nodige gelegenheden bezocht, waaronder meer traditionele dans-nachtclubs. In een hoekje zit daar een man met een aantal trommels die samen met een man die een traditionele één-snarige viool zonder toets bespeelt de begeleiding verzorgt. Ervoor een zangeres in wit traditioneel gewaad, afgezet met borduursels. De zang lijkt grotendeels geïmproviseerd, gebaseerd op zinnen die door de toeschouwers worden aangereikt. Er is hilariteit en wij lijken het onderwerp.

Traditional dancing place Ethiopia

Traditional dancing place

We wisselen van bar en worden door twee jongens meegenomen naar een tent waar de vervormde muziek pijn doet aan de oren en geen electriciteit meer over lijkt voor enige verlichting. De beste dancing van de stad naar verluid. We laten het aan ons voorbijgaan en gaan naar de overkant, waar een bar is met dezelfde ingrediënten iets beter gedoseerd. We drinken een paar biertjes en bekijken de uitgelaten dansende feestvierders. Voor een spiegel zitten een meisje en twee jongens. Na ieder nummer wordt geapplaudisseerd.

Na een uurtje verlaten we de bar en lopen op goed geluk ergens anders binnen. Het is bijna leeg, de muziek is rustiger en er wordt niet gedanst. Het blijkt een soort hostessbar met meisjes die om een biertje bedelen. We geven de hele bar en de madam een rondje en hebben rust. Kost iets meer dan twee euro. Toeristen zien ze hier nooit en Engels wordt niet gesproken.

Als we op een avond kamperen in een droge rivierbedding waar alleen bijna lichaamswarm bier beschikbaar is, worden we door onze chauffeurs meegetroond naar een openluchtbar met muziek en ijskoud bier. Die blijkt een paar honderd meter verderop te zijn. We hebben een hele discussie met de chauffeurs over de goede en slechte dingen van het land. Als de tent dicht gaat nemen we elders nog een afzakkertje.

In Addis word ik de eerste avond dat ik uitga meegetroond door een groepje van vijf vrolijke drinkers. Eén ervan spreekt Engels en we hebben menige discussie over alles wat met Ethiopië, Bob Marley en Nederland te maken heeft. Mijn nieuwe vrienden bestellen vlot door; ik moet moeite doen er een rondje tussendoor te krijgen. Ik moet meezingen en meedansen. En het wordt laat. Mijn gezelschap loopt mee naar mijn hotel en ik krijg telefoonnummers voor als ik weer in Addis ben.

De smokkelroute

De bus van Harar, een ommuurde moslimstad in de woestijn in het oosten van Ethiopië naar Addis vertrekt vroeg. Ik ben er om vijf uur, de bagage wordt op het dak geladen en er wordt ingecheckt met stoelnummers alsof het een vliegreis is. Nog voor iedereen zit komt een menigte verkopers, familieleden en blinden de bus binnenstappen. Een man toont me een camera; ik kijk niet geïnteresseerd en hij belandt in de rugzak van mijn buurman, een student die twee weken vakantie heeft en naar familie gaat.

Om exact zes uur vertrekt de bus. Ik ben de enige toerist. De rit over 525 kilometer blijkt lang te gaan duren. Over de weg zijn op verschillende plekken touwen gespannen. Het zijn douaneposten want vanuit Somalië en Kenia wordt hier op grote schaal gesmokkeld. Bij ieder van de zeven posten die we onderweg tegenkomen moet iedereen de bus uit en wordt deze onderzocht. Ook de bagage op het dak wordt gecontroleerd en de koffers moeten open. Ontdekte waar wordt in beslag genomen en opgeborgen in containers. Mijn rugzak is de enige die niet open hoeft.

Voor het laatste checkpoint wordt de camera van mijn buurman aan mij in bewaring gegeven. Ik stop hem in mijn daypack, bij de rest van mijn camera’s. Deze keer wordt alles overhoop gehaald en het nodige geconfisqueerd. Als de bus weer wegrijdt gaat de man van de camera de bus door met een plastic zak. Uit de broekzak van een man met een lange jas, tussen de plooien van rokken, uit handtassen van oude vrouwtjes, overal komen de camera’s vandaan.

Landcruiserland, het zuiden van Ethiopië

Voor het zuiden van Ethiopië is een 4WD onontbeerlijk. Dat betekent meestal een goed ingereden Toyota Landcruiser met meer dan 350.000 km op de klok. Het zuiden zien betekent een ronde langs allerlei stammen en volken, met hun hutten, markten, haarstijl en klederdracht. Het is een kleurrijk rondje. We zien de Hamer met hun gevlochten haar met olie en rode aarde, wat volgens mij ook in Europa een succesvolle trend zou kunnen worden met een beetje hulp van influencers. Je hebt de Konso, in hun aparte ommuurde op heuvels gelegen dorpen en met traditionele blauwe bovenkleding met helaas meestal een chinees merk er op. De Karo is een vissersvolk met spijkers door de lip dragen. En zo zijn er meer aan kleding, versiering en haarstijl herkenbare stammen. Je leest hier meer over de verschillende stammen in het zuiden van Ethiopië.

Hamer meisjes in Turmi, Ethiopië

Hamer meisjes in Turmi

Het is gebruik te betalen voor een foto, daar is inmiddels niet meer onderuit te komen. De prijs is één Birr, nog geen tien eurocent, al dreigt inflatie naar het dubbele. Buitencategorie, en dus twee Birr, zijn de Mursi. Mursi vrouwen hebben aardewerk schotels in hun lip tot meer dan vijftien centimeter doorsnede. Ze zijn helaas nogal assertief in hun benadering; trekken met meerdere tegelijk al slissend aan je arm, terwijl een niveau lager kinderen aan je broek rukken.

Mursi in Mago NP, Ethiopië

Mursi in Mago NP

Mursi in Mago NP

Mursi in Mago NP

Na afloop van het bezoek merk ik dat in het gewoel een filter voor een van mijn objectieven uit mijn fototas is verdwenen. Dus mocht iemand in de toekomst een Mursi-vrouw tegenkomen met een Sigma 72 mm circular polarizer in de onderlip dan weet je waarhij vandaan komt. Als we het dorp verlaten staat een bocht verder een rij jongens met blote piemels, beschilderd met witte stippen. Foto’s voor de vrouwen.

Theo

Vragen? Suggesties? Of jouw reishonger delen?

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je mag alleen HTML tags en attributen gebruiken:

<a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>