De lowlights van Madrid

Madrid. Een levendige stad, met vooral veel toeristen in hartje centrum. De Madrilenen zijn overdag aan het werk of je vindt ze in een van de vele barretjes waar ze het nieuws van de dag bespreken met een drankje en tapas in de hand.

tuinen-madrid

De toeristen vinden ondertussen hun weg naar al het moois dat de stad te bieden heeft. De winkels worden goed bezocht, daar lijkt de (Spaanse) crisis ver weg. Op de vele pleinen die Madrid rijk is, zitten mensen te genieten op het terras. Ze kijken naar de voorbijgangers of stippelen aan de hand van een stadskaart en een gids hun volgende route uit. Wordt het het Plaza Mayor, de Mercado San Miguel of de Gran Vía?

Natuurlijk is het ook druk in het Palacio Real de Madrid (Koninklijk paleis), het Museo de arte Thyssen-Bornemisza en het Museo Nacional del Prado. Het zijn de trekpleisters van de stad. Als je nog geen entreekaart via het internet hebt bemachtigd, dan kan het zomaar zijn dat je lang in de rij moet staan om binnen te komen. Minder druk is het bij twee persoonlijke favorieten, die ik graag met je deel.

Favoriet 1: Real Jardín Botánico (de Koninklijke botanische tuin)

De werkelijk schitterende tuin ligt naast het Prado museum en is gesticht in 1755. Het is een bezoek waard, ook al heb je geen groene vingers. De tuin is prachtig aangelegd en de vele kleuren maken je blij. Het is ook bijzonder omdat hij midden in het centrum ligt en je daar totaal geen notie van hebt; het is een rustgevende tuin.

Real Jardín Botánico

Zo’n 30.000 plantenrassen van over de hele wereld vullen het terrein met meer dan een miljoen bloemen, planten en bomen. Er is dus genoeg te zien. De tuin is in drie terrassen verdeeld: Terraza de los Cuadros, Terraza de las Ecuelas Botánicos en Terraza del Plano de la Flor. Je kunt het bijna zo gek niet bedenken of het is er. Van sequoia’s, iepen, fruitbomen en reuzenpijnbomen tot medicinale planten en een moes- en rozentuin. Als je er in het voorjaar kun je genieten van de zee van tulpen.

Koninklijke botanische tuin

Opvallend is ook het paviljoen dat in 1781 ontworpen werd door Juan de Villanueva. Het was bedoeld om het in gebruik te nemen als broeikas voor de fragile rassen die destijds uit Amerika werden geïmporteerd. Momenteel zijn er ook wisselende exposities te vinden van onder andere schilderkunst. Naast het paviljoen beschikt de Koninklijke botanische tuin ook over een zaadbank, bibliotheek en archief.

Voor meer info en praktische informatie bezoek de website van Real Jardín Botánico.

Jardín Botánico

Favoriet 2: Museo Sorolla (het Sorolla museum)

Als je van musea en vrolijke schilderijen houdt neem dan eens een kijkje in het Museo Sorolla. De Spaanse impressionistische schilder Joaquín Sorolla y Bastida (1863-1923) schilderde voornamelijk zijn gezin. Portretten, maar ook familietaferelen werden door hem op het doek vastgelegd. Zijn kunst sloeg aan en hij werd niet alleen in eigen land bekend, maar ook daarbuiten. Hij verbleef vaak in Parijs en Amerika.

Maar het liefste was hij thuis, waar zijn vrouw en drie kinderen waren. De bezoekers begrijpen wel waarom. Het staat niet alleen in een mooie wijk van Madrid, en hoewel het nu een museum is, heeft het nog steeds een huiselijke maar toch ook bijzondere atmosfeer. Het ligt aan een vrij drukke straat, maar als je via het hek de tuin binnenkomt lijkt het alsof je op een totaal andere plek bent; zuidelijker en rustiger. Je kijkt tegen vrolijke kleuren tegels aan en stapt de tuin in die Sorolla zelf ontwierp. Hij liet zich inspireren door de “Jardín de Troya uit Sevilla en het Alhambra in Grenada.

Museo Sorolla

Het huis is van buiten en van binnen vrijwel origineel gebleven. Het is dan ook alsof je het gezin ieder moment thuis verwacht. In de kamer waar hij schilderde staan nog de meeste van de meubels en ook in de kamer waar hij zijn cliënten ontving kun je je voorstellen hoe de koop gesloten werd.

De prettige sfeer in het museum straalt af van zijn schilderijen. Ze zijn vaak vrolijk en geven een zeer levendige indruk weer. Je kunt zijn kunstwerken goed bekijken, want de bezoeker wordt niet belemmerd met een hek, een lijn op de grond of een draadje waar je niet voorbij mag. Er is geen grens tussen jou en het schilderij, de meubels of zijn verfkwasten.

Sorolla museum

In 1920 kreeg Sorolla een beroerte waardoor hij niet meer kon schilderen. Drie jaar later overleed hij. Zijn vrouw en kinderen schonken het huis en de meeste van zijn werken aan de staat. In 1932 werd het museum geopend en Joaquín, de zoon van Sorolla, was directeur van het museum.

Een aantal van zijn schilderijen wordt ook tentoongesteld in het Prado in Madrid en in Parijs, Valencia, New York, Los Angeles en Chicago.

Voor meer info en praktische informatie bezoek de Spaanstalige website van Museo Sorolla of via het Spaans Verkeersbureau.

Tekst en foto’s: Cynthia Keyzer

Dionne
Laatste berichten van Dionne (alles zien)

Vragen? Suggesties? Of jouw reishonger delen?

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je mag alleen HTML tags en attributen gebruiken:

<a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>