Een uitgestoken arm is in mijn richting gestoken, het kleine handpalmpje staart me aan. Er moet iets ingelegd worden, het liefst geld. In het begin kostte het me erg veel moeite om niet aan dit verzoek te voldoen, nu ben ik een stuk cynischer.

Bedelcultuur in Azië

Vele verhalen doen de ronde over hoe kinderen worden uitgebuit. Ik weet niet welke wel en welke niet waar zijn, maar de pijnlijke realiteit leert dat het kinderarmpje zich continue naar mij blijft uitstrekken. Het beste voor die kinderen is natuurlijk naar school gaan, maar dat kost hun ouders geld. Kinderen erop uit sturen levert geld op. Hoe jonger en schattiger, hoe beter. Geen mens is opgewassen tegen de empathische draak die ze daarbij losmaken. Voor je het weet heb je een voor jou praktisch waardeloos briefje van de lokale valuta in je hand en zie je jezelf de beweging maken richting het kleine, met aarde besmeurde, handpalmpje.

Dat je hiermee voor hun ouders bevestigt dat het beter is om hun kinderen op straat te laten bedelen in plaats van naar school te sturen is een besef dat pas veel later komt. Als dit besef überhaupt komt. Bij mij bleef het ook uit, totdat iemand het vertelde. Ik heb toen de poort naar mijn hart gesloten. Met een bedrukte glimlach en kort nee schudden probeer ik de kinderen nu op afstand te houden, hopend dat dit de beste manier is om ze te helpen.

Kleine handpalmpjes

Vanuit Sa Pa in het noorden van Vietnam wilden we doorsteken naar Thailand. De snelste manier om dit over land te doen is door het noorden van Laos, een kilometer of honderd over Luang Prabang heen. Een van de dorpjes die hier ligt is Luang Namtha met daarnaast het Nam Ha National Park. Als uitvalsbasis voor het National Park lijkt Luang Namtha een van de grootste dorpjes die Noord Laos rijk is. Gebouwen zijn van steen en her en der zitten hostels en winkeltjes.

Met een scooter vertrekken we ‘s ochtends richting het nationale park. Onderweg zien we verscheidene minuscule dorpjes en we besluiten er bij één te stoppen. Op het moment dat we de scooters parkeren, legt het dorp massaal hun bezigheden neer en verzamelt zich om ons heen. Het voelt als een hinderlaag. De oudere bewoners houden zich schuchter op een afstandje, maar de kinderen zien hun kans schoon. Tientallen kleine handpalmpjes tonen zich. Het Italiaanse meisje dat met ons mee is wil ze graag vullen en pakt een stapel pennen uit haar tas. Voor we met onze ogen kunnen knipperen zijn alle pennen weg. Een ontembare honger lijkt te zijn aangewakkerd want de kleine handpalmpjes vermenigvuldigen zich.

De vanzelfsprekendheid die met deze situatie gepaard gaat, vertelt ons dat wij niet de eerste zijn die op deze manier worden benaderd. En de pennen van het Italiaanse meisje zorgen voor bekrachtiging van hun gedrag. In de perceptie van deze jonge Laotiaanse kinderen moet je hard schreeuwen en je arm uitsteken naar westerlingen, dan word je beloond. Dit is dus het gedrag dat ze zullen blijven vertonen, tenzij er verandering wordt aangebracht in de bekrachtigende reactie.

Bedelende kinderen Laos

Gastvrijheid

We snellen onszelf terug naar de scooters en rijden verder. Na een uur of twee over een slingerend bergpad te hebben gereden, begint het een klein beetje te regenen. Het is een asfaltweg, maar er zitten meer gaten in dan dat er asfalt ligt. Op het moment dat we aankomen in Muang Sing, tegen de Chinese grens aan, zitten we inmiddels in een tropische storm, het is immers regenseizoen. We parkeren de scooters en zoeken een plek om te schuilen. Terwijl we naar binnen lopen in een huisje dat half poogt een restaurantje te zijn en half een woonkamer is, zien we dat twee kleine meisjes aan een van de tafels zitten te tekenen en te knutselen. Engels spreken ze niet, net zoals de man waarvan we verdenken dat hij hun vader is.

Enkele handgebaren later zijn we welkom om bij ze te komen zitten. Al onze pennen zijn op, dus we lenen kleurtjes van de twee meisjes en tekenen en knutselen met ze mee. Na een tijdje krijgen we thee aangeboden. Het is niet te zuipen, maar we drinken het beleefd op. Een uur later valt de regen nog steeds met een overtuiging dat het voorlopig niet gaat stoppen. We knippen en plakken verder, proberen tevergeefs een eigen taal te ontwikkelen met handgebaren, weigeren vriendelijk nog meer thee en aanschouwen een schoolschriftje van een van de meisjes. Ik schrijf in het Engels in het schriftje dat we het heel lief en fijn vinden dat we bij ze mogen schuilen, in de hoop ooit iemand het voor ze vertaalt.

Laotiaanse gastvrijheid

Een oplossing?

De regen is inmiddels gestopt en we moeten snel terug naar Luang Namtha, want over een half aanwezige weg in de jungle over bergpaden heen lijkt ons in het donker niet zo’n sterk plan. We willen eigenlijk iets voor de meisjes doen, maar geld geven zou het stereotype beeld van de westerling bevestigen. Ik heb nog een klavertje vier uit Vietnam in mijn tas zitten die ik heb geplastificeerd. Ze vinden het mooi. We hebben geprobeerd vriendelijkheid te beantwoorden met vriendelijkheid. Ik hoop dat het is gelukt. Mijn cynisme heeft in ieder geval een betere plaats gekregen.

Tekst en foto’s: Vincent Siderius

Dionne
Laatste berichten van Dionne (alles zien)

Vragen? Suggesties? Of jouw reishonger delen?

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je mag alleen HTML tags en attributen gebruiken:

<a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>