Toch enigszins verrassend blijkt uit het jaarlijkse trendonderzoek van Sunny Cars dat Portugal op de vijfde plaats staat van de populairste ‘autohuurlanden’. Het noorden van Portugal is in ieder geval niet meteen de meest voor de hand liggende regio om als uitvalsbasis te nemen. Doorgaans zijn de weersomstandigheden wat minder voorspelbaar, is het wat winderiger en komt het kwik lang niet altijd tot hoge waarden. Ook de kustplaatsen zijn niet zo uitbundig als in het zuiden. Dus wat heb je er te zoeken? Nou, redenen genoeg. We geven alvast vier plekken die je niet mag missen.
Porto
De tweede stad van Portugal is ook een echte stad. Het verkeer, de drukte op straat, de toeristen. Je voelt dat Porto leeft. Langs de kades van de Douro in de oude wijk Ribeira krioelt het van het volk. De wijk is één van de hotspots van de stad. Pon Luis I is de beroemde boogbrug die de Douro overspand. Het hoogste niveau ligt op 45 meter. Goed voor een mooi uitzicht. Porto is inderdaad geen vlakke stad. Het is af en toe stevig klimmen in het centrum. De highlights van Porto vind je hier.
Peneda-Gerês
De rode driehoekige borden waarschuwen al voor loslopend vee. En jawel. Midden op de weg staat een forse koe met indrukwekkende hoorns. Het beest bedenkt zich en doet een stap in de berm. Achteloos kijkt hij achterom. Peneda-Gerês is het enige nationale park van Portugal. Runderen lopen hier vrij rond. Ook wolven komen in het bergachtige natuurgebied voor. De kans dat je een roedel tegen het lijf loopt is overigens vrij klein.
Door de uitgestrektheid en hoogteverschillen is de meest efficiënte manier om het nationale park te verkennen met de auto. Dwars door het gebied lopen een aantal keurig geasfalteerde wegen die de kleine dorpjes met elkaar verbinden. Een leuke route is bijvoorbeeld de lus bij Soaja. Dit schattige dorpje is bekend voor haar eeuwenoude granieten opslagplaatsen voor mais. Als je de weg met aanduiding M530 volgt wordt je getrakteerd op een mooie rit met panoramische uitzichten en een beklimming tot ongeveer 1.500 meter hoogte. Soms rijd je hier letterlijk in de wolken. Binnen een uurtje ben je weer terug in Soaja.
Vigo
Voor je het in de gaten hebt ben je de grens al gepasseerd en tuf je door Spanje. De grensovergang bij Valenca is bijna onzichtbaar. Vanaf hier is het een half uurtje rijden naar Vigo, de hoofdstad van Galicië. Een niet zo mooie stad met een industrieel verleden. Maar wel met mooie plekken en gezellige wijken. Samil Beach is zo’n mooie plek. Een geel zandstrand geflankeerd door een keurige wandelboulevard. Een vrijwel altijd aanwezig windje zorgt ervoor dat de temperatuur altijd aangenaam aanvoelt. Ook is die wind verantwoordelijk voor een redelijke golfslag. Voor de wat jongere badgasten zijn daarom publieke zwembaden op de boulevard aangelegd, bewaakt door lifeguards.
Santiago de Compostela
‘You’ve made it, congratulations’. Minstens de helft van de mensen op Praza do Obradioro is uitgerust met een backpack, stevige wandelschoenen en een paar stokken. Ze feliciteren elkaar met het behalen van finish van El Camino de Santiago.
De beroemde wandeltocht eindigt voor de kathedraal van Santiago de Compostela. Slechts een vijfde van de pelgrims die de tocht van minstens 100 kilometer onderneemt doet dat vanuit religieuze overwegingen. Men spreekt liever over spiritueel toerisme. Jezelf tegenkomen en leren kennen onderweg.
Vanaf de Portugese grens is het zo’n anderhalf uur rijden naar Santiago de Compostela. Het is een compact stadje dat redelijk is ingesteld op het toerisme. De kathedraal, die alweer enkele jaren in de steigers staat, is fraai van binnen. Pelgrims staan in de rij om het beeld van Jakobus te omarmen. Maak een wandeling door oude binnenstad, die in zijn geheel door Unesco als werelderfgoed is aangemerkt.
Praktisch
De wegen in Portugal zijn van uitstekende kwaliteit. Erg druk op de wegen is niet. Met name de snelwegen zijn behoorlijk verlaten. Dit zijn vaak tolwegen. In je huurauto zit een transponder waarmee de tol wordt geregistreerd en betaling naderhand elektronisch plaatsvindt. Erg makkelijk dus, je kunt gewoon doorrijden bij de poortjes. Een huurauto geeft je de ultieme vrijheid om het noorden van Portugal te verkennen. Het openbaar vervoer leent zich hier feitelijk niet voor. Door de rustige en kwalitatief goede wegen is het makkelijk autorijden.
Aeroporto Francisco Sá Carneiro, het internationale vliegveld van Porto dat op zo’n 12 kilometer van het centrum ligt, heeft net als iedere andere luchthaven rijen balies van verschillende autoverhuurbedrijven. Soms uiteenlopende prijzen, vaak onduidelijke voorwaarden. We kozen er daarom voor om de autohuur al in Nederland via Sunny Cars te regelen. Binnen hun lokale netwerk wordt de samenwerking met andere verhuurders gezocht. Het voordeel is dat je op basis van het all-inclusive concept van Sunny Cars weet wat het gaat kosten en ter plekke voor niets hoeft bij te verzekeren. En dat bij onvoorziene omstandigheden, zoals pech onderweg of een ongeval, service vanuit Nederland wordt geboden. Het beheersen van de Portugese taal is immers voor de meesten mensen geen vanzelfsprekend. Onbeperkte kilometers en de mogelijkheid tot grensoverschrijding zijn bovendien ook erg fijn.
Met een shuttle dienst werden we vanaf de terminal naar het wagenpark van de verhuurders gereden, dat een tweetal kilometer verderop ligt. Net te ver om te lopen met bagage. Een paar krabbels later zaten we al op de weg. Inleveren ging een week later en meer dan duizend kilometer verder net zo makkelijk. Dan nog twee uur vliegen en je bent weer thuis. Zo comfortabel kan een fly drive zijn.
- Vier tips voor de fraaie Vlaamse Westhoek - 2 augustus 2022
- Citytrip Aken - 3 juni 2022
- Emirates met kids - 25 mei 2022