Indische keuken
Het verhaal gaat dat de vele Indiërs die in de jaren zestig naar Durban trokken niets anders dan brood hadden om hun curry in te bereiden. In die tijd deed de goedlopende suikerriet industrie en de groeiende haven de vraag naar arbeidskrachten toenemen. Tienduizenden Indiërs zagen hun kans schoon en maakten de overstap. Durban is tegenwoordig de stad met de grootste Indiaanse gemeenschap buiten India. En dat heeft zo zijn invloed op de lokale keuken gehad. Het heeft van Durban ook een culinaire bestemming gemaakt. Alleen de markten waar de ingrediënten worden verkocht zijn al een belevenis. Alle denkbare specerijen zijn hier te vinden. Schalen vol kruiden in uiteenlopende tinten zorgen voor een exotische uitstraling. Niet heel Afrikaans.
Op straat in Central Durban voelt het wat rauw en wel echt Afrikaans aan. Veel gevels kunnen wel een likje verf gebruiken. Het trottoir is een marktplaats. Overal op straat wordt handelgedreven. Bezemstelen, mango’s of afgedankte westerse kleding. Op de overdekte markten wordt vlees en vis verkocht. Geitenkoppen waar het bloed nog vanaf drupt en ondefinieerbare vissen. Alles is te koop.
Roemruchtig verleden
Het verleden heeft in Zuid-Afrika zijn sporen nagelaten. Meer dan een kwart eeuw ligt de apartheid achter ons. Om in Durban te mogen wonen moest de zwarte bevolking in het statige Native Administration Department een vergunning aanvragen. Zo kon de instroom en de verdeling van het werk worden gereguleerd. Vandaag de dag is in dit gebouw het Kwa Muhle museum gevestigd waar met behulp van permanente exposities de geschiedenis van de apartheid in Durban wordt verteld. Dat de verdeeldheid nog niet compleet verdwenen is toont het straatbeeld tijdens een wandeling door Central Durban. In het drukke hart van de stad komen we slechts een enkeling met een blanke huidskleur tegen.
Dineren bij de vuurtoren
Uhmlanga is één van de voorsteden ten noorden van Durban. Als paddenstoelen schiet nieuwe complexen hier uit de grond. En daarmee de prijzen, die naar verluid nog hoger zijn dan mooiste plekjes in Durban. Deze kuststrook is zeer geliefd. Langs een lengte van zo’n twee kilometer is een glooiend pad langs het brede strand aangelegd. Net na zonsopgang is het hier een drukte van belang met hardlopers en wandelaars. Voordat het echt warm wordt hobbelt men op en neer. Bij de iconische rood witte vuurtoren keren de meesten. Officieel niet meer in functie. Toch schijnt het lampje iedere avond. Eigenaar van de vuurtoren is het tegenovergelegen The Oyster Box. Dit charmante hotel is zeer geliefd in Durban. Ook de verschillende restaurants die het complex omvatten zijn befaamd. Met uitzicht op de Indische Oceaan genieten van een verfijnd en uitgebreid curry buffet is een smakelijke ervaring.
Helicopterview over Durban
Tien jaar geleden was Durban één van de speelsteden gedurende het wereldkampioenschap voetbal in Zuid-Afrika. Vaak is een dergelijk evenement een prima aanleiding voor een stevige opknapbeurt. En de bouw van een megalomaan stadion. Haast futuristisch oogt het Moses Mabhida Stadium met haar boog. Een landmark, dat zeker. Veel gebeurt er tegenwoordig niet meer in dit stadion waar makkelijk 50.000 mensen inpassen. Alhoewel, dagelijks worden mensen vrijwillig vastgeketend aan een kabel en vanaf halverwege de boog het stadion in geslingerd. De Big Rush Big Swing staat te boek als de hoogste swing ter wereld. Durban van bovenaf bekijken kan ook op een manier. Onder meer KZN Aviation verzorgt helikoptervluchten over Durban.
Phil is een oude rot in het vak met ontelbare vlieguren. Met zijn donkerblauwe pilotenoverall en klassieke zonnebril lijkt hij zo uit een film gestapt. Dat Durban groot en uitgestrekt is wordt vanuit de lucht pas echt duidelijk. Bebouwing voor zover het oog reikt. Keurige geometrische wijkjes met groene gazonnetjes en af en toe een zwembad. Maar ook veel sloppenwijken die van bovenaf net op een doolhof lijken. We vliegen over het oude deel van de stad richting de haven en maken daar een rondje. ‘This is the best view of Durban’, roept Phil enthousiast in zijn headset. De kustlijn met haar hoogbouw, de Golden Mile, de bijna azuurblauwe zee en de mooie stranden in één plaatje gevangen.
Bootje varen
Wilson’s Wharf is een fraaie jachthaven midden in de grote haven van Durban. Vanuit hier vertrekken dagelijks diverse bootjes voor een tochtje door de haven en langs de kust. Met de Stingray varen we langs grote schepen de haven uit. Dat de zee nogal onstuimig kan zijn merken we als we na een kwartiertje langszij Durban Point tuffen richting de uitgang van de haven. Het water klotst al over de railing. Het is bijna onmogelijk om rechtop te blijven staan zonder iets vast te grijpen.
Ook vanaf het water is de skyline van Durban indrukwekkend. Regelmatig komen speelse dolfijnen de Stingray begroeten zodra die iets verder uit de kust vaart. De aanrukkende wind en dicht trekkende hemel dwingen ons wat dichter langs het Golden Mile Beach te varen. De bovenkant van de shark nets zijn van een afstandje zichtbaar. Voordat de maaginhoud overboord gaat keren we terug naar Wilson’s Wharf en wandelen naar de Golden Mile.
Laatste uurtje
Het is al aardig druk op de Golden Mile. Voor het laatste uurtje daglicht trekken veel inwoners naar de boulevard langs het strand. Voor de workout van de dag of om te wandelen. Kinderen hebben nog pret in het zwembad. De laatste badgasten ruimen hun handdoekje op. Er wordt nog wat gevoetbald op het strand. Het gouden uurtje op de Golden Mile. Een mooie afsluiter van een dag in het veelzijdige Durban.
- Vier tips voor de fraaie Vlaamse Westhoek - 2 augustus 2022
- Citytrip Aken - 3 juni 2022
- Emirates met kids - 25 mei 2022